Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 60
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 60
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
60
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
eene taal was zij bij dezen cavalier , die ' t leven als eene scherts behandelde , niet gewoon . De fijne , spottende trek om zijnen mond was verdwenen en zij bekende zich zwijgende , dat hij de waarheid gesproken had . Maarzij gaf er geen antwoord op . Andere , heftiger hartstochten bewogen haar in dit oogenblik en ' t stuitte haar boven-dien ( bovendien ) ontrouw te zijn . Nog behoorde zij aan Barras en voor haar bestond dus geen andere beminde . En niet de liefde wekte haar thans , maar de haat .
« Wees mij een vriend ," zoo ving zij na eene poos aan en reikte Gondy de hand , " en laten wij aan het gewichtigste denken : aan uwe zending ."
De markies knikte toestemmend .
» Wij moeten den generaal Bonaparte pogen onschadelijk te maken ," zoo voer zij vervolgens met schrille , door-snijdende ( doorsnijdende ) stem voort , zooals alleen de hoogste opge-wondenheid ( opgewondenheid ) van den haat , die tot daden wil overgaan , doet vernemen . " Dat is de hoofdzaak !"
" Gij meent toch niet "
De heer de Gondy maakte daarbij eene beweging , die een dolksteek beteekenen moest . Clemence wierp vol afschuw haar hoofd terug .
" Moorden ?" riep zij . ffHoe kunt gij mij tot zulk een gedachte in staat oordeelen ! Eoei , daarvan kan geen sprake zijn en er zijn andere middelen , om het doel te hereiken . Over-leg ( Overleg ) eens ; ik zal ' t ook doen . Vrijdag komen de " Broeders " te zamen , dan kan men zich over de zaak verstaan ; want alleen kunnen wij toch niets afdoende uitrichten . Zorg gij voor een plan , markies , ten einde den generaal uit Parijs te troonen , hem te doen ver-dwijnen ( verdwijnen ) . Ik zal mij in de straat du Bac doen vin-den ( vinden ) .
// Gij Clemence ?" vroeg de markies verrast en niet zonder onrust .
" 6 Vrees niets . Ik kom onbekend , in mansklee-ding ( mansklee-ding ) ."
Haar kamenier trad r ^ ;
binnen en diende aan : " den minister van politie Fouché !" — Met ont-zetting ( ontzetting ) vernamen beiden dezen naam ;
// De minister van politie ?" vroeg Clemence alsof zij niet juist gehoord had . « Mijn God , wat wil die bij mij ? Zeg hem ," zoo gelastte zij ' t meisje , " dat ik bezig ben , dat ik het betreur , dat ik hem thans niet ontvangen kan ."
De kamenier verliet het vertrek met dit bescheid .
// Eouché ! " riep nu Gondy verschrikt uit . " Zou men ook eene vervolging van politiewege bedoelen ? Wie weet , besie vriendin , wellicht heeft Barras u nog dien gevaar-lijken ( gevaarlijken ) mensch op den hals gezonden ! Gij zijt verraden ."
» Och , wat spreekt gij toch !" hernam zij , ofschoon in onmiskenbare onrust . " Gij weet dat ik zooeven van Barras ben gekomen . Wat denkt ge wel van hem ! "
" Alles is " mogelijk , Clemence ! of zou Fouché op eigen verantwoordelijkheid komen ?"
" Dat zou hij niet wagen , zoolang Barras mij beschermt . Ik had toch beter gedaan naar ' t doel van zijn bezoek te vragen .. .. Maar dat gij juist hier zijt ...."
Het kamermeisje kwam nogmaals in de kamer en berichtte , dat de minister van politie dringend ver-zocht ( verzocht ) te worden ontvangen ; hij zou in de voorkamer ■ wachten .
// Goed dan ," zei Clemence vastberaden » laat den burger-minister van politie binnenkomen ! " En toen het meisje weer vertrokken was , zeize tot de Gondy : »' t Kan
niet anders ! ' t Is nog het beste maar , dat men't gevaar ' t hoofd biedt ."
ii Doch mijne aanwezigheid is noodlottig , " werkte de markies op .
" Waarom ? Laat Eouohé's speurzin dit maar niet merken . Gij kent mij toch ; nu gij zijt hier te bezoek . Maar vergeet den Vrijdag niet ," fluisterde Clemence hem toe .
De vleugeldeuren openden zich en daar zag men Eouché met zijn loerend , in de zoetste vriendelijkheid geplooid gezicht .
Clemence deed , alsof zij den heer de Gondy ten afscheid groette , en wel op de ceremonieelste wijs ter wereld . De markies boog en ging naar de deur toe .
" Ah , markies de Gondy !" sprak Eouché met zekeren spot , terwijl hij hem ter zijde trad en hem groette .
De markies hield zijn strak gezicht , groette terug en verliet het boudoir .
" Wat verschaft mij de eer ? " vroeg nu Clemence den burger Eouché , nu zij hem met fierheid , maar toch niet zonder hartklopping tegemoet trad .
De minister van politie hield , zoo gedwongen vriendelijk
BOÖBPLECHTIGHEID IN OE RUSSISCH » kK.ltK . ( Zie bi /.. 6 )
mogelijk , zijne strakkijkende oogen op Clemence ge-richt ( gericht ) .
" Het doel mijner komst , burgeres ," hervatte hij ," is niets minder dan mij van u te verzekeren . Vergeef mij , dat ik de vrijheid genomen heb , u op te zoeken ...."
Clemence was over deze woorden , waaraan zij een verkeerden zin hechtte , zeer ontsteld . Zij verbleekte en viel den minister in de rede .
" O , gij zoekt u nutlig te maken ! Weet de Directeur Barras daarvan ?
Fouché meesmuilde . De verwarring in de trekken der schoone dame viel hem in ' t oog , en meer nog de be-klemde ( beklemde ) wijze waarop zij hem in de rede gevallen was . Dadelijk dacht hij , dat Clemence en Gondy door zijn bezoek onaangenaam verrast moesten wezen , dat bijgevolg tusschen die beiden iets van geheimzinnigen aard besproken moest zijn . ' t Was juist zoo moeielijk niet , dit besprokene met het waagstuk van Barras in verband te brengen , en Eouché was te zeer politieman , dan dat hij in dit oogen-blik ( oogenblik ) de aanleiding van zijn verzoek niet zou hebben vergeten , om het gruwzaam genoegen te smaken , den beambte in werkelijken dienst te spelen .
" De Directeur Barras ?" hernam hij daarom met een vossengrijns . " Wat zou hij weten ? Ik kom zooeven van hem af ."
" Zooeven ? Burger-minister van politie , gij misleidt
mij . Voor nog geen uur , bevond ik me bij hem ," zoo poogde Clemence de vraag Ie ontwijken .
" Wel zoo . . . dan moet ik voor u daar geweest zijn . ' t Zal zoo wat twee uren geleden wezen !»
" Maar mijn hemel , wat wilt ge dan ?" vroeg zij ongeduldig .
* Wanneer ik me niet vergis , mevrouw , zoo was ik reeds in de gelegenheid u dit aan te duiden . Er zijn " zoo voegde hij er bij , terwijl hij zijne oogen doorborend op haar richtte , " heden morgen vreemde dingen gebeurd ." " Wat gij zegt , gij maakt mij nieuwsgierig , burger-minister ( burgerminister ) van politie .»
a Inderdaad ? Och , u moest u toch niet zoo onwetend houden ! Burger Barras heeft vertrouwen in u en herinner u dezen nacht , op de soiree ...."
Clemence was overtuigd , dat Fouché gepoogd had haar in verhoor te nemen . Zij werd verlegener en de minister merkte dit maar al te goed .
" Gij zwijgt ?» ging hij voort ." Gij hadt mij wel in't vertrouwen kunnen nemen , om zeer onaangename dingen te kunnen verhoeden . Ik had dezen morgen eene zware taak . ..."
" Daarvan ben ik over-tuigd ( overtuigd ) ," antwoordde zijj « doch ik kan mij niet verklaren waarom gij me die halve meêdeelingen doet ."
" Halve medcdeelingen?Mevrouw , is dit u nietvoldoende , om u te on-derrichten ( onderrichten ) dat ik allesweet , dat alles in mijnehanden gekomen is ? In-dien ( Indien ) ik niet zoo voor-zichtig ( voorzichtig ) ware geweest,dan hadden wij misschienthans eene omwentelingte Parijs en DirecteurBarras , welliehl ookgv ; zaten in de gevangenis."Clemence , die nietsvan ' t voorgevallene wist,,hoorde Eouché met toe-nemende ( toenemende ) verbazing aan . . Zij had hare zelfbeheer-sching ( zelfbeheer-sching ) herwonnen en ^ haar geest zocht het doelH van Eouché's lokkende ~~ ' ^ woorden te doorgronden .
Op haar gewonen , onbe-vreesd ( onbevreesd ) en torn , uit de hoogte , hernam zij dus : " Daarvoor zal de Directeur Barras u zeer veel dank verschuldigd zijn ."
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer