Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 397

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 397
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
397
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
Op ' t zelfde oogenblik schitterden Nugent's oogen alsof een nieuwe gedachte hem eensklaps door ' t hoofd schoot . Hij wierp mij een veelbeteekenenden blik toe —■ en ant-woordde ( antwoordde ) zooals zijn broeder haar zou hebben geantwoord , ' t Zij dat hij op dit oogenblik door een of anderen kwaadaardigen duivel was bezeten ; of dat hij , voor dat Oscar terugkwam , den vrede voor hem wilde stichten — dat kan ik onmogelijk zeggen . Dat weet ik wel — dat ik ' t had moeten beletten . Maar ik was woedend . Ik was zoo nijdig als een kat en zoo woest als een beer . Heel goed , mijnheer Nugent , doe ' t maar ; dacht ik bij mij zelve . Schandelijk ! Laag ! er zijn geen woorden genoeg om mijn handel-wijs ( handelwijs ) af te keuren . Maar , lieve hemel ! wat is een mensch in zijn woede ? Op mijn heilig woord van eer , niets anders dan een onmensen , een wild dier t Als ' t u ooit weer mocht gebeuren , kijk dan eens in den spiegel , en gij zult zien dat uw booze gedachten op uw gelaat liggen uitgedrukt , en dat ge niets anders ziet weer-kaatst ( weerkaatst ) dan een dier — en nog wel een leelijk kwaadaardig dier !
" Gij vraagt wat mijn stilzwijgen beduidt P » zeide Nugent .
Hij behoefde slechts zijn stem wat te laten dalen , om zijn broeder volkomen na te bootsen . Hij zeide deze paar eerste woorden met zooveel behendigheid , dat ik — als ik hem niet voor mij had zien staan — zou hebben gezworen dat Oscar in de kamer was .
// Ja ,» zeide zij , " dat vraag ik .»
» Ik ben stil ,» ant-woordde ( antwoordde ) hij ,» omdat ik wacht ."
" Waar wacht gij op ?"
" Dat gij mevrouw Pa-trolungo ( Pa-trolungo ) om vergiffenis vraagt .»
Zij trad een stap terug . De onderworpen Oscar nam voor ' t eerst van zijn leven een gebieden-den ( gebiedenden ) toon tegenover haar aan , en de onderworpen Oscar vervolgde , in plaats van haar tijd te geven om te spreken :
» Mevrouw Patrolungo ueeft u om verschooning
gevraagd , en gij hadt haar die moeten schenken ; gij hadt haar voorbeeld moeten volgen , ' t Is treurig u te zien en te hooren . Gegedraagtuondankbaartegenuw beste vriendin ."
Buiten zich zelve van verbazing hief zij haar gelaat en haar handen op ; ze zag er uit alsof zij haar eigen ooren niet kon gelooven .
« Oscar !» riep zij uit .
» Hier ben ik ,» zeide Oscar die juist op ditoogenblik de deur opende .
Zij keerde zich als een bliksemstraal naar de plaats van waar zijn stem kwam . Zij had het'bedrog ontdekt door Nugent tegenover haar gepleegd , en een kreet van verontwaardiging galmde door de kamer .
Oscar liep haar ontsteld tegemoet , doch zij duwde kern driftig van zich af .
" Ben bedrog !" gilde zij . » Een gemeen , lafhartig bedrog op mijn blindheid gepleegd ! Oscar ! uw broeder heeft u nagebootst , uw broeder heeft mij met uw stem aan-gesproken ( aangesproken ) . En die vrouw , die zich mijn vriendin noemt — die vrouw stond er bij en hoorde het en waar-schuwde ( waarschuwde ) mij niet . Zij moedigde het aan ; zij schepte er genoegen in . Die slechtaards ! Ik wil niets meer met ze te doen hebben . Zij zijn in staat tot allerlei streken . Zij had altijd een hekel aan u , lieveling , van ' t eerste oogenblik af — zoodra uw broeder hier kwam was ze met hem ingenomen . Als wij getrouwd zijn moeten we niet op Dimchnrch blijven ; we moeten op een plaats
TARTAARSCHE HERDER . — ( BIz . 8 .)
gaan wonen die hun onbekend is . Die twee spannen tegen u en mij samen . Neem u in acht voor hen ! Neem u in acht voor hen ! Zij zeide dat ik op uw broeder zou zijn verliefd geworden , als ik hem ' t eerst had ontmoet . In die woorden ligt echter een diepere beteekenis dan gij oppervlakkig zoudt denken . Het beteekent dat zij ons van elkander zullen vervreemden als ' t mogelijk is . Ha ! ik hoor iemand bewegen ! Heeft hij met u van plaats verwisseld ? Spreek ik op ' t oogenblik tot u'i O , mijn blindheid ! Mijn blindheid ! Ach God ! ' t meest hulpe-looze ( hulpe-looze ) , ' t meest beklagenswaardige schepsel is datgene dat het gebruik van zijn gezicht mist !»
Nooit in mijn leven hoorde ik zoo iets vreeselijks en droevigs als het onzinnige vermoeden en de rampzaligheid die uit haar woorden sprak . Zij sneden mij door ' t hart
Ik had onbezonnen gesproken — ik had niet goed gehandeld , maar had ik dat verdiend ? Neen ! neen ! nog eens neen ! Dat had ik niet verdiend . Ik wierp mij op een stoel neder en begon te schreien . Mijn tranen ver-oorzaakten ( veroorzaakten ) mij pijn aan mijn oogen , mijn snikken schokten mijn hoofd . Als ik vergif bij de hand had gehad , zou ik ' t hebben kunnen drinken — ik was zoo woedend en zoo ellendig ; zoo beleedigd in mijn eer , zoo gewond in mijn hart .
De eenige die haar antwoordde was Nugent . Onbe-zorgd ( Onbezorgd ) wat er de ' gevolgen van mochten zijn — sprak hij haar in eigen persoon van ' t tegenovergestelde einde
der kamer aan — en deed haar de allerbe-langrijkste ( allerbelangrijkste ) vraag die iemand haar ooit had gedaan .
» Zijt ge er wel zeker van , Lucilla , dat ge uw leven lang blind zult blijven ?"
Een doodelijke stilte volgde op deze woorden . Ik veegde mijn tranen af en sloeg de oogen op . Terwijl zijn broeder sprak , had Oscar haar — naar ik meende — in zijn armen gehouden , om haar zachtjes tot bedaren te brengen . Op ' t oogen-blik ( oogenblik ) dat ik opkeek , had zij zich juist van hem los gemaakt . Zij trad ecB stap vooruit naar dat gedeelte der kamer waar Nugent stond — en bleef , met haar gelaat naar hem toegekeerd , staan . Al haar denkvermogen was stilzwijgend gevestigd op het nieuwe denkbeeld , dat hij in haar geest had opgewekt . Nooit — noch in haar kinderjaren , noch op latercn leeftijd , had het vooruitzicht van haar gezicht terug te krijgen een onderwerp van over-weging ( overweging ) bij haar uitge-maakt ( uitgemaakt ) . Er was geen spoor meer bij haar te ontdek-ken ( ontdekken ) van de verontwaar-diging ( verontwaardiging ) die Nugent haar , nog zoo kort geleden , had ingeboezemd . Er was geen zweem te bespeuren van het zenuwlijden dat zijn tegenwoordigheid vroeger op den dag bij haar had opgewekt . De eenige aandoening die zich van haar meester maakte was verbazing — verbazing die haar tong verlamd hield , verbazing , die hulpeloos en werktuigelijk wachtte om nog meer te hooren .
Ik wendde mijn oogen van haar af om Oscar gade te slaan . Zijn oogen waren op Lucilla gevestigd — en sloegen al haar bewegingen gade . Hij sprak tot Nugent zonder hem aan te kijken ; bezield , naar ' t scheen , door een onbestemde vrees voor Lucilla , die zich langzamer-hand ( langzamerhand ) ontwikkelde ineen onbestemde vrees voor zich zei ven . " Bedenk toch wat ge doet !» zeide hij . » Zie haar eens aan , Nugent — zie haar eens aan ."
Nugent naderde zijn broeder langs een omweg , zoodat hij Oscar tusschen zich zclven en Lueilla plaatste . - Zijt gij boos op mij ?» vroeg hij . Oscar keek hem verwonderd aan . » Boos op u ,» ant -
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer