Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 147

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 147
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
147
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE Ü L IJ F ' 1 A K .
Lpnnis van de Westersche talen bepaalt zich tot eenige jnrcckwijzen en woorden , die hij bij zijn vroolijkc komst meesterlijk te pas weet te brengen . Met zijn onvermoeide ( tdienstisrheid , met zijn gulle schertsen vroolijken lach « deze Oostcrsche knaap de ezeldrijvcr bij uitnemend-jjid ( uitnemend-jjid ) , die vijf minuten na de eerste kennismaking reeds jf hart heeft gestolen . Onze vriend Ali Achinet , ofschoon hij zich ezeldrijver noemde , was dit eigenlijk niet . Hoewel nog slechts twintig jaar oud , was hij eigenaar van verscheidene gels en heer van tal van bedienden . Een zwarte kemel-fcren ( kemel-fcren ) jas hing bevallig over zijn slanke , doch gespierde feMalte ; een sneeuwwitte turban dekte zijn hoofd , terwijl zijne kleine net gevormde voeten door heldergele pantoffels werden omsloten . Zijn donker olijfkleurig gelaat had cene uitdrukking die men , eens gezien , niet meer rergeet : oogen , die nu eens schitterden van vurigen hartstocht , van woeste begeerte , van afschrikwekkende wreedheid , dan weder door een wtemoedigen glimlach voor eene wijl van hun glans werden beroofd . Zijn lange platte neus en breede mond verschilden in niets van de gewone Egyptische type .
Ali had mij spoedig tot zijn vertrouwde gemaakt . Als bij ons vergezelde op onze uitstapjes in de omstreken . der stad , nam hij steeds mij en mijn ezel onder zijne bijzondere bescherming , en was zijne plaats onveranderd aan mijne zijde . Van het eerste oogenblik af was hij zeer mededeelzaam geweest en had hij mij zelfs in de geheimen van zijn huiselijk leven ingewijd . Eens , op zekeren dag , had ik hem gevraagd of hij gehuwd was en of hij éene vrouw had , dan wel twee ; of , voegde ik er aarzelend bij , wel drie misschien . Het antwoord had mij zeer bevredigd . Ali had slechts éene vrouw en haar naam was Nafoosa . « Houdt gij veel van haar'r » vroeg ik toen verder . » 0 , of ik haar liefheb ? Ja !» En de oogen vertoonden hun helderst ™ glans . " Ik schenk haar juweclen en paarlen en de prachtigste kleeding uit den bazar . Mijne . / eer mooi . Of ik haar liefheb ? Ja !» £ n no gtp ala schitterden zijne oogen met een eigenaar-digen ( eigenaar-digen ) glans van trots of hartstocht . Juist was ik begonnen een hoogen dunk te koesteren van Ali's karakter en zedelijkheidsgevoel , toen mijn vertrouwen plotseling hevig geschokt werd .
« Hoe lang zijt gij getrouwd en hebt ge kinderen ?'' vroeg ik met nieuwsgierige belangstelling .
« Een jongen dood , — maar ,» voegde hij er op on-verschilligen ( onverschilligen ) toon bij , « die was van een andere vrouw , niet van Nafoosa ,» en tegelijk zette hij mijn ezel met zijn rottiug tot meerderen spoed aan .
« Eene andere vrouw I » herhaalde ik verbaasd , « maar Ali , gij hebt mij gezegd —»
« O , zij was slecht , zeer slecht , ' k Zond haar terug naar haar vader . Zij was leelijk , zeer leelijk , ik haat haar ! «
Ik ondervond een gevoel van wrevel en spijt , dech ik herstelde mij spoedig en begon nu , met een gemak waarover ik zelf verbaasd was , naar allerlei bijzonder-beden ( bijzonderbeden ) te vragen . De antwoorden waren evenwel kort , en , voor zoover mijne weinige bekendheid met de land-taal ( landtaal ) mij daarover kon doen oordeelcn , kwamen zij daarop neder dat Ali op veertienjarigen leeftijd gehuwd was met een meisje van elf jaar van een driftig karakter . Oneenig-heden ( Oneenig-heden ) met Ali's moeder hadden er toe geleid dat Fatima , waarschijnlijk na wederzijdsch goedvinden , na den dood van haar kind , naar haar vader teruggekeerd was , en Nafoosa was haar opvolgster geworden . Nafoosa ! welk een liefelijke naam !
Onwillekeurig begon ik te peinzen , en in gedachten verzonken herhaalde ik den naam overluid . Ali merkte dit op , en vroeg of ik haar zou willen zien . Het zou " Mr genoegen doen , zy zou heerlijke koffie gereed maken , echt Arabische mokka , zooals de Arabieren die drinken . • Wilt gij Nafoosa zien ?» vroeg hij nog eens .
' Bij gelegenheid gaarne , zeer gaarne ,» en meteen zag ik glimlachend naar de andere hecren van ons gezelschap . » Mo<ren zij ook medekoinen ? Is het hun ook vergund uw mooi vrouwtje te zien ?»
Ook Ali glimlachte , doch ik zag duidelijk dat die lach niet gemeend was . Mijn voorstel , dat ik slechts schertsend gedaan had , werd trouwens met den meesten ernst kortaf afgaslagen .
Geen man , behalve hij , mocht ooit zijne vrouw in ' t aancezicht zien ; alsmede haar vader en haar broeder natuurlijk ; maar een vreemdeling , een Christen ! bij de ziel van de moeder des heiligen profeets , neen , dat nooit ! Toch wilde hij met mij eene uitzondering maken . Zoo gebeurde het dan dat , bij onzen terugkeer van de graftombes der Kalifen , Ali my aan mijne belofte her-innerde ( herinnerde ) . Van dag tot dag had ik het bezoek uitgesteld , maar nu wilde hij van geene verontschuldigingen meer hooren , en hoewel ik hongerig en vermoeid was , en zeer naar huis verlangde , besloot ik na eenige weifeling zijne dringende uitnoodiging aan te nemen . Het volgende oogenblik gevoelde ik reeds berouw , dat ik had toege-stemd ( toegestemd ) , doch kon thans niet meer terug .
Het was reeds donker geworden , en wij bevonden ons in de hoofdstraat van Cairo . Langzaam bewogen wij ons tusschen de bonte menigte , die de helder verlichte straat vulde ; mnar terwijl de overigen van ons gezelschap zich naar het hotel begaven , sloegen wij eene donkere zijstraat in , en binnen weinige oogenblikken bevonden wij ons in een van de stilste wijken der stad . De plot-selinge ( plotselinge ) overgang was voor mij verre van aangenaam . Als vreemdeling , laat in den avond in een der achter-wijken ( achter-wijken ) van een Oostcrsche stad , onder bescherming van iemand , dien ik een week te voren nog nooit had gezien : was het wonder dat een gevoel van wantrouwen zich van mij meester maakte ? Hoe dit zij , terwijl Ali zich waarschijnlijk bezig hield met plannen omtrent mijne froede ontvangst , ik beken het met schaamte , had de vrees mijne tong verlamd . Zwijgend gingen wij verder , door nauwe straten en donkere gangen , die maar even ruimte aanboden om naast elkander te gaan , terwijl de hemel daar boven zich vertoonde als een smalle don-kerblauwe ( donkerblauwe ) streep , waarin zich een enkele rustig flikke-rende ( flikkerende ) ster liet zien , doch die van tijd tot tijd ook geheel aan ' t gezicht werd onttrokken door de balcons van twee tesenover elkaêr gelegen huizen . Eens , herinner ik mij zeer goed , was het mij een ware verademing toen wij een kleine plaats , C en soort van binnenplein moesten oversteken en ik een groot er stuk van het blauwe hemel-gewelf boven mij zag . Eene wit gesluierde vrouw , die ons haastig voorbij gleed , joeg mij eene rilling aan alsof ik een spook had gezien . Weder kwamen wij door donkere stegen en gangen , doch eindelijk waren wij het doel van onzen nachteiijken tocht nabij . Nooit maakte de maan op mij een vriendelijker indruk , nooit schit-terden ( schitterden ) de sterren zoo liefelijk als toen ik ze zag op het plein , waar Ali mij zeidc : « hier is mijn huis !»
Ali had al zijne overredingskracht noodig om mij te doen besluiten hem in dien duisteren gang te volgen , doch eindelijk zamelde ik al mijn moed bijeen en volgde hem op de hielen . Aan den voet van een steilen trap gekomen ontstak hij een lantaarn , en langs dien trap klommen wij nu naar zijne woning . Boven gekomen moesten wij nog eerst twee groote ledige vertrekken doorwandelen , waar het licht der lantaarn een spook - -achtis ( -achtis ) schijnsel op de wanden wierp en ik bij eiken voetstap schier terugschrikte voor de lange schaduwen van onze eigen gestalten . In het derde vertrek hield Ali mij staande en met Koninklyke waardigheid ver-zocht ( verzocht ) hij mij uiterst beleefd op den divan plaats te nemen ; zóo trolsch en tegelijk zóo onderdanig beleefd , dat ik moest blozen over mijne belachelijke vree - en mijn ongegrond wantrouwen . Al spoedig zag ik dat mijn vriend heer en meester in zijn Koninkrijk was , en dat
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer