Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 404

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 404
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
404
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
mijnheer Sebright . Door de blijde verrukking van de hoop die nu in haar bevestigd was , scheen Lucilla onbewust te zijn van de tegenwoordigheid van den Engelschen oogarts , toen deze de plaats van zijn collega had inge-nomen ( ingenomen ) . Zijn deftig gelaat was ernstiger dan ooit , toen ook hij zijn vergrootglas uit den zak haalde en nadat hij zachtjes de oogleden der patient vaneen had gescheiden , op zijne beurt haar blindheid onderzocht .
Het onderzoek van Mr . Sebright duurde veel langer dan dat van Herr Grosse . Hij sprak daarbij geen enkel woord . Toen hij klaar was stond hij zwijgend op , en verliet Lucilla zooals hij haar had gevonden , in de ver-rukking ( verrukking ) van haar eigen geluk verloren,peinzend en nog eens peinzend over den tijd dat zij in den nieuwen mor-genstond ( morgenstond ) haar oogen zou openen en zien .
" Welnu ?" vroeg Nugent ongeduldig aan den heer Sebright . « Wat zegt gij er van ?»
// Ik zeg nog niets .* Met dat berispende antwoord wendde hij zich tot mij . « Ik meen te hebben gehoord dat miss Finch blind was — of ten minste zoo blind als men kon ontdekken — toen zij een jaar oud was ?»
« Dat heb ik altijd zoo liooren vertellen , // antwoordde ik . // Is er ook iemand in huis — ouders , of betrekkingen , of bedienden — die ik zou kunnen spreken over de ver-schijnselen ( verschijnselen ) , waargenomen toen zij nog een kind was ?// Ik belde en liet Zillah roepen . // Haar moeder is dood ,// zeide ik . // En er zijn redenen die haar vader beletten heden hier tegenwoordig te zijn . Haar oude min zal wel in staat zijn u al de noodige inlichtingen te ver-schaffen ( verschaffen ) .//
Zillah verscheen . Mijnheer Sebright deed zijn vragen . // Waart gij hier in huis toen miss Einch werd geboren ?// // Ja , mijnheer ..-/-
// Mankeerde haar iets aan de oogen bij de geboorte of kort daarna p // « Niets , mijnheer .// // Hoe wist gij dat ?//
// Dat wist ik doordien ik zag dat ze overal naar keek , mijnheer . Zij keek gewoonlijk naar de kaarsen , en greep naar alles wat men haar voorhield , evenals alle kleine kinderen doen .//
// Hoe hebt gij ' t ontdekt ! toen zij begon blind te worden ?//
z/Op dezelfde manier , mijnheer . Er kwam een tijd , arm schaapje , dat haar oogen er glasachtig uitzagen en wat , wij er ook aan deden , van ' s morgens vroeg tot ' s avonds laat , het baatte niet — zij keek nergens naar .// // Kwam de blindheid langzamerhand ?// // Ja , mijnheer , langzamerhand , zooals u zegt . ' t " Ver-ergerde ( Verergerde ) van week tot week . Ze was ruim een jaar oud voor dat wij merkten dat zij haar gezicht geheel en al had verloren .//
// Had haar vader of haar moeder ooit iets aan de oogen ?//
// Daar heb ik nooit iets van gehoord , mijnheer !// Mijnheer Sebright wendde zich daarop tot zijn collega , die aan de ontbijttafel had plaats genomen , en met ge-latenheid ( gelatenheid ) de Mayonnaise aanstaarde . // Verlangt gij ook de min eenige vragen te doen ?// zeide hij .
Mijnheer Grosse haalde zijn schouders op en wees achterover met zijn duim naar de plaats waar Lucilla was srezeten .
// Haar geval is mij even duidelijk ,// sprak hij , // als dat tweemaal twee vier is . Ach Gott ! wat heb ik met de minne van doen ?» Dit zeggende keerde hij zich weder met begeerigen blik naar de Mayonnaise . // Mijn beste eetlust gaat verloren ! Wanneer gaan we nu toch ontbijten ?//
Met een koelen hoofdknik werd Zillah door Mr . Sebright ontslagen . Zijn ontmoedigende handelwijs begon mij eenigszins aan ' t wankelen te brengen , en ik waagde te vragen of hij nu tot een besluit was gekomen . // Vergun mij alvorens te antwoorden met mijn collega te consul-teeren ( consulteeren ) , » zeide de ondoorgrondelijke man Ik wekte Lucilla uit haar mijmeringen op . Zij vroeg op nieuw naar Oscar . Ik zeide dat wij hem denkelijk in den tuin zouden vinden — en bracht haar zoodoende naar buiten . Nugent volgde ons . Toen wij de ontbijttafel voorbij
gingen hoorde ik Herr Gross * hem op smeekenden toon toefluisteren : // Kom toch in's Hemels naam gauw terug , en laat ons gaan ontbijten !// Wij verwijderden ons en lieten het slecht bij elkander passende paar alleen in de zitkamer om te consulteeren .
{ Wordt vervolgd .)
DE OUDE ARMSTOEL ,
// Mijne waarde makkers !// zeide een ouderwetscue armstoel met hooge , steile rugleuning , die dieht in mijne nabijheid stond — ik erken dat het plotselinge van zijne toespraak mij wel een weinig deed schrikken — // mijne goede vrienden ! Een of ander wapentuig moge door de verhalen van zijne heldenfeiten weten te boeien , ik durf echter beweren dat mijne bestemming vrij wat benijdenswaardiger is dan de zijne . In plaats toch van een werktuig des doods te zijn geweest , was mijne taak enkel het leven tot genoegelijke verpoozing te dienen , en welk een leven ! — de schoonheid , de jeugd , de liefde . Doch hierover nader , laat ik beginnen met het begin .
Weet dan dat ik een afstammeling ben van een edelen eik , die eenmaal zijne reusachtige armen wijd en zijd uitstrekte en zijn koninklijke kruin ver boven al het minder aanzienlijk geboomte in den omtrek verhief . En om te toonen dat wij inderdaad afstamden van dien machtigen boom , die vóór menschelijke geheugenis zijne wortels diep in de aarde had geschoten droegen wij den eikel in onze armen ; onze achtenswaardigheid is dus boven allen twijfel verheven .
Na verloop van eenige eeuwen begon onze gemeen-schappelijke ( gemeenschappelijke ) stam , hoewel hij ons nog rijkelijk van bladeren voorzag , teekenen van verval te toonen . Nauw aan hem gehecht beefden wij zoowel voor ons zelven als voor hem , want de hemel weet water , zoo hij kwam te vallen , van de talrijke takken zou worden der edele familie , wier leden allen hun steun in hem vonden . Intusschen namen de krachten van den reusachtigen stam iederen dag af ; pijnlijk en bedroevend was ' t zijn zuchten aan te hooren , dat zich tot een gesteun ver-hief ( verhief ) wanneer de wind tot een storm aanwakkerde ; zijne voeten toch waren zeer gezwollen en ontwricht . Wij beschouwden dit als een gevolg van jicht , doch wat het ook geweest zij , de kwaal verhaastte zijn dood . Nimmer vergeet ik zekeren stormachtigen nacht toen om ons heen de wind huilde en loeide , terwijl de bliksemflitsen schitterden , de donder ratelde , kortom alle elementen zich tot den ondergang der gansehe familie schenen te hebben vereenigd . Te midden van een oorverdoovend geweld en gekraak lagen wij plotseling nedergesmakt op den grond te spartelen . Gevallen !
Zoowel bij boomen als bij menschen ontwaart men bij den val van grooten en aanzienlijken ondankbare gevoelens van hunne natuurgenooten . Reeds den volgen-den ( volgenden ) morgen , bij't aanbreken van den dag , waren geheele zwermen plunderaars toegesneld , die wij tegen den storm beschut , vrouwen en kinderen , die wij door verkwikkeude schaduw tegen de middagzon beveiligd hadden ; allen schenen slechts op onze vernietiging bedacht . Alle takken onzer edele familie werden werkelijk afgeknot , wij werden van elkander gerukt en zagen elkander nimmer weder . Sedert heb ik vernomen , dat sommigen der diksten en zwaarsten van ons naar de zee werden gezonden , terwijl anderen gedwongen werden om zich in allerlei vernederende diensten , geheel strijdig met hunne geboorte , te schikken .
Doch ik zou mijn eigen levenslot verhalen . Daar een mijner bloedverwanten zeer aan mij gehecht was bleef ik , daar hij mij steeds nog te jong en onervaren vond om in de wereld gezonden te worden , eenige jaren aan hem verbonden , en kreeg ik zoodoende allengs een fraai voorkomen en edele gestalte . Ik beschouwde mij zel-ven ( zelven ) dan ook als een sieraad , en haastte mij dus niet
om tot onmiddellijk nut te strekken , en zoo bleef ik met de andere eveneens vadsige takken aan den ouden edelman gehecht . Wel heb ik hem hooren beweren dat onze zwaarte , die op zijne schouders drukken bleef , zoo wel zijn val als de onze verhaast heeft , doch dit oppervlakkig oordeel eener kortzichtige wereld veracht ik .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer