Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 407

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 407
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
407
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
è vmtfar tran « Si . tar .
Een weinig beneden de aloude stad Bingen , en aan den linker-oever ( linker-oever ) van den Rhijn , verlieft zich een hooge rota . Dit indrukwekkend gevaarte , dat wegens zijne lig-ging ( ligging ) den naam van Rheinfels heeft gekregen , wordt bekroond door grootsche bouwvallen , die getuigen dat zich daar eenmaal een der geduchtste burchten verhief , die weleer de Rhijnoevers bestreken . Deze burcht was aan-vankelijk ( aanvankelijk ) tot een vroom doel gebouwd en strekte tot een toevlucht voor monniken , doch tegen het midden der 13 ,] e eeuw verdreef een machtig graaf van Katzenellenbogen de monniken uit hunne bezittingen en richtte deze vreed-zame ( vreedzame ) woning tot eene vesting in . Deze graaf , een hard-vochtig ( hardvochtig ) man , werd door eene onverzadelijke hebzucht be-heerscht ( be-heerscht ) , en betoonde voor recht en wet niet het geringste ontzag . In den geheelen omtrek had hij zich dan ook zeer gehaat gemaakt , zoowel door de zware kastijdingen , die hij zijn vazallen om de geringste of zelfs onbewezene vergrijpen deed ondergaan , als door de lage en schande-lijke ( schandelijke ) wijs waarop hij , enkel om zich te verrijken , boete en schatting oplegde . Deze afpersingen hadden zijn ver-mogen ( vermogen ) zoo doen toenemen , dat men hem niet anders dan Diether den Rijke noemde . Terwijl elke edelmoedige aandoening door onverzadelijken dorst naar rijkdom in zijn hart verstikt werd , wist men van hem geen enkele daad op te noemen , waarin eenig blijk van welwillend-heid ( welwillendheid ) doorstraalde . Geen wonder dus , dat in het gansche land schrik en verslagenheid heerschte toen men zag dat hij zich in eene versterkte stelling ging nestelen , want men twijfelde er geenszins aan , dat zijne vermetelheid toenemen zou naarmate hij meer in staat zou zijn om het kwaad straffeloos te plegen .
Niets was nogtans zoo ellendig dan het leven van dezen Rijke , want daar hij gierig was , stapelde hij zijne schatten op , enkel uit zucht om die te bezitten en te . wariueerdeixn . In ^ uiiu jüugd nau by eeii £ vrouw gehuwd , die alle deugden bezat , welke hem ontbraken . Het medelijdend en zachtzinnig gemoed der gravin werd dan ook diep geschokt door het onheil.dat de slechte neigin-gen ( neigingen ) van haar echtgenoot aanrichtten ; doch door het over-wicht ( overwicht ) van den graaf beheerscht en aan hare eigene zwakheid overgelaten , kon zij niet anders dan zuchten over gewelddadigheden , die zij niet bij machte was te voor-komen ( voorkomen ) of te breidelen . Dit was eene eerste oorzaak , die haar van haar echtgenoot vervreemdde , of veeleer van haar meester , want hij legde haar allerlei dwang op en hield haar zoo in het oog , dat zelfs haar dienstboden meer vrijheid hadden dan zij zelve .
Uit dezen ongelukkigen echt werd een dochter ge-boren ( geboren ) , die reeds van hare prilste jeugd af de verdorven laaghartige neigingen van haar vader scheen te bezitten . Deze geboorte stelde ' s graven hoogmoed te leur , daar hij zich in zijne hoop , den naam van Katzenellenbogen te zien voortleven , bedrogen zag , en dit deed hem zulk een afkeer tegen zijne dochter opvatten , dat hij zich bij elke gelegenheid zoo streng jegens haar gedroeg , totdat die afkeer tot haar scheen over te slaan .
Door eene slecht geleide opvoeding en eene streng-heid ( strengheid ) , die het opvliegend en wraakzuchtig karakter der jonge gravin verbitterde , ontwikkelden zich , ondanks de moederlijke waakzaamheid , hare verderfelijke neigingen maar al te snel . Weldra was zij dan ook gehaat door allen , die haar omgaven , en voor hare moeder , die zich haar slechten inborst niet ontveinzen kon , een bron van bitter verdriet . Eerst vele jaren later , nadat de ondeug-den ( ondeugden ) van zijn eenig kind hem reeds veel leed hadden veroorzaakt , schonk de Hemel hem een maniielijkcn erfgenaam , die hem niet minder tot eene kastijding zou worden . Deze toch , toonde van zijne eerste jeugd af de kiemen van eene ondeugd , geheel in strijd met de schraap-zucht ( schraap-zucht ) zijns vaders . Deze aanleg , reeds vroegtijdig door den graaf met huivering gadeslagen , kwelde zoozeer zijn geest , dat de vreugde , die deze gewenschte geboorte
hem eerst geschonken had , er geheel door werd vergald . Zoodra graaf Diether zich achter zijne hechte muren veilig achtte , vierde hij aan zijn zucht tot roof en plun-dering ( plundering ) , zooals men verwacht had , den ruimsten teugel . De gunstige en sterke ligging van Rheinfels , die de vaart langs St . Goar beheerscht , waar de Rhijn den vorm van een verrukkelijk meer aanneemt , doet deze rots-hoogte ( rotshoogte ) thans nog beschouwen als de sleutel van het schoone Mühlen-dal , eene verlenging van de vallei der Nahe . Welhaast had de graaf het geheele land op rantsoen gesteld ; inzonderheid hadden de bewoners der Rhijn-boorden ( Rhijn-boorden ) van den heer van Rheinfels te lijden , die , ter-wijl ( terwijl ) de scheepvaart ten voordeele der burchtgraven reeds door eene tolheffing bezwaard was , voor de vaart langs Rheinfels nieuwe rechten invorderde . Deze onbillijke schat-tingen ( schattingen ) werden op de meest kwellende wijze van alle vaartuigen zonder onderscheid geheven , zoodat . bij alle neringdoenden , die bij deze scheepvaart belang hadden , eene algemeene ontevredenheid ontstond en de naam van Diether den Rijke weldra gevloekt werd van Bingen tot Boppart .
Onder de kloosterlingen , vroeger door den graaf van Rheinstein verdreven , had er een geweigerd zijn broe-ders ( broeders ) te volgen naar de abdij van Siegburg , waar zij een toevluchtsoord gevonden hadden . Hij had zich gevestigd in eene hut aan de overzijde van den Rhijn , op den berg , die St . Goarhausen beheerscht , en leidde daar een leven van strenge godsvrucht . Zijne landbouwkundige kennis maakte hem bij de boeren in den omtrek zeer gezien , wie hij in de behandeling van den in deze oorden zoo belangrijken wijnstok onderrichtte . In hunne gesprek-ken ( gesprekken ) met den goeden monnik voeren zij niet weinig uit tegen den gehaten Rijke , die door zijn onverzadelijken geldzucht , al de bronnen van welvaart uitdroogde , die de nijverheid had doen vloeien uit de ingewanden van een onvruchtbaren bodem . Doch Kuno — zoo heette de monnik — vermaande hem tot geduld en berusting , en troostte hen , dat God zeker eenmaal graaf Diether de oogen openen zou , en diens hart zich dan zeker even goedaardig en rechtvaardig zou betoonen als dat van zijne edele gemalin . Zoo trachtte Kuno de verbitterde gemoe-deren ( gemoederen ) tot bedaren te brengen door hun het voorbeeld van gematigdheid en zachtmoedigheid te geven .
In dien tijd woonde te Urbar een visscher , Schaff genaamd , die met de familie van den graaf menigvul-dige ( menigvuldige ) oneenigheden gehad had wegens de heffing der tol-gelden ( tolgelden ) , en ten gevolge daarvan zulk een diepen wrok tegen den heer van Rheinfels had opgevat , dat hij hem zijne gevoelens zelfs niet verborg , en overal rondging , om diegenen tot opstand aan te zetten , die daarvan door Kuno's wijze raadgevingen tot heden weerhouden waren geworden . Eerlang kreeg Diether kennis van de gesprek-ken ( gesprekken ) en handelingen van dezen oproerigen vazal , deed hem vatten en in een der onderaardsohe cellen van het kasteel werpen . Deze inhechtenisneming wekte eene alge-meene ( algemeene ) ontsteltenis ; wel was deze gewelddadigheid niets ongemeens , doch Schaff stond als een braaf man bekend , en men achtte maar al te zeer graaf Diether in staat om zich op wreedaardige wijs te wreken over de woorden , die de visscher in zijne verontwaardiging geuit had . Doch zulk een schrik had de heer van Rheinfels ingeboezemd , dat er zich niet ééne klacht noch eenig gemor ten gunste van den gevangene verhief .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer