Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 211
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 211
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
211
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
Geen purper onderscheidt hein van zijn legerbenden ,
Alleen zijn blanke wapendosch , Zijo houding en zijn moed — hij wendt en allen wenden ,
Hij dringt door ' t diepe rotsgewelf :
Hij steigert den klippenwal op ;
Hij jaagt in wilden galop
Over ' l ijsgevaarte dat vonken spat :
Zijn weg wijst allen ' t gloriepad .
Doch ' t hoogste lijden is geleden ,
De luchtstroom snerpt zoo lel niet meer ,
De legerschaar vindt op haar schreden
Den bloei van ' t Weeldrig Zuiden weer :
Siddert Rornes legioenen , ' t Heer van Hannibal snelt aan . Zij zien uw dalen groenen , Effen wordt hun baan .
Zoo als twee wolkgevaarten samenhorten In ' t wijde ruim der hemelen , zoo storten Twee trotsche legers op elkaar ! Doch zie Karthago * legerschaar ,
De zege is haar . Van de laatste steile rotsen Stormen ze als de waterval . Zwaarden klettren , schilden botsen , Rome wijkt voor Hannibal
III .
« Gevallen , gevallen , zoo marmlen de baren , O stad , voor wie eenmaal de zee heelt geknield , Hoe zijn dus uw wallen , uw tempels vernield , Jloe is uw assche op d'aèm der winden heengevaren ? Bestaat ei ' dan geen arm van ' t leeuwenmoedig heer , Is dan uw zoon , uw held , uw Hannibal niet meer ?»
« Gevallen , gevallen , zoo murmlen zij droever , Maar groot was de held , hij bleef groot in zijn val ; Al brult hij niet langer , nog aêmt Hannibal . Een bleeke krijger dwaalt langs dezen klippige ' oever . Hij zwerft als banneling aan ' t afgelegen strand , Een offer van zijn trouw aan Wet en Vaderland .»
Zijn volk kreet om hulp , hij heelt alles vergeten . De wraak van dat Home getrapt door zijn voet , Het wolkfloers van Zaïna . . . en Scipio's moed ! Een eedle vijand heeft zijn lau wren stuk gereten . Hij viel , en ' t Vaderland , in schande en boei gekneld , Verraadt te trouweloos den afgestreden held .
Maar neen , nog is Hannibal's kracht niet gebroken .
Karthago moog knielen , hij blijft nog geducht .
Daar galmt weer een dondrende kreet door de lucht ,
Antiochcs snelt aan , het Oosten heeft gesproken :
» liw tartende overmoed , Romeinen , worde uw val .»
En door dien krijgsschreeuw dreunt de stem van Hannibal .
Weer flonkren zijne oogen van strijdlust ; de kielen , Bestuurd door zijn wrake , doorsnijden den vloed , De schuimende zee wentelt golven van bloed ! Kondt gi ] die vreemden met uw kracht , uw vuur bezielen ! Vergeels , het lot verraadt zijn vroegren gunsteling : Hamilcar's reuzentelg is tweemaal banneling .
O meer nog dan balling ! op iedere schrede
Beloert hem ' t verraad , nergens rust , nergens heul ,
Geen vrienden , nog één . . . ach die vriend wordt zijn beul .
En dat is Homes werk ! Zijn dat uw lauw ren , wreede ?
Vergeet gij dat ge uw naam , uw eer , uw roem verlaagt , Waar ge een gevallen held , een Hannibal belaagt ?
Maar Hanmbal wordt niet in keetnen gesloten ;
Geen moordenaarspijlen bereiken zijn borst ;
Hij zal in zijn sterven nog Held zijn en Vorst . ■ De laatste straal van hoop is voor zijn oog verschoten , Welaan met eigen staal zich ' t eigen hart doorstooten ! En in den laatsten galm die ' s helden borst ontschiet , Hoort de aard , het nageslacht , zijn klimmend scheidenslied :
« De leeuw is gewond , fel gewond , Hij kan den pijl tier jagers niet ontkomen ,
Zijn bloed golft in donkere stroomen
En kleurt en verzadigt den grond . Daar naad'ren zij , daar naad'ren zij ,
En de rots heeft <^ en spleten En de aard heeft geen holen voor mij !
Welaan met eigen klauw de lenden opgereten ;
Geen schande - de dood ! Ook in zijn sterven zij de woudleeuw groot
Hoe reddeloos diep is uw val , Karthago ' k mag uw puinen niet zien rooken ; Ik sterf en gij treurt ongewroken . O hoorde ik nog eenmaal ' t geschal Van pauk en hoorn en krijgstroinpet , Maar de leeuw is verwonnen , Zijn klauw is verlamd en verplet : Hij dorst — de heete wind verdroogt de waterbronnen . Hij brult — maar van smart , I w leed , Karthago , pijnt zijn brekend hart .
Romeinen , de zege blijft u ! Gij klemt mijn land het dienstjuk om de leden , Mijn wraakkreet weerscbaUe op uw schreden , Tot eens het heil vol uur genaakt Dat uw tinnen bloedrood zal kleuren , Als de vlam in uw woningen blaakt , Als u barbaren ' t kleed van de schouderen scheuren !
Hun dond'rende schreeuw Dooft eerst de wraakkreet van Karthago's leeuw .
Vaarwel , vaarwel mijn Vaderland , Mijn kracht bezwijkt , de wonde brandt , Mijn geest zal door uw wildernissen zweven ; Hij zal in den warrelwind leven , En buldren door woestijn en woud .
Europe , u zij de zorg voor Afrika vertrouwd .
Laat mijn broed ren veilig rusten
Onder de palmen , op de kusten . Hun vrijheidslied , hun krijgsgeschal Vermeldt de kracht van vroeger eeuwen ; Laat hen wcèr leeuwen zijn met leeuwen ,
Verzoen de schim van Hannikal !»
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer