Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 165
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 165
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
165
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
De brand van den Amsterdamschen Schouwburg : 11 Mei 1772 .
ii .
Het tooneel was in ' t westen van het gebouw , en had eene lengte van 64 , eene breedte van 35 , en eenc lengte boven de grondvlakte van den bak , van ruim 5 voeten . Op den voorgrond van het tooneel stonden twee sierlijke Corintischo zuilen , van achter met pilasters ge-dekt ( gedekt ) , en geschikt tot ondersteuning van een fraaien boo ?, welke den voorgrond overwelfde , en waarin vijf kroouen hingen , in ieder waarvan twaalf kaarsen werden ont-stoken ( ontstoken ) . Tusschen de zuilen zag men beelden van Mei -
overtreffen . De vier voorste zijschermen ter wederzijden stonden schuins in ongelijke hoeken en de drie achtersten regt . Zij konden allep zeer gemakkelijk bewogen worden . De voorgrond van het tooneel werd verlicht door een rij blikken bakken met kaarssmeer gevuld , in ieder van welke vier of vijf pitten brandden .» Deze konden worden verduisterd , door het licht in den kelder te doen zakken . De voorste schermen , 26 voet hoog en 12 breed , werden verlicht door zoogenaamde smeerkokers , bestaande uit acht blikken bakken , in elk van welke weder kleine bakjes met kaarssmeer en pitjes gevuld . Wanneer men den nacht moest vertoonen , kon alles worden verduisterd , door een met blik beslagen schuif , voor de kokers te laten vallen . De schutschermen of gezichteinders van het tooneel , welke ook den naam van Friezen hadden , hingen allen in evenwichten , welke omstreeks 14 a 15 duizend pond wogen , waarbij nog tusschen de 2 a 3 duizend pond voor de vliegwerken en zinkluiken moeten worden gevoegd .
Dit prachtige gebouw , met al zijne kostbare sieraden , werd in weinig tijds in een puinhoop veranderd .
Zoo als vroeger vermeld is had de troep Vlaamsche operisten onder de directie van Neyts een opera bouffe in een bedrijf , De kwalijk bewaarde Dochter , afgespeeld , en daarna volgde de Deserteur , opera in drie bedrijven . In het tweede daarvan moest eene gevangenis worden voorgesteld en daarvoor het tooneel verduisterd , hetgeen geschieden moest door de schuiven voor de smeerkokers te laten vallen , en de kaarsen met hunne kokers om te draaien . Dit tooneel moest zoodanig blijven tot over de helft van het derde bedrijf , wanneer het weder verlicht en veranderd moest worden in eene straat . Nadat bedoelde schuiven een geruimen tijd gesloten waren geweest , ont-waarden ( ontwaarden ) de spelers dat er een ongewone damp of stank op het tooneel was , zoo zelfs dat die hinderlijk begon te worden en men zich over het smeer der lampions
RUÏNEN VAN DEN BOKOlSOEDOER-TEMPEti , RESIDENTIE KADOE , ÜP JAVA ( Blz . 3 . i .)
pomene en Thalia : het eerste vooral muntte door fraaiheid uit . Alles was kunstig uit hout bewerkt , deels als roodge-vlekt ( roodge-vlekt ) , deels als wil marmer geschilderd . Het tooncelseherm was beschilderd met liet blazoen der vereenigde Oude Rederijkerskamer en der Nederduitsche Academie , zijnde een Bijenkorf omvlochten met een bloeienden egelantier en met de zinnebeelden van Koophandel en Zeevaart . Boven den Bijenkorf stond het woord Y ver in vergulde letteren , en daaronder waren de twee volgende regels van Vondel , bekend als titel-opschrift van zoo vele too-neelstukken ( too-neelstukken ) , die hier werden opgevoerd .
üe Bijen storten hier het eelste datze lezen , Om d'ouden Stok te voèn en d'ouderlooze wee/en .
Het tooneel zelf was versierd met velerlei soorten van zij-en schutschermen , » die , meest alle naar de regels der doorzichtkunde , zoo fraai en kunstig beschilderd waren , dat het Amstcrdamsche tooneel geoordeeld werd , ten dezen aanzien , de beste schouwtooneelen van Europa te
Men ziet uit deze bijzonderheden dat alles hier nog al op groote schaal was aangelegd ; en onder de schil-derwerken ( schilderwerken ) van luchten en wolken had men zeer uitmun-tende ( uitmuntende ) ; " de zee was zeer kunstig gemaakt , en vertoonde zich op eenigen afstand , als met zagtelijk - bruischende golven af-en ( afen ) aanvloeijende ." Overeenkomstig met deze tooneeltoestellen waren de kleederen ; in pracht en kost-baarheid ( kostbaarheid ) behoefden zij voor geen ander tooneel van dien tijd onder te doen , zoo zij ze niet overtroffen , om aan den eisch van verschillenden landaard en tijden te voldoen .
Boven de schouwplaats had men een grooten zolder , die tot een schilderplaats en tot berging van de toonee-len ( toonee-len ) , die men niet dagelijks noodig had , gebezigd werd . Hier was het vertrek afgeschoten , waar Punt zijne schilderkamer hield , en ook zijn kunstschatten verzameld had , van wier verlies wij reeds vroeger gewaagden . Behalve een goed getal kleedkamertjes , had men nog grootere en kleinere bergplaatsen , waarin door lengte van tijd vele voorwerpen voor allerlei vertooningen waren verzameld .
beklaagde , daar men vreesde , dat het van een slechtere soort was dan men gewoonlijk gebruikte . Doch de directeur Neyts verzekerde , dat aan ' t smeer zekerlijk niets haperen kon , daar het door den vasten leverancier van den schouwburg geleverd was en een van diens bedienden de bakken gevuld had . Eenige toeschouwers merkten nu ook op , dat het op het tooneel zeer benauwd werd , doch men schreef dit aan allerlei oorzaken , behalve de ware , toe . Een knaapje was , zoo men verhaalt , wijzer dan de talrijke andere toeschouwers ; hij verliet uit vrees voor die " leelijke lucht " den schouwburg en ontmoette zijnvader toen deze , op het eerste brandgerucht , derwaarts snelde . In het vijfde tooneel van ' t derde bedrijf , juist toen men het tooneel veranderen wilde , werd er een kleine vlam ontdekt , die uit den smeerkoker achter het beeld van Thalia , op den voorgrond , te voorschijn kwam . Dadelijk riep de tooneelspeler Most den toe-schouwers ( toeschouwers ) toe , dat zij zich maar stil moesten houden , want dat alles zich wel schikken zou ; de directeur
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer