Archieven

 

De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 36
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
36
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
staathuishoudkundige dan dat hij niet beseffen zou , dat Rusland niet kan winnen door nieuwe schokken bij de bestaande te voegen en Europa in vuur en vlam te zetten ; maar dat het zijne hulpbronnen slechts naar eisch ontwikkelen kan , als ook andere volken bloeien en in staat zijn het verkeer met zijn uitgebreid land te vergrooten , de ruiling tusschen behoeften en middelen op steeds breedere schaal te brengen : deze verrijkt toch de volken ; vernietiging van volksfortuinen brengt al-gemeene ( al-gemeene ) ellende te weeg .
Alexander II , sedert 28 April 1841 gehuwd met Maria , dochter van wijlen den Groothertog van Hessen-Darmstadt ( geboren 8 Augustus 1824 ), voert ook sedert zijne troonsbestijging dat eenvoudige , gul-en teerhartige , bij-kans ( bijkans ) burgerlijke familieleven , dat voor hem een veel grootere bekoorlijkheid heeft dan al de praal en de stijfheid van ' t hof ; hij bemint de beoefening van de kunsten en wetenschappen , en laat zich op zijne menigvul-dige ( menigvuldige ) reizen buitenslands zeer gelegen liggen aan alle nieuwe uitvindingen en inrich-tingen ( inrichtingen ) ten algefheenen nutte . « Hij beklaagt zich alleen , zooals een Duitsch schrijver , Franz v . Elling zegt —« dat zijn ernstige wil om het volk meer vrijheid te schenken , en het eene nog meer welwillende bejegening te doen ondervinden vaak afstuit op den tegenstand der Oud-Russische partij en de onwetendheid der groote menigte zelve , waaraan hij echter door uitbreiding van het on-derwijs ( onderwijs ) tracht tegemoet te komen .
Ook onder zijne regeering had men treurige tooneelen in Polen en bleef dit een van de zwakke plekken in Ruslands toestand ; maar wie onbevooroordeeld de gebeurtenissen nagaat , zal moe-ten ( moeten ) erkennen , dat Alexander II begon met de beste bedoelingen om Polens lot te verbeteren ; dat hij niet aansprakelijk kon worden gesteld wegens het vroeger ge-beurde ( gebeurde ) , waartoe Frederik de Groote , Katharina en bovenal Polens onrust en tweespalt de kwade kiemen hadden gelegd ; en dat het den tegenwoordigen Keizer alleen te doen was de gevolgen daarvan te lenigen . Die edele bedoelingen werden ech-ter ( echter ) door buitenlandsche inblazin-gen ( inblazingen ) miskend en zijne goede voor-nemens ( voornemens ) daardoor veelal verijdeld .
Bij het bovengezegde nopens de Keizerlijke familie zij nog herinnerd , dat het huwelijk van Alexander II met een zestal
zonen en eene dochter gezegend is ; dat zijn oudste zoon , de Groothertog Nikolaas , vroegtijdig ( in 1865 ) ontsliep toen hij tot herstel zijner gezorfdheid het buitenland en o . a . ook Nederland bezocht had , waar hij de aangenaamste herin-neringen ( herinneringen ) heeft achtergelaten om zijne minzaamheid en de opprijsstelling van al de sporen , die wegens zijnen grooten voorzaat , Czaar Peter I , hier nog bestaan .
De tegenwoordige Grootvorst-troonopvolger , Alexan-der ( Alexander ) , is den 10 Maart 1845 geboren en in 1866 in ' t huwelijk getreden met Prinses Dagmar , Prinses van Denemarken , eenmaal de verloofde zijns broeders , dien zij met de teederste belangstelling verpleegd had . Naar het Russisch gebruik heeft die Prinses bij haar huwelijk een anderen voornaam aangenomen en heet thans Groot-hertogin ( Groot-hertogin ) Maria Feodorowna . Uit dit huwelijk is den 18 Mei 1S6S een zoon geboren ( Grooth . Ni.colaas ).
De broeders van den Grootvorst-Troonopvolger heeten : " Wladimir , Alexis , Sergius en Paul .
DE ZES EN VIJFTIGSTE MEETING
DE VRIENDEN VAN DEN VREDE TE LONDEN .
Den 17 Mei 1870 werd te Londen in de kapel van Fins-burg ( Fins-burg ) , die , hoe groot ook , te klein was om de samen-dringende ( samen-dringende ) menigte te bevatten , de zes en vijftigste openbare vergadering gehouden van de Peace-Society dier stad . Als secretaris van de Ligue de la Paix te Parijs tot deze vergadering uitgenoodigd , achtte ik het niet van belang ontbloot aan de lezers van dit tijdschrift een kort overzicht daarvan mede te deelen . In weerwil van de gemakkelijkheid der gemeenschap , is er menig-een ( menigeen ) , die van Engeland niet meer weet dan ik er eenige weken geleden van wist en er wellicht nu nog van weet
DE SCHOENXAKERSLEERLING . ( Zie blz . 2 ).
en wat bij deze gelegenheid werd gezegd is èn op zichzelf èn wegens de omstandigheden merkwaardig .
De heer J . W . Pease , lid van het Parlement , be-kleedde ( bekleedde ) het voorzitterschap en sprak , naar Engelscli gebruik , eenige woorden als inleiding , welke met warmte werden toegejuicht .
De heer II . A . Richard , insgelijks lid van het Par-lement ( Parlement ) , leverde met zijn gewoon talent het jaarlijksch verslag van de werkzaamheden van het genootschap . Hij drong inzonderheid aan op de noodzakelijkheid van ontwapening en gaf verslag van de door hem in de laatste maanden van 1869 in het buitenland vervulde zending , welke zending , zooals men weet , geleid heeft tot het doen van verschillende motiën in de wetgevende verga-deringen ( vergaderingen ) van Europa tegen het verpletterend gewicht der uitgaven.voor het krijgswezen .
De heer Richard heeft ook met grooten nadruk gezinspeeld op de zeden-verbastering , welke het nood-zakelijk ( noodzakelijk ) en noodlottig uitvloeisel is van iedere groote
opeenhooping van menschen , die aan hunne familie en hunne natuurlijke werkzaamheden worden ontnomen . Laat ik in het voorbijgaan zeggen , dat deze zaak op dit oogenblik in Engeland de openbare meening overal ernstig bezig houdt . Zij is ingeleid bij het Parlement en wordt in talrijke meetings met die openhartigheid en niet zelden ook met die ruwheid behandeld , waartegen onze naburen niet opzien ; en men mag aannemen dat binnenkort de beweging tegen de uitbreiding van het krijgswezen uit het oogpunt der zedelijkheid een der merkwaardigste feiten zal zijn van het openbaar leven in Engeland .
Een Evangelie-dienaar , deWelEerw . Heer Hugh Stowell-Brown ( Stowell-Brown ) , heeft vervolgens met veel bekwaamheid en overtui-ging ( overtuiging ) eene resolutie ontwikkeld , strekkende om , onder meer , te verklaren dat » het de plicht is van allen wier taak het is de jeugd te onderwijzen , do plicht tevens van alle schrijvers , vooral van de dagbladschrijvers , en ook vooral de plicht van do vertegenwoordigers , van welken gods-dienst ( godsdienst ) ook , onophoudelijk en door alle middelen werkzaam te zijn om in aller geest en hart het bewustzijn van de oorlogs-dwaasheid ( oorlogsdwaasheid ) , het oorlog s-onrecht , en de oorlogs-goddeloosheidtt doen doordringen ." Het is mij niet mogelijk den nadruk weer te geven , waarmede deze redenaar aan het slot zijner rede verklaarde dat hij zich schaamde èn voor het ambt dat hij bekleedde èn voor zich zelven , bij de gedachte dat zijne ambtgenooten en hij zich niet altijd aan de spits dezer beweging bevinden . " Ik behoor niet tot de Gevestigde Kerk ," zeide hij , " maar ik achtjhet niet mijn eerste plicht de leer mijner Kerk : ( dissident ) te'prediken ; ik ben calvinist maar ik acht heflrtFf mijn eersten plicht het calvinisme to prediken ; ik huldig de leer der drieëenigheid , maar ik acht het niet mijn eersten plicht het geloof in de drieëenigheid te prediken . Mijn eerste plicht , en tevens de eerste plicht van ieder Christen , welken naam hij drage , is aan den menseh die gevoelens te prediken , welke den geraeen-schappelijken ( geraeen-schappelijken ) grondslag van alle vormenvan het Christendom zijn : menschelijkheid,reehtvaardigheid, lijdzaamheid , oprechtheid , liefde voor alle mensehen en alle vol-ken ( volken ) . Te dien aanzien bestaan er geene sekten , en kan er geen onderscheid bestaan bij allen die , in welken graad ook , zich leer-lingen ( leerlingen ) van Christus noemen ."
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer