Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 71

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 71
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
71
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
1
van welke het middenschip zich ver boven de andere verheft , — zoo ook drukken alle lijsten en voetstukken , alle nissen en bogen , ja zelfs de grootste houtsnijwerken der bidstoelen , dien drang naar boven uit , waarin het wezen der Gothisehe bouwkunst en haar geheimzinnige tooverkracht ligt ; zij doen het gemoed van den toe-schouwer ( toeschouwer ) ontzettend aan en dwingen hem zich te wenden tot den Eeuwige ! Tallooze zijkapellen , waarvan elk aan een anderen heilige is gewijd , beantwoorden aan de door de Spanjaarden zoo geliefkoosde vereering der be-schermheiligen ( beschermheiligen ) . De voornaamste dezer kapellen zijn de door den kardinaal Ximenes gebouwde Capella mo-zarabe ( mo-zarabe ) , voor de Mooren bestemd , die tot het Chris-tendom ( Christendom ) toetraden , en de Capella des los Reyes , met de grafgesteenten van vele koningen .
Behalve door zijne gebouwen is Toledo altijd nog merkwaardig door zijne zwaardfabrieken . Ofschoon die niet meer zoo bloeien als weleer , hebben de klingen naar deze aloude Spaansche stad genoemd , nog altijd hunnen naam gehandhaafd .
DE HEER FERGUSON .
— ™ x »« —
In berichten uit Curacao leest men :
" Naar men met zekerheid verneemt , heeft de Gezag-hebber ( Gezaghebber ) van Aruba , de hetr J . H . . Ferguson , wiens beantwoording eener prijsvraag van het Pruisisch Hoofd-Comité ( Hoofd-Comité ) ter Berlijn , voor de verpleging van gewonden in oorlogstijd met 100 Friedrichs d'or bekroond werd , de kroon op zijn mensehlievenden arbeid gezet , door het verzoek aan den Minister van Koloniën om den behaalden prijs te doen uilkeeren aan den Pruisischen Minister van oorlog te Berlijn , ten einde te worden aangewend ten voordeele van de weduwen en weezen der in den oorlog gesneuvelde militairen .
verder verneemt men , dat de Heer Ferguson van het Nederlandsche Hoofd-Comité ( Hoofd-Comité ) van het Roode Kruis een zeer vleijend schrijven heeft ontvangen , waarbij de geheele Nederlandsche Vereeniging ham dank zegt voor de wijze , waarop hij de eer van Nederland in de zaak der prijsvraag heeft opgehouden en besldt met de woorden :
« Terwijl honderden in Nederland thans naar de slag-velden ( slagvelden ) snellen , om gekwetsten te helpen , en de giften uit alle oorden des lands zamenvloeijen . toont uw arbeid , dat waar Nederlanders in verre gewesten van de gelegen-heid ( gelegenheid ) verstoken zijn om persoonlijk hulp te betoonen , hun hart en hoofd 1och ten dienste zijn van de sehoone instelling van het Roode Kruis .»
** D**^L>£*>1L >
Op Vrijdag den 24en dezer zal het te Amsterdam gekozen Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Vredeverbond , dat te ' s Gravenhage zijn zetel moet hebben , zich daar komen constituceren . Men weet dat de gekozenen zijn : de heeren Jhr . mr . J . de Bosch Kemper , de hoogleeraar mr . Asser , mr . J . Domela Nieuwenhuis , ds . Laurillard en ds . Pantekoek , allen te Amsterdam , benevens ds . Keiler van Hoorn , te Dord-recht ( Dordrecht ) ; voorts te ' s Gravenhage zelf de heeren dr . Bleeker , mr . D . van Eek , Leon Eathoven en dr . Wap , terwijl nog in twee ontstane vacaturen , namelijk die van de heeren « ir . van Delden , te Deventer en F . N . de Charro alhier , zal behooren te worden voorzi en . De onderwerpen , die in deze zitting aan de orde zullen komen , zijn talrijk en van belangt doch allereerst zal men hebben over te gaan tot de keuze van de gewone leiders en uitvoerders • der besluiten van het Hoofdbestuur , als waardoor zijne werking naar buiten ordelijk geregeld worde , ter bevorde-ring ( bevordering ) van een goeden gang van zaken .
BINNENLANDSCH OVERZICHT .
den haag , 20 Februari 1871 .
Onder onze tegenwoordige letterkundigen bekleedt onze stadgenoot Cremer zeker eeue eerste plaats . Hij is inderdaad een schrijver van uitnemend talent . En wat vinding , èn wat natuurschildering , èn wat frisehheid van opvatting betreft is hij zeker de primus inter pares . Zoek bij hem geen verbeeldingskracht als bij Dante of Milton ; geen allesomvattende denkkracht als bij Göthe of Bilderdijk . Neen ! Cremer is vooral de man van gevoel . Hij weet de goede en de kwade eigen-schappen ( eigenschappen ) der menschelijke natuur zóó forsch en tevens zóó volkomen te schetsen dat ieder zijner geschriften een klein genre-stukje gelijkt , een prettig schilderijtje voor huiskamer of salon . Cremer's grootste kennis is mensehenkennis . Van die kenni ? weet hij , fijn opmerker , op uitnemende wijze partij te trekken . Hij heeft de innerlijke roerselen van ' t mensehelijk gemoed bespied ; hij heeft de oogen der menschen bestudeerd en is daardoor met hunne zielsaandoeningen vertrouwd geraakt ; zijne figuren zijn geen ijzerdraadjes , door de fantazie in beweging gebracht , geene kunstbloemen , die alleen ' t oog verrukken , geene dwergen en geene reuzen : — neen , zijne figuren zijn natuurmenschen , karakters , aan de werkelijkheid ontleend : levensgroot , of liever nietig klein staan zij voor u — de menschen , gelijk gij en ik ze dagelijks ontmoet , den veinzaard , die liefde huichelt om het totaal zijner aardsche goederen te vermeerderen :■ — den trotschaard , die alles aan zijn hoogmoed opoffert , totdat eene treurige levens-ervarine hem plotseling uit zijn droom doet ontwaken : — in één woord , de zonde in al hare graden en schakeeringen , maar ook de deugd in al hare schoonheid en beminnelijkheid — de zelfzucht , maar ook de zelfopoffering der menschen , zoo - -als ( als ) wij haar met iederen dag kunnen gadeslaan , wij vinden ze bij Cremer terug , geïdealiseerd door het palet van den schilder — en wanneer hij zelf voordraagt met
Cremer maakt geene aanspraak op den humor van Dickens of Thackeray ', ofschoon in sommige zijner novellen de humor wel eens tusschen de reten van zijn verhaal komt doorkijken , maar zijn grootste streven en verdienste tevens is — zeden-dichter te zijn . Hij begrijpt dat de gaven , hem geschonken , het eerst behooren dienstbaar te worden gemaakt aan de verbetering , de veredeling , de beschaving van ons volk ; hij streeft er blijkbaar naar , wat hij , geloof ik , thans nog niet is , maar wat hij eenmaal worden zal , indien al zijne werken onder ieders bereik kunnen komen : volks-schrijver te zijn . Eerst dan zal zijn invloed tot het gansche volk doordringen .
Niets , wat menschelijk is , blijve den mensch vreemd , zeide Terentius : — niets wat tot de maatschappij behoort , zou men eveneens kunnen zeggen , blijve vreemd aan den dichter , die ons de hartstochten , welke de maatschappij doen gisten en koken , aanschouwelijk tracht voor te stellen . Ook hier moet de novellen-schrijver zijn taak vervullen . Of wie zal den krachtigen invloed mis-kennen ( miskennen ) , dien ten allen tijde mannen van geest en talent hebben uitgeoefend op de oplossing van maatschappelijke vraagstukken ? Wat Beecher Stowe vermocht , waar ' t gold in Amerika den mensch van de overheersching zijns medemenschen te bevrijden : — zou Cremer ' t met zijn zeldzaam talent niet ook kunnen beproeven , waar de gezondheid der fabriekskinderen door overmatige lichaams-inspanning ( lichaamsinspanning ) wordt verwoest ?
Cremer heeft nu onlangs een nieuw maatschappelijk vraagstuk behandeld , een vraagstuk van den meest uit-gebreidst ( uitgebreidst ) ! aard .
iiUe oorlog een noodzakelijk kwaad .»
Ziedaar een vreemd opschrift voor eene novelle , die in den regel den naam draagt van eene hoofd-figuur . De novelle had ook « Pierre Toulemaire » kunnen heeten , maar de rol van dezen held is te spoedig afgespeeld . Wij
hebben hier eigenlijk niet met eene novelle te doen , waarin de denkbeelden in de personen zijn belichamelijkt , maar wel met een tendenz-geschrift . Het zijn niet de helden , de karakters , die handelend optreden en uit wier houding en samensprekingen de gedachte zich ont-wikkelt ( ontwikkelt ) ( de ware taak van den romanschrijver ), maar het is Cremer zelf , die verhaalt , die op zijn palet de schoonste kleuren weet te tooveren , het is Cremer zelf , die alleen dezen vorm der novelle kiest om een warm pleidooi tegen den oorlog uit te slingeren .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer