Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 262

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 262
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
262
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
6 DE OLIJFTAK .
maken ; en aan een der officieren viel de weinig benijdenswaardige taak ten deel , om gedurende dien dag en nacht in het verblijf der duisternis de wacht te houden . Den volgenden morgen werd werkelijk deze mijnarm door de Span-jaarden ( Spanjaarden ) ontdekt . Er was nog geen deur aange-bracht ( aangebracht ) , zoodat zij nog niet gesloten kon worden . Men trachtte dus den vijand door den rook van een in der haast aangelegd vuur te verdrijven , maar de rook sloeg door het opene en vochtige ge-welf ( gewelf ) met zoo veel kracht terug , dat de sol-daten ( soldaten ) , die hier toegesneld waren , slechts door eene onvermijdelijke vlucht hun leven konden redden . Gelukkig bleek het , dat die van de stad dezelfde partij hadden gekozen : men kreeg daar-door ( daardoor ) de gelegenheid , dezen mijnarm nog in den loop van denzelfden dag af te sluiten . En nu het werk door den vijand ontdekt was , werden in allerijl de beide mijnen met kruid gevuld , om , nog eer de nacht kwam , haar uitwerking te doen . Tegen 10 ure , deed Prins Maurits zijne troepen van voor het ravelijn terugtrekken . Het Schotsche hulpkorps was aangewezen om den vijand te overvallen . De Stadhouders , de keur van het leger , de geheele Raad van State , verbeidden in de loopgraven het oogenblik , dat waarschijnlijk over het lot van Groningen be-slissen ( beslissen ) zou . Daar deed eene verschrikkelijke ontploffing geheel de stad daveren : het ravelijn lag in puinhoop , de palissades waren omge-worpen ( omgeworpen ) , de grachten waren met de brokstukken der vesting en de lijken der verdedigers gevuld ! En wie nog op dat terrein van verwoesting stand hield , werd door de Schotten overhoop gewor-pen ( geworpen ) . Nog slechts een klein houten brugje gaf uit het ravelijn toegang tot de stad , daarheen vluchtten de overschietenden , zoo mannen als vrouwen . Maar de brug bezweek voor dien aan-drang ( aandrang ) ; allen vonde
toevoegde : " hij moest de stad hebben , al zoude hij nog een jaar daar vóór liggen ,'/ — men eindigde toch met elkander zoo ver te verstaan , dat de Prins vrijgeleide toestond voor de Gro-ningsche ( Gro-ningsche ) gevolmachtigden , die met ^ olledige voorschriften om te onderhandelen naar het leger zouden worden afgevaardigd . Op den volgenden dag reeds , in het middaguur , kwam de burge-meester ( burgemeester ) Albert van Eilst , ' met twee hooftmans , eenige leden van den Raad , taelmans , gedepu-teerden ( gedeputeerden ) van de geestelijkheid en van het leger , te zamen wel een twaalftal sterk , in het kamp , om de begeerte der stad tot onderwerping aan den Prins en de Staten voor te dragen . Ken-schetsend ( Kenschetsend ) zijn de vredesartikelen , die de Gro-ningsche ( Gro-ningsche ) regeering ontworpen had . Naast de bepalingen omtrent de uitwisseling der gevan-genen ( gevangenen ) en de bewaring der algemeene privilegiën , vorderde zij , dat de stad nimmer garnizoen zou behoeven in te nemen , dat de geestelijke personen hunne bezittingen en waardigheden behouden zou-den ( zouden ) , dat de magistraat op den bestaanden voet zou blijven en voort gaan zelven te verkiezen : dat , eindelijk , al de forten in de Ommelanden voor goed zouden worden geslecht ! Het garnizoen verlangde bovendien vrij uit de stad te trekken , en de R . geestelijken met zich te mogen voeren . Om aan den aandrang der afgevaardigden toe te geven , besloot de Prins tot een stilstand van wapenen gedurende éénen dag ; terwijl zij in het Staatschelegerkamp bleven , werden als gijzelaars naar de stad gezonden de heeren van Sonsvelt , de Grijse , Schwartsenberg en Frederik van Vervou , welke laatste de gebeur-tenissen ( gebeurtenissen ) van zijn tijd . waaraan hij zelf een zoo een levendig deel nam , in een zaakrijk werk heeft , beschreven .
De dag van verovering gaf eene ware feest-vreugde ( feestvreugde ) aan de stad ; en terwijl in het legerkamp over de toekomstige gesteldheid van Groningen , over Staat en Godsdienst onderhandeld werd , vertoonde de burgerij zich aan alle zijden op de wallen , en gaf de broederhand aan de belegeraars reeds vóór dat de vrede geteekend was . De onder-handeling ( onderhandeling ) vorderde nog wel eenige dagen ; maar toch werden de vijandelijkheden niet meer hervat , totdat in den avond van den 22 Juli het verdrag van beide zijden gesloten werd . Na meer dan twee maanden belegerd te zijn , ging Groningen nu aan de Staten over . Maar niet als overwonnen vijand , veeleer als herwonnen vriend werd het behandeld , en , met de Ommelanden , onder het stadhouder-schap ( stadhouderschap ) van Willem Lodewijk , tot // een gelijk beregtigd lid der Unie » vereenigd . De Spanjaarden , nog slechts .' i00 man sterk , trokken met krijgs-manseer ( krijgsmanseer ) uit ; met hen verlieten de voormalige Pre-sident ( President ) van Friesland en de geheele Spaanschgezinde aanhang de stad . De kloostergeestelijken werden op wagens , en door vaandels ruiterij vergezeld het land uitgeleid . De Groningsehe bannelingen , daarentegen , keerden nu terug ; in de jijaats der katholijke regeering , kwam eene hervormde oligar-chie ( oligarchie ) aan het bewind : de vroeger niet gedulde gere-formeerde ( gereformeerde ) godsdienst werd de alleen geoorloofde . En de kloosters , waarin tot dusver de plechtig-heden ( plechtigheden ) der Roomsche eeredienst weergalmd hadden , s'rekten nu als huisvesting voor de zes vaandelen
Hollandsche soldaten , die tot verzekering van den nieuwen toestand binnen Groningen werden gelegerd . Gelukkig dat de tijd aan de uitsluiting van andere geloofsbelijdenis een einde , maakte ; zachter zeden traden voor den wederzijdschen dwang in de plaats .
Groot was de vreugde door het geheeleland over de zegerijke overwinning . Zij vertoonde zich , naar den vromen aard onzer vaderen , in dankzeg-gingen ( dankzeggingen ) aan den Heer der heirscharen , en in uit-deelingen ( uitdeelingen ) aan de armen , opdat ook dezen in de algemeene blijdschap deelen mochten . Nu eerst was Friesland beveiligd , en gansch Noord-Nederland van vijanden gezuiverd . Nu eerst kon aan de ver-wezenlijking ( verwezenlijking ) van grooter plannen gedacht worden , om den oorlog naar zuidelijker streken over te brengen , en in het verbond met een machtigen na-buur ( nabuur ) eene heilzame afleiding te vinden voor deze uitgeputte gewesten . Aan het beleid en de volhar-ding ( volharding ) van Prins Maurits was de voorspoed der laatste jaren te danken : de staatkunde zou voortaan helpen volvoeren , wat door de wapenen zoo roem-rijk ( roemrijk ) begonnen was .
RUSLAND .
Peter de Groote ,
ALS STICHTER DER ACADEMIE VAN WETEN-SCHAPPEN ( WETENSCHAPPEN ) TE ST . PETERSBURG .
REDEVOERING ,
GEHOUDEN IN DE PLECHTIGE ZITTING DIER ACADEMIE VAN 31 MEI 1872 , DOOR DEN SECRETARIS
K . S . WESSELOWSKY . ( 1 )
Mijne Heeren ! — Het nationale feest , dat in deze dagen geheel Rusland doet samenstemmen in de eenparige uitdrukking zijner gevoelens van eerbied en erkentelijkheid jegens den grooten keizer , den schepper zijner macht in ' t staat-kundige ( staatkundige ) , is voor de Academie van Weten-schappen ( Wetenschappen ) een dubbel feest ; zij viert tegelijkertijd het aandenken van hem , wien zij haar bestaan is verschuldigd , die haar door zijn krachtig woord in het leven geroepen en den hechten grondsteen gelegd heeft , waarop het gebouw der wetenschap in Rusland verrezen is . De stichting van de academie staat in een nauw en onafschei-delijk ( onafscheidelijk ) verband met den algemeenen geest en de beteekenis van die hervormingen , waardoor Peter ons tot een nieuw leven heeft opgewekt , en evenals alles wat de groote vorst ondernam , draagt zij den stempel van het persoonlijk karak-ter ( karakter ) van den onsterfelijken Czaar . Door u , Mijne Heeren ! geroepen om over Peter , als den stichter der academie , te spreken , moet ik dus voor alles in eenige algemeene omtrekken den grooten historischen persoon pogen te schetsen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer