Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 164

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 164
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
164
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
geëindigd is , aanschouwen wij hier nog naast de zoo even weder aangelegde groene sawah's van den tweeden oogst het rijpe , goudgele koren van den eersten , dat door de vrouwelijke bevolking gesneden werd , terwijl de mannelijke de velden voor den volgenden oogst bewerkt . Wij konden ons niet moede zien aan het prachtige pano-rama ( panorama ) , dat zich hier voor ons uitspreidde : de terras-vormig ( terrasvormig ) aangelegde sawah's , deels in volle rijpheid met de goudgele aren prijkende , deels nog in groene , jonge halmen , naast en tussehen velden met tabak beplant , welks witte en roodkleurige bloemen over het helder groen van ' t blad uitstaken ; de vele dessa's met altijd groene bamboes , struiken en vruchthoomen omzoomd ; de talrijke woudbeken ; de met vruchtboomen , evenals met kokospalmen bezette dessawegen , — in ' t kort , een allerheerlijk kleurengemengel leverde een onvergelijkelijk schoon uitzicht . Allerwegen was de bevolking ijverig bezig met den oogst van de padie en den tabak of met het bearbeiden der velden ; de veldwegen waren bezaaid met wagens , beladen met suiker , koffie , indigo en andere voortbrengselen . Geheele karavanen paarden zag men bepakt met korven gesneden tabak , met balen kapok , eene soort katoen , vruchten en andere meer . Van de hoogte af , welke wij op de grenzen tussehen Goeja Kerta en de Kadoe verlaten , zweemt deze berg-vlakte ( bergvlakte ) veel naar een grooten bijenkorf en levert een levendig , doch vroolijk beeld van den worstelstrijd des menschen met de natuur , terwijl aan de Oostelijke zijde de gedurige lava-uitbarstingen van den omstreeks 9000 voet hoogeu vuurberg Merapi , het bij tusschenpoozen dofrommelende gebrom * van den berg , dat soms minu-ten ( minuten ) lang aanhoudt en niet zelden bij den donder in hevigheid niet ten achteren staat , benevens de hemelwaarts optrekkende rookwolken ons een ontzettend schouwspel van den kamp der natuur zelve geven . Bij het stadje Montilan
Hoeveel ook tot dusver over de onderscheiden ruïnen van Java geschreven is en hoeveel verdienstelijke man-nen ( mannen ) , zooals Raffles , Crawford , Junghnhn , Van den Hoevell , Brumund , Hageman , Wilson en anderen mogen bijgedragen hebben , deze bouwvallen aan de vergetelheid te ontrukken , zoo is ons althans niet bekend dat het den beoefenaren van Java's oudheden tot nog toe ge-lukt ( gelukt ) is , ons over den ouderdom van de Hindoetempels en hunne juiste beteekenis hier den waren sleutel te geven . Wij staan voor een nog niet geheel ontcijferd boek ; wat nu Mendoet en Boroboedoer betreft , mag echter wel voor zeker worden gehouden , dat zij den Bhoeda-dienst waren gewijd en heiligdommen van den-zelfden ( denzelfden ) volksstam waren , aan wien de in Britsch-Indië gevonden Hindoe-tempels ( Hindoetempels ) toebehoorden . Bij eene verge-lijking ( vergelijking ) van de onderscheiden ruïnen van Java mogen wij verder de gissing wagen , dat deze beide tot een veel ouderen tijd moeten worden gebracht dan die in het Oostelijk gedeelte van Java voorkomende , waarvan de aanzienlijkste , de « Panataran " bij Blitar , aan den voet van den vulkaan vKloet // gevonden wordt en welks nog welbewaarde reliefs wellicht de Javaansche legende Romo voorstellen .
Evenals Borobodoer was ook de Tjandi ( tempel ) Mendoet vroeger met aarde bedekt , en struiken , slin-gerplanten ( slingerplanten ) en boomen wiesen weelderig over dezen heuvel ; slechts hier en daar vond men enkele steenen , afbeeldingen en standbeelden , waaruit men besluiten kon dat zich bouwvallen in de nabijheid bevonden .
' t Was een Duitscher , de in de Kadoe gevestigde resident Hartmann , die in 1835 deze schoone en wei-bewaarde ( weibewaarde ) overblijfselen aan het licht gebracht heeft .
De ruïne vormt een regelmatigen achthoek , die , pyramidesgewijs uitloopende , door een breede galerij op het voetstuk omgeven is . Elke facade stelt een hoofd -
beeld voor , dat door kleineren omringd is , allen door loofwerk , guirlanden en bloemen rijk gesierd ; geen steen , of de kunstenaar heeft dien met zijn beitel onder handen gehad . Schrikkelijk hangen de steenen van het trechtervormig gewelf uit hunne voegen en zij dreigden ieder oogenblik ons hier met drie der meest kolossale Boedha-beelden , de grootste en schoonste op Java , te begraven . Het binnengedeelte , een vierkant van om-streeks ( omstreeks ) twintig voet , is bereids zoozeer met steenen gevuld , dat het moeilijk valt , denoorspronkelijkenstand van deze Boedha-Trias , waarschijnlijk de Drieëenheid van ' t Goddelijk wezen voorstellende , met juistheid op te geven , daar de beelden zich niet meer staande be-vinden ( bevinden ) . Het middelste beeld is het grootste en wel achttien voet hoog , de beide anderen zijn maar een weinig kleiner , alle in zittende houding op een ontzaglijk voet-stuk ( voetstuk ) , uit een rotsblok , in schoone , uitmuntende even-redigheid ( evenredigheid ) tot de gestalten , gehouwen .
Wij moeten het betreuren , dat het den photograaf , den heer A . Woodburg , te Batavia , niet mogelijk was , van deze drie beelden een lichtbeeld te vervaardigen , daar de toegang laag is en ter nauwernood zooveel lucht in den Tjandi vallen laat , om de bijzonderheden van de aan de ruimen aangebrachte versierselen der nissen behoorlijk te onderscheiden . De beelden zijn van bui-tengewone ( buitengewone ) grootte , wel honderden centenaars zwaar , en het is ons een raadsel , door welke toestellen deze vervaarlijke blokken hier zijn opgesteld . Zonder twijfel begon eerst na hunne opstelling de ruwe bouw van den tempel , die daarna met de talrijke werken van beeld-houwkunst ( beeldhouwkunst ) werd getooid .
Toen wij den Mendoet-tempel verlaten hadden , ver-volgden ( vervolgden ) wij onzen weg in eene westelijke richting , en nadat wij de kleine Ello-rivier waren overgegaan , voerde de uit bamboe vervaardigde brug ons naar de andere zijde van den Progo , en ter nauwernood op een bukschot afstands van hier stootten wij weder op eene ruïne waarover een reusachtige Randoe Alias ( wilde katoen ) zijn schaduw uitbreidt ; die bouw.r'al is echter ingestort , de schoonste beelden en basreliefs zijn öf verbrijzeld of naar een of anderen tuin van Magelang ( hoofdplaats der residentie Kadoe ) of misschien wel in een museum overgebracht , zoodat het thans gewaagd zou zijn , uit dezen steenhoop tot een Tjandi , de reinigingsplaats of Voortempel van den Boroboedoer , te willen besluiten .
Van hier beschouwen wij reeds de spits van dit reu-zengewrocht ( reu-zengewrocht ) en , in de westelijke richting verder voort-gaande ( voortgaande ) , wordt onze blik door het tafereel aan zijn zuid-oostzijde ( zuidoostzijde ) getroffen .
De natuur vormt een waardigen achtergrond tot dit tafereel ; immers zoodanig mag men aanmerken het steil naar die zijde afdalende Minoreh-gebergte . Hadden wij Boroboedoer in zijne oorspronkelijke pracht en grootsch-heid ( grootsch-heid ) gezien , zooals zich die wellicht voor eeuwen ver-toonden ( vertoonden ) , zoo zonden wij dien voor een zetelplaats der goden en niet voor een werk van menschenhanden ge-houden ( gehouden ) hebben .
Stel u voor een tropisch klimaat , gematigd door een hoogte van omstreeks twaalfhonderd voet boven den spiegel der zee , zoomede door den altijd waaienden zee-wind ( zeewind ) , getooid door de immer bloeiende lente , die hare be-koorlijkheid ( bekoorlijkheid ) over een waarlijk naar een paradijs zweemende landstreek heeft uitgespreid , en die omgeven wordt door hemclhooge bergen ; stel u voor , dat gij u hier bevindt op een kegelvormigen heuvel van honderd voet hoog , een werk van zulk een kolossalen omvang , dat het driehonderdveertig voet in ' t vierkant telt , en daarbij elke steen een meesterstuk van beeldbouwkunst ! Het geheel maakt dan ook een allergeweldigsten indruk ; zoowel de schoone bouwstijl in ' t algemeen als de uitwerking van de enkele groepen verraadt tegelijk een hoogen kunstzin en eene taaie volharding en geduld , die ons waarlijk met bewondering vervullen . Elke steen is sierlijk bearbeid , en tot in de kleinste bijzonderheden is alles op het zorgvuldigste en met de meeste kunst-vaardigheid ( kunstvaardigheid ) bewerkt , gelijk men het ter nauwernood in de schoonste moderne paleizen aantreft . Ofschoon de afzonderlijke beelden in de fijnere beeldhouwwerken door
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer