Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 118
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 118
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
118
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
6 D E O L IJ F T A K .
standvastig karakter . En ik ? O , ik ben niets anders dan een menschelijk wezen — en ik voel het pijnlijke bewustzijn dat ik niet waard ben in een boek te worden beschreven .)
Na verloop van een half uur ongeveer , kwam de meid binnen met een pakje papier voor mij . Het was aan de deur afgegeven door een vreemdeling met een Bngelsehen tongval en een vreeselijk gezicht . Hij had zijn voornemen te kennen gegeven om later terug te komen . De meid , eene dikke domme boerin , beefde toen zij mij de bood-schap ( boodschap ) overbracht , en vroeg of ik ook iets uitstaande had met den man met dat akelige gezicht .
Ik opende het pakje . Het bevatte mijn paspoort en — den brief van mevrouw Finch .
Had hij hem geopend ? Ja ! Hij had de verzoeking om hem te lezen niet kunnen weerstaan . En wat meer is , hij had een paar regels met potlood er onder ge-schreven ( geschreven ) , van den volgenden inhoud : » Zoodra ik in staat zal zijn om u te zien , kom ik u om vergiftenis smeeken . Ik durf nu nog niet in uwe tegenwoordigheid verschijnen . Lees den brief en gij zult begrijpen waarom .//
Ik opende den brief .
Hij was gedagtcekend van den vijfden September . Ik liep vluchtig over de eerste volzinnen heen . Dankbe-tuigingen ( Dankbetuigingen ) voor mijn schrijven — gelukwenschen met het vooruitzicht van mijn vaders herstel — berichten omtrent den gezondheidstoestand van de zuigeling en de laatste preek van den predikant — nog meer berichten omtrent iemand anders . die mij — daarvan was mevrouw Finch overtuigd — belang zouden inboezemen en verheugen . Wat !!! « Mijnheer Oscar Dubourg is teruggekomen en bevindt zich nu met Lucilla te Ramsgate .//
Ik frommelde den brief in elkander in mijne hand . Nugent had mijn ergste vermoedens bewaarheid van hetgeen hij gedurende mijne afwezigheid zou doen . Wat zou de ware Oscar Dubourg , die dezen volzin te Mar-seille ( Marseille ) las , nu wel van zijn broeder denken ? Wij zijn allen sterfelijk — wij zijn allen slecht , ' t Is vreeselijk , maar ' t is waar . Voor een oogenblik gevoelde ik eene innerlijke zegepraal .
Het slechte oogenblik ging voorbij , en ik was weder goed — dat wil zeggen ik schaamde mij over mij-zelve .
Ik streek den brief weder glad en keek verlangend uit naar berichten omtrent den gezondheidstoestand van Lucilla . Waren die berichten gunstig , dan moest Lucilla mijn brief , dien ik aan miss Batchford had doen toe-komen ( toekomen ) , reeds hebben gelezen ; en zou zij hebben ontwaard op welke laaghartige wijze Nugent van de edelmoedigheid zijns broeders gebruik maakte . In dat geval zou alles weder in orde zijn ( en mijn lieveling zelve zou ' t moeten bekennen ) dank zij mijne bemoeiingen .
Nadat zij nu het nieuws van Ramsgate had verteld , ging mevrouw Finch over tot hetgeen men praatjes noemt . Zij had zooeven ontdekt ( juist zooals Oscar had gedacht ) dat zij mijn brief had verloren . Zij zou dus haar eigen brief nog onder zich houden tot den volgenden dag , op kans dat zij hem nog mocht terugvinden . Als haar dat niet gelukte , zou zij Poste-Restante moeten schrijven , op aanraden , ( niet van mijnheer Finch — daarin had ik ' t mis ) maar van Zillali , die buiten's lands familie had wonen en zelve soms van de Poste-Restante gebruik maakte . Op deze wijs babbelde mevrouw Finch luchtig voort , in haar breed onvast schrift , tot onder aan de derde bladzijde .
Ik keerde het blad om . Daar werd het schrift nog onvaster dan ooit ; twee groote vlakken ontsierden het papier : de stijl werd gejaagd en onsamenhangend . Goede hemel ! wat las ik toen ik ' t eindelijk ontcijferde ! Lees zelf , dit zijn de woorden :
// Er zijn eenige uren verloopen — ' t is nu tijd om thee te drinken — och , lieve vriendin , ik kan nauwelijks de pen vasthouden , zoo beeft mijne hand — zoudt gij ' t willen gelooven , miss Batchford is op de pastorij aan-gekomen ( aangekomen ) — zij brengt de vreeselijke tijding mede dat Lucilla met Oscar is weggeloopen — wij weten niet waarom , wij weten niet waarheen , behalve dat zij in stilte zijn heengegaan — een brief van Oscar geeft miss
Batchford daarvan de mededeeling , meer niet — och , wat ik u bidden mag kom zoo spoedig als gij kunt — mijnheer Finch wil er niets van hooren , hij zegt dat hij zijn handen in onschuld wascht — en miss Batchford heeft op nieuw , woedend op hem , het huis verlaten — ik ben verschrikkelijk opgewonden , en mijnheer Finch zegt dat ik dit op de zuigeling heb overgebracht , die maar niet wil ophouden met schreeuwen . Uwe toegenegene ,
// Amelia Finch .//
In welke toestanden ik mij ooit vroeger moge hebben bevonden , zij schenen allen nietigheden bij den gemoeds-toestand ( gemoedstoestand ) waarin ik mij bevond na de lezing van deze vierde bladzijde van den brief van mevrouw Finch . Nugent had mij en mijne voorzorgen uitgelachen . Nugent had op de laagste wijze , geheel ongestraft , Lucilla aan zijnen broeder ontroofd ! Ik schudde alle vrouwelijke ingetogenheid van mij af . Ik zette mij als een man , dwars op een stoel , en stak de handen in de zakken van mijn oehtendjapon . Schreide ik ? Laat ik u eens wat influisteren — maar vertel ' t niet verder . Ik vloekte .
Hoe lang die aanval duurde , weet ik niet . Ik herinner mij alleen dat ik werd opgeschrikt door een kloppen aan mijne deur .
Als een razende trok ik de deur open — en zag Oscar tegenover mij op den drempel staan .
Er was een blik in zijne oogen , die mij onmiddellijk tot bedaren bracht . Er was een toon in zijne stem , die mij plotseling de tranen in de oogen deed komen .
// Ik moet binnen een paar uren naar Engeland ver-trekken ( vertrekken ) ,» zeide hij . » Wilt ge mij vergiffenis schenken ? en met mij medegaan ?//
Niets anders dan die woorden ! En . toch — als gij hem hadt gezien , als gij hem hadt gehoord , toen hij ze zeide — zoudt gij bereid zijn geweest , evenals ik , naar ' t andere einde der wereld met hem te gaan , en gij zoudt hem dit , evenals ik , hebben gezegd .
Twee uren later zaten wij in den trein op weg naar Engeland .
{ Wordt vervolgd .')
C**C»?eS=<3bGS *
DE KAMEELEN .
( Met eene afbeelding .)
Buffon , de groote Fransche natuurkundige , beschouwde het kameel als een log , plomp dier , den geduldigen die-naar ( dienaar ) en slaaf van den mensch , terwijl hij uit het schijnbaar wanstaltige van dit dier , diens bult en andere bijzonder-heden ( bijzonderheden ) in zijn bouw , het gevolg trok dat het kameel het levend beeld was van eeuwen-lange dienstbaarheid . De natuuronderzoekers van onzen tijd hebben echter eene geheel andere zienswijze opgevat omtrent de ver-scheidenheid ( verscheidenheid ) van eigenschappen die het kameel geschikt maken voor het leven in de dorre , onvruchtbare woes-tijnen ( woestijnen ) , ' t zij in koude of warme streken , naar gelang van de bijzondere soorten van dit dier ; want men zou zich vergissen als men waande dat alle kameelen zonder onder-scheid ( onderscheid ) in het heete klimaat kunnen leven . Een dorre , zandige of rotsige wildernis , zelfs bij uitersten van hitte of koude , is het geschikte verblijf voor kameelen van deze of geene soort , en elke bijzonderheid van hunnen bouw staat in verband met het karakter der woestenij waarin deze of geene soort thuis behoort .
In de eene of twee bulten of eigenlijk vetklompeu is
een voorraad van voedsel verzameld , het overtollige
als ' t ware van een jaargetij van overvloed , om in
den tijd van schaarsheid in het , lichaam over te gaan ;
en niet alleen is de derde van de vier magen van andere
herkauwende viervoetige dieren bij de kameelen ( ge -
; lijk in hun Zuid-Amerikaansche verwanten , de lamas
j en alpacas ) in een vergaarplaats tot het inhouden van
| water veranderd , maar het ingewand is zoodanig be -
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer