Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 91

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 91
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
91
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
3
verklaring van een heertje als van Kuik , tot genoemde edelen zich wendende uit :
« Welnu ! welnu , mijne hoeren ! waar zal ik thans heen ! De heer van Kuik wil mij uit mijn land jagen . Maar als dat gebeurt , zal er wel niemandinblijven !»
Ook van Amstel en van Woerden lachten , maar toen zij buiten de zaal waren zeiden zij fluisterend 1ot elkander : « De trotsche dwaas moge nu lachen , ha ! hij zal spoedig treuren ; hij loopt in den val !» en bij deze woorden lag er andermaal een grijnslach op hun gelaat .
« Ga gerust naar uw heer terug ,» zeide Floris tot den van angst sidderenden pries-ter ( priester ) , « en zeg hem dat ik zijne oorlogsverkla-ring ( oorlogsverklaring ) niet vrees .»
Met deze woorden liet hij den kapelaan ongedeerd vertrekken en keerde tot zijne schoone Katharina terug , aan wie hij het gebeurde lachend mededeelde , en hoezeer deze hem dringend verzocht toch vooral voorzichtig te zijn , omdat van Kuik zeker vele bondgenooten onder de edelen in Hol-land ( Holland ) , Zeeland en ' t Sticht zou vinden , — de moedige graaf dreef met alle vrees en alle waarschuwing den spot , en dacht niet ver-der ( verder ) aan deze hem zoo weinig beteekenend voorkomende zaak . De edele man , die zelf oprecht was en op de trouw zijner schijn-vrienden ( schijn-vrienden ) bouwde , vreesde geen verraad . Daardoor had dit te meer vrij spel , en kwam het tot de vreeselijkste ontwikkeling , tot eene handeling , waarvoor de menschheid moet terugdeinzen en huiveren .
{ Wordt vervolgd .)
<-^ SS€^X^^i ^
MISS EIïïCH ,
GE AHMH BLfHGE ,
Een verhaal uit het dagclijksch leven ,
DOOR
WILKIE COLLINS .
TWEEDE GEDEELTE . VIER EN VEERTIGSTE HOOEÜSTUK .
VERVOLG VAN LTJCILLA's DAGBOEK .
& September . — Deze dag telt onder de treurigste dagen mijns levens . Oscar heeft mij mevrouw Patrolur.go in ' t ware licht doen kennen . Hij heeft die ongelukkige zaak met eene duidelijkheid uiteengezet , die onmogelijk is tegen te spreken . Ik heb mijne liefde en mijn ver-trouwen ( vertrouwen ) aan eene valsche vrouw verspild ; zij heeft geen eergevoel , geene dankbaarheid of kieschheid in haar karakter . En ik heb kunnen gelooven — ik kan er niet aan denken ! Ik wil haar niet weerzien .
{ Noot — Is ' t u ooit voorgekomen dat gij met eigen hand zulk een oordeel over uw eigen karakter hebt moeten overschrijven ? Ik kan u dat gevoel als iets geheel nieuws wel aanbevelen , en u de verzekering geven dat de verzoeking om er zelve een paar regels bij te voegen , bijkans voor geen sterveling is te weer-staan ( weerstaan ) . — P .)
Zooals wij hadden afgesproken , ontmoetten Oscar en ik elkander om elf uur op het duin .
Hij ging met mij naar de westzijde van de haven . Op dat uur van den ochtend ( behalve een paar matrozen , die geen acht op ons sloegen ) was de plaats geheel verlaten . Het was een der schoonste dagen van ' t seizoen . Toen wij eindelijk vermoeid waren van ' t op en neer drentelen , konden wij ons in den zachten zonneschijn neervlijen en de zilte zeelucht inademen . In dat heldere
licht , met al die fraaie kleuren in ' t rond , was er naar mijne meening iets afschuwelijks on ongepast in het gesprek dat ons bezighield — een gesprek dat verschei-dene ( verscheidene ) uren lang over niets anders liep dan logens , samenspanningen , wreedheid , ondankbaarheid en bedrog ! Ik richtte mijne eerste vraag zoodanig in , dat ik hem dadelijk op ' t onderwerp bracht — zonder tijd te verliezen in losse woorden om mij voor te bereiden op hetgeen ik zou moeten hooren .
« Toen tante , gisteren aan tafel van dien brief sprak ,// zeide ik , // meende ik op te merken dat gij er al iets van wist . Had ik gelijk ?//
// Zoo ongeveer gelijk ,'/ antwoordde hij . // Ik kan juist niet zeggen dat ik er iets van wist . Ik vermoedde alleen dat het ' t werk was iemand die u en mij vijandig is .// // Toch niet mevrouw Patrolungo ?// // Juist ! Mevrouw Patrolungo .//
Ik was ' t in den beginne niet met hem eens . Mevrouw Patrolungo en tante hadden met elkander woorden gehad over de politiek . Eene briefwisseling tusschen haar beiden — en nog wel eene geheime briefwisseling scheen mij toe een van de onmogelijkste dingen te zijn . Ik vroeg Oscar of hij ook kon gissen wat er in den brief stond , en waarom mij die niet kon worden ter hand gesteld voordat Grosse mij voor volkomen hersteld verklaarde . // Ik kan niet raden wat er in staat — maar wel met welk doel die brief geschreven is ,// zeide hij . // En welk is dat doel ?/'
// Het doel dat zij van den beginne af heeft beoogd — om alle mogelijke hinderpalen tegen ons huwelijk in den weg te stellen .//
/' Maar welk belang kan zij daarbij hebben ?" // Het belang van mijn broeder .// // Vergeef mij , Oscar . Maar ik kan zoo iets niet van haar gelooven .//
Wij liepen op en neer terwijl ik deze woorden zeide . Toen ik dat zeide bleef hij staan en keek mij strak aan . // En gij hebt ' t wel geloofd in uw antwoord op mijn brief ,» zeide hij . Ik erkende dit .
// Ik geloofde uw brief ,// hernam ik ; // en ikdeeldeuwe meening nopens haar zoolang zij in t zelfde huis met mij was . Haar bijzijn verhoogde mijn ergernis en afkeer van haar op eene wijze , waarvan ik mij geen reken-schap ( rekenschap ) weet te geven . Nu zij mij heeft verlaten — nu ik tijd heb om na te denken — is er iets in hare af-wezigheid ( afwezigheid ) dat voor haar pleit , en mij met twijfelingen foltert of ik wel goed heb gehandeld . Ik kan ' t niet uitleggen — ik begrijp ' t zelve niet : ik weet alleen dat ' t zoo is .//
Hij keek mij nog oplettender aan . // Uw goede mecning van haar moet wel vast geworteld zijn geweest , om nog niet geheel aan ' t wankelen te zijn gebracht ,* zeide hij . // Wat heeft zij eigenlijk gedaan om dit te verdienen ?" Als ik al mijne oude herinneringen van haar had geraad-pleegd ( geraadpleegd ) , en mij die een voor een voor den geest had gebracht , zou ik stellig aan ' t schreien zijn geraakt . En toch voelde ik dat ik , zoolang ik kon , haar de hand boven ' t hoofd moest houden .
// Ik zal u zeggen wat zij heeft gedaan ,// zeide ik , // nadat ik uw brief ontving . Gelukkig voor mij , was zij dien morgen niet heel wel en gebruikte zij haar ontbijt in bed . Ik had ruimschoots tijd om mij te herstellen en Zillah te roepen fdie mij uw brief voorlas ) voordat wij elkander dien dag voor ' t eerst ontmoetten . Den vorigen dag , had ik mij beleedigd en geschokt gevoeld door de wijze waarop zij uw vertrek van Bruinheuvel veront-schuldigde ( verontschuldigde ) . Ik dacht dat zij mij niet met hetzelfde ver-trouwen ( vertrouwen ) behandelde , dat ik in haar gesteld zou hebben als onze verhouding omgekeerd was geweest Toen ik haar de volgende maal zag , nadat ik uwe waarschuwing had ontvangen , vroeg ik haar om vergiffenis en zeide ik haar alles wat ik dacht dat zij onder de gegevenomstandigheden van mij verlangde . In mijne opgewondenheid en smart , durf ik wel zeggen dat ' t mij inspanning kostte .
Ik moet toch zeker ' t vermoeden in haar hebben opge-wekt ( opgewekt ) dat er iets niet richtig was . Zij vroeg mij niet alleen of er iets was gebeurd , maur zeide mij zelfs in
zoovele woorden , dat zij eene verandering in mij meende te bespeuren . Ik sloot haar den mond door te verklaren dat ik haar niet begreep . Zij moet gezien hebben dat ik onwaarheid sprak , zij moet even goed als ik geweten hebben dat ik iets voor haar verborgen hield . En toch kwam er geen woord meer over hare lippen . Een gevoel van kieschheid — ik zag ' t even duidelijk op haar gelaat , als ik u nu zie — een gevoel van kieschheid deed haar zwijgen ; zij zag er treurig en geschokt uit . Sedert ik hier ben , heb ik over dien blik nagedacht . Ik heb mij zelve afgevraagd ( hetgeen mij toen niet te binnen schoot ) of eene valsche vrouw , die zich zelve van schuld bewust was , zieh zoo zou hebben gedragen . Een valsche vrouw zou zeker haar list tegenover de mijne ge-steld ( gesteld ) , haar best gedaan hebben om uit mij te krijgen wat mij eigenlijk op ' t hart drukte . Dat kiesche zwijgen , die treurige blik , zullen voor haar blijven pleiten wanneer ik in hare afwezigheid aan haar denk ! Ik ben er niet zoo overtuigd van als vroeger dat zij het laaghartige schepsel is waarvoor gij haar wilt doen doorgaan . Ik weet dat gij niet in staat zijt mij te bedriegen — ik weet dat gij meent wat gij zegt . Maar is ' t niet mogelijk dat ge u door den schijn hebt laten bedriegen ? Zijt gij er wel zeker van dat ge u niet vreeserijk hebt vergist ?"
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer