Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 54

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 54
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
54
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
HET HOEKJE VAN EEK HAARD ,
H . H . NIEMANN ( 1 ).
Bracht later tijd soms weemoed in mijn zangen , Reet ook het lot mijn bloemenkrans aan stuk , Daar gloeiden ' t eerst mijn vurigst , zielsverlangen , Mijn zucht naar roem , mijn droomen van geluk ! Aan ' s vaders borst en hangende aan zijn lippen , Hief daar de knaap , het tintlend , vorschend oog , De ziel , die vaak een bede liet ontglippen , In vast vertrouwen naar omhoog !
Eene Kozakken-liruiloft .
UIT HET DAGBOEK VAN EEN RUSSISCH OFFICIER .
( Met eene gravure )
Wat zijt gij schoon , gij droom vol idealen ,
Die ' t hart verheft in dartle Eantazy ;
Die ' t kleurloos doek der toekomst kunt bemalen
Met beelden , in de rijkste liehtkleedy !
Die de aard bevolkt met Englen uit den Hemel ,
En heemlen schept in ' t midden van den strijd ;
Die , hoe de nacht van rampen ons omwemel ,
De hope schenkt der Zaligheid !
O droomen ! ü , herinring vroeger jaren ! Hoe fluistert gij mij vriendlijk van ' t weleer , Toen ' k nog als kind een bloemenkrans mocht garen , Dien ' k thans als kroon van lauwren slechts begeer ! Herinring ! Ja , gij spreekt van vroeger dagen , Als de eerste van geluk mij lief en waard , Van ' t prentenboek , de groene doornenhagen , En ... ' t prettig hoekje van den haard !
Gij spreekt van heil en kinderlijke weelde , Van d'eersten prijs , met zooveel roem verdiend ; Van de eerzucht , die mijn jongensdroomen streelde , En bovenal van menig trouwen vriend ; Van ' t bloemenperk , de tulpen en laurieren , Het groen prieel , het liefste uit heel den gaard , Van ' t baantje , waar wij ' s winters mochten zwieren , En . . . ' t prettig hoekje van den haard !
O ! ' t heugt mij , hoe — als heel Natuur daarbuiten In ' s winters arm den schijnbren doodslaap sliep , Wanneer de vorst ons bloemen op de ruiten , Kristallen vloer op ' t kronklend beekje schiep ; Wanneer de zon , kort vóór het tastbaar duister , Haar purpergloed deed tintien over fle aard , En ' t dor geboomte omgaf met rooden luister , — Wij samenschikten om den haard .
Daar heb ik vaak , aan moeders schoot gekluisterd , Of ' t lokkig hoofd geleund aan vaders borst , Naar ' t schoonst verhaal , de stoutste taal geluisterd , En leschte ik ' t eerst mijn ' heeten kennisdorst . Di'ulr werd het eerst , in sprookjes en verhalen . Met toovenaars en feeën rijk vervuld , Het rijk , waarbij geen werklijkheid kou halen , ' t Rijk der verdichting mij onthuld .
Daar werden dan de namen veler braven , Hun echte deugd , hun zware strijd herdacht ; Hun ' daan , uit ' t stof der eeuwen opgegraven , Een woord van lof , een toon van dank gebracht ; Zij , wien de roem , om kunst of heldendaden Bij ' t nageslacht nog tal van lauwren vlecht - -Zij ( Zij ) allen , wien ' t geschiedboek in zijn bladen , De onsterflijkheid heeft weggelegd .
' k Heb daar met Cook en Heemskerk rondgezworven , Langs d'oceaan , door ' t eeuwenheugend ijs ; Den held herdacht , voor ' t Vaderland gestorven ; Mét kunstenaars gedongen naar den prijs ; Gehuiverd ook bij sprookjes en legenden Van ' t Vliegend Schip , den gang van Pridolijn , Van Elegast , van Blanceneurs ellenden . Van Persival en Valentijn .
( 1 ) De heer Niemann , aan ' t hoofd van een handels-huis ( handelshuis ) te New-York geplaatst , heeft , blijkens dit gedicht , noch de herinneringen van zijn geboorteland noch de kennis van zijne moedertaal vergeten .— Red .
Nog siert de jeugd mijn kruin met blonde hairen , En ' k ben reeds oud ; maar toen , o was ik jong ! Toen kende ik nog geen toekomst , geen gevaren ! Geen schaduw , die zich in mijn beelden drong ! ' t Verleden vlood ; verzwonden zijn die tijden : Daar kwam de strijd , de werklijkheid der smart , En toch ... steunt die herinring slechts in ' t lijden , Dan word ik weer een kind van hart !
Nog altijd bleef de droom der kinderjaren , Met toovergians doorweven , zoet voor nüj ; Noe blijft , heffe ook de levenszee haar baren , Herinnering mij als een lichtbeeld bij ! Nog i-i ( ii ) de tijd , de leertijd , diiilr gesleten , Die Poëzy , vol gloed , mij lief en waard ! Eu nimmer , wat gebeur ', zal ' k u vergeten . Gezellig hoekje van den haard !
Ee Zeplid van Septimus Severn » te Rome .
( M et e e n e gravure .)
- as -
De prachtige boog van wit marmer waarvan wij hier de afbeelding geven , is de kleinste van de triumfboeen , die nog van liet aloude Rome overgebleven zijn , en staat op de voormalige runderniarkt , het Forum boaoium , ter rechterzijde van de kerk San Giorgio in Velabro . Hij is in lang niet zoo goed onderhouden , als de andere bogen , en wellicht heeft alleen zijn verbinding met de genoemde kerk hem voor verwoesting beveiligd .
' t Geheele bouwwerk maakt een tamelijk regelmatigen vierhoek uit en heeft een gewelfden hoofdingang van 18 voet breedte met zijdoorgangen , die ruim 9 % voet breed zijn .
Het waren de kooplieden en neringdoenden van Rome , die dezen boog ter eere van Keizer Septimus Severus ( die van het jaar 193 tot 210 onzer tijdrekening re-geerde ( regeerde ) ), van zijne gemalin Julia Pia en zijne zonen Oaraealla en Geta bouwen lieten , maar de naam van laatstgcmelden is later uit het opschrift verwijderd . De boog voert dan ook in zijne beeldwerken aan de eene zijde een Hercules , aan de andere zijde een Bac-chus ( Bacchus ) , de beschermgoden des Keizers en van zijn ge-slacht ( geslacht ) ; verder , in ' t verheven beeldwerk van binnen eene afbeelding des Keizers en zijne gemalin , die een offer brengen , en eene andere die zijne zonen in dezelfde heilige handeling voorstellen . In het fries vindt men de afbeelding van offergereedsehappen , van gevangenen , door Romeinsehe krijgers geleid , van ossen , die ter markt gevoerd worden en soortgelijke voorstellingen meer , die terug-wijzen ( terugwijzen ) op de verrichtingen en levenswijze van hen , die den boog hebben doen bouwen , ' t Meest hebben daartoe bijgedragen de goudsmeden en wisselaars , die eenmaal in de nabijheid hiervan hunne winkels hadden , hetgeen in de overlevering des volks overgebleven is , waardoor deze boog gemeenlijk » den Boog der Goudsmeden » wordt genoemd .
üp een onzer veldtochten in den Kaukasus werd ons eskadron naar het Kozakkendorp Stanitzka gezonden . Mijn strijdmakker R ., die aan koorts leed , kon het verblijf onder het lichte tentdak niet verdragen en werd daarom naar het eenige bewoonbare verblijf , eene eenvoudige loods , voorloopig onder dak gebracht . Spoedig na onze aankomst deelde men ons meê , dat binnen acht , dagen ' t huwelijk van de dochter " des hui-zes ( huizes ) » zou worden gevierd , en men den beklagenswaar-digen ( beklagenswaar-digen ) lijder deze verblijfplaats onmogelijk een oogenblik langer kon toestaan , daar de voorafgaande feesten , naar landsgebruik , eene volle week eischten .
Dit huwelijk werd gesloten door toedoen van Prins W ., onder wiens opperbevel de Kozakken-regeinenten aan den Kuban stonden ; hij was er vip gesteld de be-langen ( belangen ) zijner soldaten tot in de kleinste bijzonderheden zelf te behartigen , en ' t kon dan ook niet bevreemden dat hij aan de ophanden bruiloft zijne bijzondere op-merkzaamheid ( opmerkzaamheid ) wijdde .
In ' t begin toonden de militaire boeren van het dorp zich wel wat schroomvallig tegen de voorkomende bejegening van den Prins ; daar zi ; echter spoedig de overtuiging erlangden dat hij , op het aanstaande feest , gelijk andere gewone menschenkinderen , eens pret wilde hebben , zoo verdween alras ook in zijne tegenwoordig-heid ( tegenwoordigheid ) de bedeesde stijfheid . Het meest ongedwongen werd zijne gulle vroolijkheid opgenomen door de jonge meis-jes ( meisjes ) , die , nadat zij gedurende den dag aan de uitrusting voor de bruid hadden gearbeid , ' s avonds tot dans en gezang bijeenkwamen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer