Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 175

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 175
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
175
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
// Kunt gij verstaan wat ik zeg ?» riep hij .
» Spreek langzaam , dan versta ik u .//
« Luister dan . De spleet is hier te breed , hier kan ik niet naar boven , verder op wordt , ze nauwer . Daar moet gij een gat door de sneeuw slaan . Wacht , ik maak het touw los ! Hebt gij ' t begrepen ?//
# Ja , ik heb ' t begrepen .// .... » Haal het touw|nu naar boven .»
Ik knielde en trok . Het losse touw kwam naar boven ; er was als ' t ware geen eind aan , dus was de plek waar hij lag zeer diep . Eindelijk was het dan toch boven . Er kleefde bloed aan .
» Het touw is boven !» riep ik »( ia nu — een —
twee — drie — vier — vijf vademen opwaarts langs de spleet en sla daar het gat .»
>/ Begrepen ! In welke richting moet ik gaan ? Toch naar den berg toe ?»
De spleet kwam mij voor tot de dwars uitloopenden te behooren ; doch de sporen kruisten elkaar hier zoo menig-vuldis ( menig-vuldis ) , dat ik mij door vragen eerst zekerheid moest verschaffen , om niet zelf in gevaar te komen .
« Naar den berg toe ,» riep hij . » Pas op , dat gij er niet in valt .»
Ik sring ongeveer zoo ver , als hij gezegd had , stootte den stok door de sneeuw — het was oude wintersneeuw , meer dan een el dik — en kwam op hard ijs terecht . Ik deed eene schrede voorwaarts en stootte door — andermaal ijs ; doch voor de derde maal vond ik de holle ruimte der spleet en liet ik den stok op - en neêrspelen .
» Kunt gij den stok zien ? Is ' t hier goed ?»
// Ja : daar is ' t best , stoot daar door !» riep hij van diep onder de sneeuw .
Het was een arbeid als van een steenhakker . Een gat was gemaakt , langzamerhand een tweede en nu werden door zijwaartsche bewegingen met den stok beide tot een verbonden . De sneeuw was vreeselijk hard , het werk ging allermoeilijkst vooruit . Nu had ik door vier ver-bonden ( verbonden ) openingen een korte spleet gemaakt . Een voet verder boorde ik eene evenwijdige spleet , waarna ik beide - apMwr nat - alkander verbond . Een groote klomp sneeuw viei naar beneden en er was eene opening , die hoe langs zoo wijder werd . Nu hoorde ik zijne stem weer en zij klonk nu duidelijker . Hij moest bijna loodrecht onder de nieuwe opening staan .... » Is de opening wijd ge-noeg ( genoeg ) ? Ik zal eerst den zak aan het touw binden .» . . . » Ja , zij is wijd genoeg . Laat het touw neer .» .... Ik had mij van het touw ontdaan , om vrijer te kunnen werken . Nu lag ik het . touw met een schippersknoop om den stok , dien ik tot op het ijs inde sneeuw gedreven had en liet het losse eind naar beneden .
Eene poos daarna riep hij : » Ik heb het touw !» en toen weer een oogenblik later : » Haal het pak nu op !» ... . // Halt Anderl ! drink eerst wat wijn !»
« Neen ,» kwam het antwoord terug , hier beneden drink ik geen droppel . Trek !//
Ik trok . De last kwam langzaam omhoog , doch ik had nooit gedacht , dat een voorwerp zoo zwaar kon zijn . Het touw sneed aan den rand der opening diep in de sneeuw . Eindelijk kwam de groene zak te voorschijn ; doch hij kwam er niet door , daar hij aan den sneeuwkant bleef steken .
» Ik moet nog eens laten zakken , de sneeuw hindert mij nog .»
» Laat dan zakken !» .... De zak kwam niet beueden , maar bleef ter halver hoogte steken .... » Hij zit goed !» riep Anderl . He greep touw en stok met beide handen en maakte het gat wijder .
Weer bracht ik den zak tot aan den rand . Vergeefs . De trage massa vond in het kleinste korreltje sneeuw j een hinderpaal . Hij moest nogmaals naar omlaag en eerst i bij den derden keer kwam hij er uit , nadat ik de kanten van het ijs geheel had vrijgemaakt .
Nu lag hij boven . Het was mij , alsof reeds een half mensen enleven aan het , ij » onttogen ware .
// Ik heb don zak boven !» riep ik .
/ Drink gij nu een teug , en versterk u !» riep Ander ;.
Hij had gelijk . Toen ik er aan dacht , wat mij nog te doen overbleef , ontzonken mij bijna de krachten . De '
wijn versterkte mij , en toen ik mij aldus gelaafd had , riep Anderl op nieuw :
» De spleet is hier nog te breed ; hier kan ik niet naar boven , tia nog twee vaam opwaarts en sla een nieuw gat !»
Ik deed , gelijk hij zeide . Ik zocht de spleet verder naar boven op , die in haar loop een boog beschreef , en stootte door de sneeuw .
» Ziet gij den stok ?» » Daar is ' t goed .»
En ik werkte er van nieuws aan op los ; Nu reeds met ondervinding , zoodat ik , naar ik geloof , in korter tijd dan de eerste maal eene opening maakte . Ik dreef den stok er terstond in schuinsche richting in , zoodat de rand van het ijs werd blootgelegd .
Hij riep : » Is de opening nog niet gereed , nog niet wijd genoeg ?
Hij moest opnieuw van plaats verwisseld hebben en weer beneden de nieuw ontstane opening staan . Zijne stem klonk naderbij , doch dringend en angstig . Naar mijn gevoelen was de opening nu wijd genoeg , om iemand van gewone gestalte er door te laten . Voor zulke breede schouders als hij had , kon zeker een paar duim meer in de wijdte niet schaden ; doch hij verkeerde in den uitersten nood . Misschien bemerkte hij , dat zijne krachten verminderden of de koude begon hem te ver-stijven ( verstijven ) .
» Nu is ' t goed !» riep ik en stootte nog een sneeuw-kant ( sneeuw-kant ) weg . Het touw werd even als straks om den stok gelegd en neergelaten .
- Zoo kan ik het touw niet grijpen ,» riep hij , " gij moet het mij toegooien .»
Ik gins op mijn langst op de sneeuw liggen en wierp het opgelijnde touw in de spleet , ter hoogte van waar zijne stem mij toegeklonken " had . Gelukkig greep hij ' t
en riep eene minuut later : « Trek nu uit al uw
macht !»
Ik had met mijne hakken treden in de sneeuw ge-slagen ( geslagen ) , om niet uit te glijden , wikkelde het touw om mijne handen en trok , terwijl ik mij achterover boog .
Dat was geen levenloos voorwerp meer , dat er aan hing , maar een man ; dat merkte ik terwijl ik trok . Met rukken ging ' t naar boven , doch zoo zwaar , dat ik meende , dat het touw breken moest ; dan weer lichter , waardoor ik bespeurde dat hij meehielp . Hij deed dit zoo krachtig gelijk slechts een mensch in den hoogsten nood steunen kan , en riep voortdurend :
» Trek uit al uw macht ! trek wat gij kunt !»
Ik trok . Duim voor duim wikkelde zich het touw om mijne handen , tot zij tot een vormloozen klomp omspon-nen ( omsponnen ) waren . » Halt !» riep ik toen , schepte een oogenblik adem , wikkelde af en trok op nieuw .
Zoo vlot ging ' t niet altijd . Wanneer ik » halt !» riep , antwoordde hij op nieuw » trekken !» en ik trok , tot ik aan het slap worden van het touw bemerkte , dat hij voor het oogenblik een veilig steunpunt had .
Hoe lang dat zoo voortging , kan ik niet zeggen . Steeds hing hij weer tusschen dood en leven ; zijn medehulp werd merkbaarder en zijn stem duidelijker . Het touw stond eene goede proef door , want het droeg een zwaren last , gleed over den ruwen kant van het ijs en brak niet . Ik verliet geen oogenblik mijn post . De mogelijkheid , dat ieder oogenblik alle inspanning , die tot dusverre was in ' t werk gesteld , vergeefs kon zijn , deed mij aan een gunstigen uitslag wanhopen . Doch het bewustzijn , dat ik doen moest wat ik vermocht , om een mensch van een wissen dood te redden , hield^mijne krachten staande .... Nu dook eene bruine hand uit de opening op , daarna een hoed en eindelijk ' t gezicht ; doch met zijne schouders bleef de arme man in de sneeuw steken , ik trok doch — het ging niet verder .
» Ik kan er niet uit ,» schreeuwde hij met verstikte stem , » de opening is te nauw !» — » Zet je een oogen-blik ( oogenblik ) schrap , Anderl ! ik zal de opening wijder maken .» — » Trekl trek ! — laat nu schieten — help mij de hand er uitbrengen !»
Ik greep zijne rechterhand , die naast zijn schouder vast zat en l rok , maar vruchteloos . Zij zal . ais in een ring van ijzer omsloten .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer