Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 46

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 46
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
46
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
van lieden , die , in plaats van een jaarlijksche belasting te betalen , zeker aantal paarden op bepaalde wegen moeten laten loopen , en daarvoor eene betrekkelijk geringe ver-goeding ( vergoeding ) ontvangen . De verplichting ten aanzien van het postwezen is derhalve nog heden eene zeer drukkende en weinig winstgevende ; vandaar dat men op de meeste poststations een onvoldoend aantal paarden vindt , en men vooral in den zomertijd , wanneer de keizerlijke familie op reis is , hetgeen meestal met den oogsttijd samentreft , op deze wegen voor veel geld boerenpaarden moet huren , als men niet dagen lang op stations wil blijven , die behalve het ellendigste onderkomen in een morsig houten of steenen huisje , niet in staat zijn de minste verpleging aan te bieden .
Met het oog daarop had Keizer Nikolaas I de gewoonte in den zomertijd met het kleinst mogelijke gevolg te reizen ( ook Czaar Alexander II volgt dit voorbeeld ), ten einde zoo weinig paarden en arbeidskrachten als mogelijk aan de behoeften van den landbouwer te onttrekken . in een land waar de zomer van zoo korten duur is . Diligences en extra-posten ( extra-posten ) vindt men nog slechts op zeer enkele plaatsen en op zeer korte afstanden . Al wie op reis moet , voorziet zich bf van een eigen wagen ( slede ) of moet er genoegen meê nemen op ieder station van de ellendigste voertuigen te wisselen .
Men neemt een postkaart voor zoo of zooveel paarden op een bepaalden afstand en betaalt die vooruit . Wie voor regeeringszaken reist , krijgt een ambtelijk bewijs , waar-voor ( waarvoor ) de postmeesters groot ontzag hebben en dat den reizigers zelfs ontheft van het drinkgeld , dat voor den particulier een zware belasting is . In ieder posthuis moet er een warm vertrek als wachtkamer voor de reizigers zijn ; maar slechts op druk bezochte groote landwegen kan de reiziger in posthuizen ook een bed en verpleging vinden . Hij zal er echter altijd wel aan doen zich te voorzien van thee , suiker , brandewijn en den zoogenaamden s am o war ( eigen kooktoestel ) om zoo noodig zelf zijn thee te kunnen zetten . De postbeamblen zijn meest afge-dankte ( afgedankte ) onderofficieren , die in dienst lezen en schrijven heb-ben ( hebben ) geleerd en die op de groote landwegen hun best doen tegen eene geringe vergoeding den reizigers de noo-dige ( noo-dige ) paarden te verschaffen , die nu eens door de boeren , dan door de gemeente worden geleverd . Echter zal iedereen klagen , die in Rusland reizen moet , en iedereen zich geluk-kig ( gelukkig ) achten , als hij weer een poststation verlaten kan en het driespan in snellen draf het stof of de sneeuw op den weg opstuwt , dien men den naam van landweg gelieft te geven en die in den zomer eene stofwoestijn , in den herfst en in de lente een modderpoel met een voet diepe wagensporen en daarin gezonken steenen gelijkt , en alleen des winters een aangenamer , voor leven en gezondheid en ongeschon-den ( ongeschonden ) ledematen minder gevaarlijk reizen in de slede toelaat . Daar men in den winter de prachtigste snecuwbaan en een aantal ledigloopende paarden ter zijner beschikking vinden kan , reist men ook in dat jaargetijde veel sneller en aangenamer . Terecht is door een Nederlander , den heer H . Dljkema , die een groot deel van Kus land be-zocht ( bezocht ) , opgemerkt dat de natuu
De droom iii den Kerstnacht .
i .
Enkele geweerschoten , telkens in kracht en aantal verminderend , kondigden wederom het einde aan van een schouwspel , waarin duizenden naar elkanders bloed gedorst en honderden elkanders bloed vergoten hadden . Weer hadden de Eranschen het veld moeten ruimen , en hadden de Pruisen eene nieuwe overwinning behaald , — maar ten koste van stroomen bloeds .
Hoogten en huizen waren genomen en hernomen , en de grond lag bezaaid met lijken . De overwinnaars hadden de naast bij gelegen woningen betrokken , om zich eeuiger-mate ( eeuigermate ) van de doorgestane vermoeienis en ellende te her-stellen ( herstellen ) . Er waren echter ook nog anderen , wie dat voorrecht niet te beurt was kunnen vallen . Dat waren de gewonden . Wij zulleu hier al de afgrijsclijkheden van het slagveld niet beschrijven . Wij dichten geen novelle , wij schrijven geen roman ; wij verhalen een feit , één uit duizenden !
De Decemberzon , wier matte stralen de ontzettende koude niet hadden kunnen temperen , was reeds sedert eenige uren onder den horizon verdwenen , en slechts eene kleine sikkel der wassende maan verlichtte gedeel-telijk ( gedeeltelijk ) het slagveld . Temidden van lijken , stervenden en gewonden , temidden van brandende puinhoopen en gebroken wapentuig , bewogen zich eenige leden van het Roode Kruis , om ie redden wat nog te redden was . Vele gewonden zijn door hen reeds opgenomen en weg-gedragen ( weggedragen ) , en nu willen ook zij deze plaats der ellende verlaten .
Maar plotseling wordt hun oor getroffen door een angstig gesteun . Zij hegeven zich naar de plaats waar de ongelukkige ligt , die daar zoo kermt en , beschouwen hem met deernis en ontroering , ' t Was een flink gebouwd jonkman , thans met de doodskleur op het gelaat , met een ' verbrijzelden arm , die nog'slechts met enkele spieren aan het lichaam hing . Daar lag hij met brandende wonden en verstijfde ledematen , de tong aan het gehemelte klevend van dorst . Afmatting en bloedverlies hadden hem doen bezwijmen , doch de snerpende pijn had hem weder doen ontwaken . Voorzichtig wordt den jonkman , wien de koortshitte thans door de aderen woedt , een teug brandewijns toegediend , de wonden , zoover de omstandigheden dit hier toelaten , verbonden , en nadat hij behoedzaam op de baar is gelegd , vervolgen de menschlievende dragers in de stilte van den nacht hun-nen ( hunnen ) weg naar het veldhospitaal , waar de gewonde nu verder zal worden verpleegd .
II .
In eene eenvoudige woning in de nabijheid van het Westerwald , zat eene reeds bejaarde vrouw met hare twee jonge kinderen , een paar lieve jongens , van wie de moeder echter meer genoegen dan ondersteuning kon verwachten , — angstig eenig bericht verbeidende van den geliefden zoon en broeder , die mede ten krijg was getogen . Wat al tranen en verzuchtingen had het afscheid van den beminde gekost , die niet . alleen het brood won voor het gezin , maar die tevens aller lust en blijdschap was . Nooit viel het hem te zwaar , wanneer hij moede van den arbeid thuis gekomen , nog eens iets kon ver-richten ( verrichten ) ten gerieve van het huisgezin of tot genoegen van moeder of de broertjes . Zij allen waren zoo gelukki"-met ( gelukki"met ) elkander . En nu ? Met het vertrek van den welbe-minde ( welbeminde ) was alle vreugde uit het . huisje verdwenen . In den beginne ontvingen de achtergeblevenen geregeld be-richt ( bericht ) van onzen jongen krijger , maar naarmate zijne legerafdeeling meer in het vijandelijke land was doorge-drongen ( doorgedrongen ) , werden de tijdingen al schaarscher en schaarseher . Doch spraken de korte berichten van welstand en zege-praal ( zegepraal ) , er blonk toch in de hartelijke brieven een sterk verlangen naar terugkeer in de ouderlijke woning door
Thans hadden moeder en broertjes reeds eenige wekente vergeefs bericht gewacht van den beminden afwezige.Morgen zou het Kerstfeest zijn . Broeder Erans zorgde an-ders ( anders ) altijd voor den kerstboom ( vader was door de jongsten,och beklagenswaardigen ! nauwlijks gekend ,) en moedervoor geschenkjes voor de kleinen ; en als dan de zoonde moeder nog eens had willen verrassen , dan vond hijzelf zich reeds eene verrassing door haar bereid : de eenewas den ander voorgekomen . — Doch thans ging de Kerst-nacht ( Kerstnacht ) voorbij . De lichtjes werden niet ontstoken . Diepedroefheid heerschte in dien nacht , waarin men anders zichzoo gelukkig gevoelde in de herinnering aan het genot vanden feestavond , en in de hoop op een ' rijken zegen opden feestdag zelven . Thans worstelde de moeder dengansenen nacht in gebeden en verzuchtingen , afgewisselddoor klachten der wanhoop . ^ Waartoe den zoon , denwelbeminde uit de gelukkige en vreedzame woning ge-scheurd ( gescheurd ) , uit de armen dergenen , die hem zoo lief hadden,voor eene zaak , die de hunne niet was , en waarvan zijter nauwernood iets begrepen ?// </ Hoe zal de ongelukkigeal de rampen van den krijg , hoe de felle winterkoudeonder den blooten hemel doorstaan ?* Zal de IlemelscheVader , die tot nu toe nog boven verwachting voor haar 1en hare kinderen gezorgd heeft , ook hem niet vergeten?////O God , bewaar mijn kind !// — En als zij in den angstharer ziel , hare tranen niet meer bedwingen kan , barstzij zoo luide in weenen en snikken uit , dat ook dekinderen wakker worden en luide om moeder en broerErans beginnen te schreien , terwijl zij zich in hunnenangst naar het leger der worstelende moeder begeven,die bare lievelingen aan hare borst klemt en steeds lui-der ( luider ) weent en kermt , maar toch ,— die tranenvloed geeftden gepersten boezem lucht . En na hare lievelingen ge-kust ( gekust ) , gerustgesteld , en weder naar hun bedje gebrachtte hebben , werpt zij zic
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer