Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 146
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 146
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
146
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
2
DE O L IJ F T A K .
bibliotheek . Ik ging tusschen twee lange , met folianten overdekte tafels naar de deur van het studeervertrek . — Daar bevonden zich de eenvoudige tafel , deschrijflessenaar met papieren en manuscripten bedekt , de kleine groene sofa , de kaarten en platen aan de zandkleurige wanden . — Humboldt kwam mij met eene vriendelijkheid en har-telijkheid ( hartelijkheid ) tegemoet , die mij terstond de nabijheid van een vriend deden gevoelen en vroeg mij of wij Engelsch of Duitsch zouden spreken . Ik moest op de sofa plaats nemen , terwijl hij er een eenvoudigen , matten stoel nevens plaatste , waarop hij zich nederzette .
« De eerste indruk , dien Humboldt's ge-laatstrekken ( gelaatstrekken ) teweegbrengen , is die van een trouwhartig , innemend , warm gevoelend mensch . Zijn massief voorhoofd steekt voor-uit ( vooruit ) en overschaduwt zijne borst , maar onder dat voorhoofd staan een paar sprekende blauwe oogen . Ik was tot hem genaderd met een gevoel van eerbied , maar ter nauwernood was ik vijf minuten bij hem , of ik gevoelde dat ikhem lief had en met hem als een vriend spreken mocht . Ik kon niet bemerken dal zijn geheugen en zijn geestkracht iels hadden geleden , al telde hij 87 jaar . Hij spreekt met het grootste gemak . zonder ooit om een woord in het Duitsch of Engelsch verlegen te zijn . Hij zat nooit langer dan 10 minuten , niet zelden om mij een boek of plaat te toonen .
« Nadat ik met hem over een reis naar Lapland en Midden-Azië gesproken had , was de tijd voor mijn bezoek toegestaan , verstreken .
« Seyffert verscheen en zeide : « Het is tijd » en ik nam afscheid .
« « Gij hebt veel gereisd ,» zeide Humboldt tot mij , « en vele ruïnen gezien , thans hebt gij er éene meer gezien . » »
En deze man , die zelf zoo ijverig werkte , stelde tevens met milde en onbekrompen hand vele anderen in staat om hunne gaven , die anders ongebruikt hadden moeten blij ven liggen , aantewenden ten nutte van de maat-schappij ( maatschappij ) . Voor vele behoeftige dienaren der wetenschap betoonde hij zich een reddende , een steunende engel .
En nog hebben wij niet alles gezegd . Niet slechts was hij geleerde , hij was ook staats-man ( staatsman ) en hoveling . Menig uur moest hij aan de vervulling zijner dubbele betrekking van geheimraad inwerkelijken dienst en kamer-heer ( kamerheer ) des Konings wijden . Geen feest werd aan het Pruisisch hof gevierd , waaraan Hum-boldt's ( Humboldt's ) tegenwoordigheid geen luister bij-zette ( bijzette ) . Bijkans geen voorbeeld kon worden aangewezen van een geleerde , die zoozeer door de fijnste beschaving uitmuntte , zoozeer door zijn geestige scherts en veelomvattende kennis de ziel der gesprekken was . Door zijn rijke wetenschap , zijne groote belezenheid , zijn juistheid van blik en uitstekende zeg-gingskracht ( zeggingskracht ) , wekte hij de bewondering van allen die zoowel uit den vreemde als uit zijn eigen land hem bezochten . Vooral omdat hij bij dit alles een edele geest toonde te wezen , die wars was van hcovaardij , vrij van alle aanmatiging , verre van te pralen met zijne uitstekende gaven . Nederig bleef hij onder alles , zelfs toen de edelsten , de geleerdsten , de aanzienlijkste mannen van zijnen tijd , ja zelfs de koning van Pruisen met de prin-sen ( prinsen ) en prinsessen van den bloede gedurende twee jaren onafgebroken de voorlezingen bijwoonden , door Humboldt te Berlijn over den ganschen kring der natuurwetenschap-pen ( natuurwetenschappen ) gehouden ; zelfs terwijl alom zijne groote verdiensten werden erkend , de beroemdste wetenschappelijke instellingen het zich eene eere rekenden hem onder hare leden te mogen tellen en niet enkele , maar honderden gouden , zilveren en bronzen medailles van alle zijden hem toestroomden en hij tot in zijn laatste levensdagen de vraagbaak der geleerde wereld bleef .
Geen wonder dat zulk een man den eer-bied ( eerbied ) en de bewondering van duizenden oogstte . Geen wonder dat bij het klimmen der jaren , ook de achting voor hem won . Wanneer bij als QOjarig grijsaard ^ en eerst in de laatste jaren begon hij eenigszins gebukt te gaan ), zich in het openbaar vertoonde of in gezelschappen bevond , werd hij steeds met de meeste onderschei-ding ( onderscheiding ) bejegend en wedijverde men om de uitstekende bewijzen van hulde te brengen . Maar wat ook zijn leven gezien had , nooit bleek krachtiger wat men voor Humboldt had gevoeld , dan in de dagen van zijn krankheid en bij zijn sterven .
Toen weinige dagen voor zijn verseheiden alle hoop op herstel vervlogen was en hij met helder bewustzijn zijn einde zag naderen , was de belangstelling in Pruisens hoofdstad algemeen , en hoogst innig ; om toen eindelijk den 10 1 -" Mei van het jaar 1859 aanbrak , de dag waarop het stoffelijk overschot ten grave moest worden gedragen , bleek op de schit-terendste ( schitterendste ) wijze hoeveel eerbied , hoeveel liefde er voor Humboldt gekoesterd werd . Een stoet van duizende personen verzamelde zich bij het sterfhuis . Daar zag men verte-genwoordigd ( vertegenwoordigd ) wat Berlijn beroemds en edels binnen haar muren had . Daar waren schier alle vreemde gezanten , deputation van alle hooge collegiën van staat , instellingen van onderwijs en wetenschappelijke genoot-schappen ( genootschappen ) . Daar was een onafzienbare rei vereerders van den ontslapene , beoefenaren van de wetenschap , — straks zette zich de stoet in beweging . Ter wederzijde was de lijkbaar omringd door studenten , die het zinnebeeld des Vredes , den palmtak , droe-gen ( droegen ) . Op verschillende punten van den stoet ruischte het lied der zangerskoren . Aan de Domkerk werd de stoet opgewacht door den toenmaligen prins-regent ( den tegen-woordigen ( tegen-woordigen ) keizer van Duitschland ) en al de prinsen van den bloede , en de pracht , waarmede de lijkdienst gehouden werd , getuigde dal hel aller streven was aan dezen vorst der wetenschap wel de laatste , maar dan toch koninklijke eer te bewijzen .
Des avonds van dienzelfden dag werd het
il -*
lijk bij fakkellicht overgebracht naar het familiegraf van het kasteel . Daar waar op een zwarte granietzuil het doorThorwaldsenuit wit . marmer gebeiteld beeld der Hoop zich verheft , rust het stoffelijk overschot van dezen grooten geest .
Den Palmtak des Vredes werd bij Hum-boldt's ( Humboldt's ) lijkstoet uitgedragen ! Juist beeld van ' t geen Humboldt deed als Geleerde , als . Mensch ! Vrede , verbroedering , vrijheid in den edelsten zin was zijn streven .
Dat werd in de herinnering verlevendigd , toen in 1800 ( 14 September ) het honderd-jarig ( honderdjarig ) feest zijner geboorte te Berlijn , in ge-heel ( geheel ) Duitschland , alom in de beschaafde wereld werd gevierd , Weinig weken na ge-lijke ( gelijke ) herdenking in Frankrijk van Napo-leons ( Napoleons ) geboorte .
Werkelijk was , zoo iemand , von Hum-boldt ( Humboldt ) een man des Vredes . Als een tusschen-persoon ( tusschen-persoon ) heeft hij velejaren geijverd tusschen zijn Vaderland en tusschen Frankrijk , gelijk lord Brougham — die , bij alle verschil van aanleg en werkzaamheid , toch in menig op-zicht ( opzicht ) hem geleek in hlakenden ijver voor wetenschap en menschenheil — de tusschen-persoon ( tusschen-persoon ) was , die vrede en vriendschap aan-kweekte ( aankweekte ) tusscften Engeland en Frankrijk .
Zulke voorbeelden leveren het . bewijs hoe enkele personen , van overwegenden invloed , nuttig kunnen arbeiden om millioenen na-tuurgenooten ( na-tuurgenooten ) te behoeden voor den geesel van den krijg en op te leiden tothooger .
Met welk een blijdschap aanschouwde von Humboldt de groote gebeurtenis , waardoor de onmiddellijke gedachtenwisseling tus-schen ( tusschen ) beide halfronden , trots de wijde klove van den Oceaan , als door een wonder werd
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer