Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 266

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 266
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
266
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
2
DE OLIJFTAK .
en diplomatieke listen op deze vorsten . ! Men had onderling onzen val , ja de ver - ' deeling der republiek bepaald . Groote vlo - I ten , degelijke scheepsbevelhebbers , ont-zettende ( ontzettende ) legers , de beste veldheeren van : Europa , schatten door een Colbert verza - ; meld , stonden dit plan ten dienste . Bijna tegelijkertijd deden ons Frankrijk , Enge-land ( Engeland ) , Munster en Keulen den oorlog aan in 167-2 ( 167-2 ) , en wij hadden geen bondgenoot dan onze vorige vijand , het zoozeer ver-zwakte ( verzwakte ) Spanje .
Hoe was onze kracht tegenover deze groote overmacht ? Johan de Witt , bou-wende ( bouwende ) op de erfelijke vijandschap tusschen Engeland»en Frankrijk , voorbijziende hoe een lichtzinnig vorst , de belangen zijns lands opofferende , zich aan den vijand van zijn land kon verkoopen ; steeds bedacht om in Holland de republiek te zien en daar-om ( daarom ) , als voor dit gewest Engeland gevaar-lijk ( gevaarlijk ) achtende , de vloot in goeden stand te houden , had het landleger laten ver-vallen ( vervallen ) , omdat hij wel vreesde voor Enge-land ( Engeland ) , niet voor Frankrijk , dat hij door verbonden meende te kunnen beteugelen , terwijl hij aan het weinig beteekenende Munster en Keulen niet dacht . Zoo had-den ( hadden ) wij dan in 1672 wel eene vloot tegen Engeland , maar geen leger tegen de reu-zenmacht ( reu-zenmacht ) van Frankrijk en de verbonden vorstendommen Munster en Keulen .
Hadde in dezen tijd de spreuk onzer vaderen : « Eendracht maakt Macht ," nog maar in aller harten weerklank gevonden : wij zouden wel licht nog sterk genoeg geweest zijn tegenover zoovele machtige vijanden . Maar helaas ! binnenlandsche verdeeldheden heerschten bij de dreigende gevaren van bui-ten ( buiten ) . Johan de Witt had weten te bewerken , dat de prins van Oranje , zoon van Willem II , van al de waardigheden zijner voorvaderen was uitgesloten . De Oranjepartij haatte hem daarom . Alle rampen , die het Vaderland dreigden te treffen , wijtte men hem , zij het dan ook naar waarheid of ten onrechte . Holland heerschte over de andere gewesten , en de andere deelen van onzen staat waren hierover ontevreden .
De geschiedenis van 1672 is ieder be-kend ( bekend ) . De machtige legers van LodewijkXIV drongen tot in ' t hart van Holland door . Munster en Keulen bemachtigden de noor-delijke ( noordelijke ) provinciën en belegerden zelfs de slad Groningen ; Engeland dreigde ter zee . De merkwaardige woorden toen gesproken bevatten waarheid : « de regeering was rade-loos ( radeloos ) , het volk redeloos , het land reddeloos .» Reeds was de verdeeling der republiek bepaald en uitgesproken . De eischen van Lodewijk XIV werden door sommige staats-ieden ( staatsieden ) gehoord en zelfs in de vergadering der Algemeene Staten aangeraden . In Frankrijk begon men met het oprichten eener triumfpoort voor den veroveraar der republiek . Den prins van Oranje werd pjolland als een vorstendom aangeboden ;
de edele man weigerde dit met de woorden : « ik weet een middel om den ondergang van mijn vaderland niet te zien : het is , op de laatste schans , die ik verdedig , met den degen in de vuist te sneuvelen .»
Er kwam verandering . De prins van Oranje werd aangesteld eerst tot kapitein-generaal ( kapitein-generaal ) over het leger voor éenen veld-tocht ( veldtocht ) ; maar kort daarna in al de waardig-heden ( waardigheden ) zijner voorvaderen . De eendracht werd hersteld ; jammer dat de schandelijke moord van de gebroeders de Witt eene vreeselij ke bladzijde in onze geschiedenis brengt .
Wat de vereenigde machten niet konden denken , gebeurde : de Ruijter handhaafde de eer onzer vlag tegen de gezamenlijke Engelsche en Fransche vloten ; de over-winnaars ( overwinnaars ) werden tot staan gebracht , en de verdeeling der republiek bleek hun niet mogelijk te zijn .
In dit tijdpunt valt de gebeurtenis voor , die wij willen schetsen , en waarvan men binnen weinige dagen het tweehonderd-jarig ( tweehonderd-jarig ) feest zal vieren .
I .
DE WONING VAN DEN SCHOOLMEESTER .
Het is in ' t laatst van het hiervoren door ons kortelijk geschetste , in onze geschie-denis ( geschiedenis ) zoo vreeselijke , jaar 1672 . i)e vorst heeft de Nederranasche rivieren mei ijs gedekt , en daardoor de natuurlijke bijna onwinbare verdedigingsmiddelen van ons Vaderland nutteloos gemaakt . De moed en geestdrift der Nederlanders echter zijn oorzaak , dat Luxemburgs plan , om over het bevroren land naar ' s Gravenhage te trekken , wordt verijdeld . Groningen is sedert 31 Augustns door het Munstersche leger , na eene gevaarvolle belegering , ver-laten ( verlaten ) .
In eene eenvoudige woning , gelegen in eene der minst aanzienlijke straten van laatstgenoemde stad , zit , terwijl een groot turfvuur onder den schouw helder brandt en de koude van een Decembernacht uit het vertrek verdrijft , een nog jeugdig krachtvol man ijverig te studeeren . De vrij groote vetkaars , op een tinnen kandelaar geplaatst , is reeds , ten halve opgebrand . Geen wonder ook : de ratelwacht heeft reeds met krachtvoile stem , aan de weinige nog wakende Groninger burgers , het uur van middernacht verkondigd .
De geleerde , want dit is hij , zooals men zien kan aan de menigte boeken , die om hem verspreid liggen , is ijverig bezig met zijn teekenstift te werken aan den platten grond van de vestingwerkcn eener stad . Gedurig ziet hij een naast hem liggend met flinke hand geschreven plan , en legt zoo eindelijk de laatste hand aan zijne teekening .
Vermoeidheid schijnt de ijverig werkende man niet te kennen ; althans toen hij de teekenstift neerlegt met de woorden : « ein-delijk ( eindelijk ) is mijn arbeid gereed ! O ! mochte het Gode behagen mijn geliefd Koevorden door mijn plan van de vermaledijde benden van Bernhard van Galen te verlossen , wat zou ik dankbaar zijn ,» toen straalde helden-vuur ( heldenvuur ) uit de oogen van dien echten Neder-lander ( Nederlander ) der zeventiende eeuw . Hij is , ja ! een geleerde , dit teekenen zijne kleeding en het zwarte kapje , dat zijne blonde haren dekt ; maar de krachtvolle gestalte toont aan , dat hij pen en teekenstift en passer zeer goed zou kunnen verwisselen met het zwaard .
De man van wien wij spreken is Mein-dert ( Mein-dert ) van Tienen , schoolmeester en land-meter ( land-meter ) te Koevorden . Een waar Nederlander , beminnaar zijns Vaderlands , een vijand van vreemde overheersching , heeft hij , toen zijne vaderstad door de Munsterschen was bemachtigd , Koevorden verlaten en zijne woonplaats te Groningen gevestigd , waar hij , tijdens de moedige verdediging-dier ( verdediging-dier ) stad tegen een groot vijandelijk leger , dapper heeft gestreden in do rijen dei-burgers ( dei-burgers ) . Zijne dapperheid en bekwaamheid is opgemerkt door den grijzen veldheer Karel van Rabenhaupt .
Maar meer wil hij doen . Bij hem is het plan tot rijpheid gekomen , om door de kennis , die hij van de vestingwerken van Koevorden heeft en van de awakke punten der verdediging gebruik " te m"a!?en . ion einde kaarten te ' vervaardigen , waardoor men , met een goed plan tot aanval , met biezenbruggen om over de moerassen te komen , de sterke vesting bij verrassing zou kunnen innemen . Meermalen heeft hij samenkomsten daarover met Rabenhaupt gehad , die , ja , wel ooren naar zijn plan heeft ; maar door de voorzichtigheid van den ouderdom bevreesd voor het doen van onberaden stappen is , en daarom nog steeds besliiitenloos blijft , hoe te moeten han-delen ( handelen ) .
IJverig heeft van Tienen dag en nacht doorgewerkt , en thans heeft hij zijn arbeid voltooid . Nog eenmaal vestigt hij een den-kenden ( denkenden ) en nauwkeurige » blik op de ver-vaardigde ( vervaardigde ) kaarten , zijn vinger wijst onwil-lekeurig ( onwillekeurig ) de zwakste punten aan , tot aanval geschikt . Nog eenmaal overdenkt hij zijne geschrevene plannen , en met de woorden : « ja ! het kan , het zal , het moet gelukken , zoo Rabenhaupt mij een behoorlijk getal troepen wil medegeven , en ik hem van de uitvoerlijkheid van mijn plan kan over-tuigen ( overtuigen ) ;» werpt hij zich achterover in zijn zetel , niet om van vermoeidheid uitte-rusten ( uitte-rusten ) , maar om te denken en te i peinzen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer