Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 58

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 58
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
58
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
2 D E O L IJ F T A K .
buiten hot bepaalde opzet van personen om , den prijs des arbei&s .
Wat nu de werkman zou kunnen doen om dien algemeenen toestand te wijzigen , willen wij hier niet behandelen ; wij zou-den ( zouden ) dan moeten treden in afgetrokken voor-stellingen ( voorstellingen ) van een tijd en van toestan-den ( toestanden ) , die vooreerst wel nog niet onder het bereik van onzen arbeidersstand zullen lig-gen ( liggen ) . De eerste vijanden van de weivaart onzer arbeidersklasse staan in onze onmid-delijke ( onmid-delijke ) nabijheid . Het zijn de belemmerin-gen ( belemmeringen ) der wet builen den werkman en het is de armoede aan het voor den arbeid noodige kapitaal bij den werkman zelven ; de poging dus om de eersten weg te nemen , en het laatste zich te verschaffen , dat is het , wat de werkman zelf doen kan tot verhooging van zijn loon .
Hoe hoog zal wel het dagloon moeten , zijn ? Dat is niet mei nauwkeurigheid te zeggen . Hetzelfde loon is niet gelijkelijk vol-doende ( voldoende ) in alle omstandigheden . Een gulden is niet altijd evenveel waard . Wat spreken de ouden onder ons niet gaarne van dien goeden ouderwetschen tijd toen een kilo vleesch een kwartje kostte ! De duurte der levensbehoeften bepaalt de waarde , die het dagloon heeft . De meeste werklieden zullen met behoud van hun loon armer zijn in da-gen ( dagen ) van mislukking van den oogst , oorlogs-rampen ( oorlogsrampen ) , enz . De fijnere ambachten , voor wier uitoefening grootere vaardigheid noo-dig ( noo-dig ) is , zullen zeer ligt , in zulke omstandig-heden ( omstandigheden ) hoogerloon geven , omdat de meesters hunne bepaalde werklieden behouden moe-ten ( moeten ) . Maar bij duurte van levensmiddelen zal men voor dezelfde som zich minder levensbehoeften kunnen verschaffen , en dus armer zijn . Belasting op de eerste levensbe-hoeften ( levensbehoeften ) is een van de eerste wettelijke be-lemmeringen ( belemmeringen ) , wier wegneming het werk is der wetgevende macht . Deze wordt door het volk gekozen , en bovendien heeft ieder bur-ger ( burger ) het recht om die wegneming langs wet-tigen ( wettigen ) weg te verzoeken . De ophefling der aecijnsen op eerste levensbehoeften , de ver-meerdering ( vermeerdering ) ' van de belasting der weelde , die meer en meer in ons vaderland worden na-gestreefd ( nagestreefd ) , moeten den arbeidersstand ten goede komen .
Maar er is nog iets . De arbeider moet een vrije arbeider zijn , en althans moet de staats-wet ( staatswet ) van hare zijde de vrije mededinging niet onmogelijk maken . Is de arbeider door ge-brekkig ( gebrekkig ) onderricht of om andere redenen niet krach lig genoeg om in dien wedstrijd van het beroep zijn welstand te ontwikkelen , de regeering moet van harentwege die vrije mededinging niet sluiten . De besehermende rechten moeten afgeschaft worden . Voort-brengselen ( Voortbrengselen ) uit den vreemde moeten niet langer invoerrecht betalen , opdat de inland-sehe ( inland-sehe ) werklieden hun fabrikaat tegen den hun passenden prijs zouden kunnen afzenden . Handelde de regeering zoo met alle artike-len ( artikelen ) , dan zou alles duurdei - worden en we-derom ( wederom ) het meest vaste dagloon niet toerei-kend ( toereikend ) zijn . Worden di beschermende rechten opgeheven , dan krijgt men een natuurlijken loop van zaken . Ieder land vervaardigt dat , waartoe de bouwstoffen binnen zijn eigen grenzen aanwezig zijn , het best en het voordeeligst . En de handelaar laat onge-hinderd ( ongehinderd ) invoeren wat het buitenland beier maakt , en ook hier levensbehoefte is . Niet een man , niet een volk kan alles ; in onze ongehinderde snelle gemeenschap ligt onze kracht .
Maar dan ook moet een regeering niet bij de wet voor het staande leger , en de veel-vuldige ( veelvuldige ) oorlogen , de beste klachten aan de natie onttrekken . In dit opzicht zal het overwinnende lJuitschland , dat zijn edelste en wakkeisle zonen bij duizenden heeft , laten slachten , vooreerst nog wel niet in slaat zijn de oude welvaart in het nieuwe Duilsche keizerlijk te doen herleven . De
overwinning van Frankrijk zal blijken al te duur gekocht Ie zijn .
Op de opheffing dezer belemmeringen moet hel volk aandringen . En die der laatst-genoemde ( laatstgenoemde ) wordt dooi ' de tijdsomstandig-heden ( tijdsomstandigheden ) ons zoo nadrukkelijk gepredikt . Maar nooit mag de regeering een bepaald dagloon vaststellen bij de wet . Gesteld eens : het dagloon werd ouder ons voor ieder beroep op f .) ' s weeks bepaald . De arbeidende stand Zjii er-niet ( erniet ) wel bij varen , en dit om de volgende redenen .
De baas betaalt dus meer . De uitschotten , die hij te doen heeft , vóór hij zijn artikel aan de markt brengt , zijn derhalve gestegen , en zal hij die meerdere uitschotten bij den verkoop van zijn artikel terugkrijgen , dan moeten vanzelf die artikelen duurder wor-den ( worden ) . De bakkersknecht bij voorbeeld zal met hooger weekloon er niet op verbeteren , in-dien ( indien ) hij zijn brood niet ten geschenke ont-vangt ( ontvangt ) , want de baas , al is hij ook tevreden met matige winst , is verplicht zijn meer-dere ( meerdere ) uitgaven aan arbeidsloon terug te ontvangen juist door den hoogeren prijs van het brood . En zoo ook met alle andere levensbehoeften . Verder , voor dit vastge-stelde ( vastgestelde ) loon zou dus ieder werkman hetzelfde moeten verrichten , arbeid en loon zouden niet evenredig zijn , en de regeering alzoo cene premie aan de luiheid uitreiken .
Eindelijk : iedere baas of fabrikant heeft slechts een bepaald aantal werklieden noo-dig ( noo-dig ) . Moei hij hooger loon geven bij de wet , dan dankt hij er enkelen af , want hij kan maar eene bepaalde som aan arbeidsloon be-steden ( besteden ) ; die weggezonden werklieden zullen overal overtollig zijn , en de loonverhooging bij de wet zal niet alleen werkeloosheid bevorderd , maar ook armoede en bede-larij ( bedelarij ) vermeerderd hebben . Wat de regeering doen kan , of liever , wat het volk , dat de regeering kiest , doen moet , is gezegd . De wet stelle geene belemmeringen aan den arbeid . Onder ons is misschien de dagnabij , waarop de hatelijke pa'ent-belasling , zoo niet afgeschaft , dan toch belangrijk ge-wijzigd ( gewijzigd ) wordt . Die belasting loch is niets andeis dan eene boete , die de werkman aan den Staat vooruit betalen moet voor het recht om te arbeiden , eer hij nog weet of die arbeid wel voldoende zal wezen om te voorzien in zijne behoeften . Belasting op de weelde is natuurlijk , en wordt uit den over-vloed ( overvloed ) gemakkelijk opgebracht . Maar bo-venal ( bovenal ) beslaat in de rij der belastingen de boete op de onzedelijkheid een breede plaats . Wie lust heeftom te arbeiden aan de verwil-dering ( verwildering ) zijns naasten , wie bereid is te leven van de vordierlijking zijner medemensclien , die boete zwaar in zijne beurs,welke in onze cl]ristelijke(''?)maatschap[)ij bij den bordeel-houder ( bordeelhouder ) overvloediggevuld wordt,Niet slraf-feloos ( slraf-feloos ) mag de arbeider onder ons door dron-kenschap ( dronkenschap ) en ongebondenheid wanorde zaai-jen ( zaai-jen ) in de maatschappij . Maar wat wij ook mogen doen voor het wegnemen van uit-wendige ( uitwendige ) belemmeringen , de werkman moet boven alles zich zelven helpen aan het kapi-taal ( kapitaal ) voor den arbeid benoodigd . Dat kan hij .
( Ifurill vercolyd .)
GEDACÏITEN-MOZAIEK .
Do linop is een denkbeeldige rust tusschen verlangen en bezitten .
*
Alle vcrccnigiiigen zijn nog geen gezelschappen , zoo miu als alle mozaïeken schilderijen .
De sluwhc'd staat tot de bekwaamheid als de bastaard tot liet wettige kind .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer