Archieven

 

De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 32
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
32
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
8
DE OLIJFTAK .
Ik ben Vrijdag avond deelgenoot geweest van dit feest , en ik zou het niet gaarne hebben verzuimd . Dat was , ja , een feestavond ! Van zeven ure af tot één ure in den nacht in Diligentia ! Het zou anders wel wat veel gevergd zijn van een letterlievend gehoor , maar .. . het was een feestavond ! En de tijd , « met zijn pijlsnelle vaart ,» is op zulk een avond niet minder meêdoogenloos dan anders . Vraagt men mij , was er dan iets te gerekt in het programma , iets , dat best gemist had kunnen worden , ik zou wellicht een kwartiertje kunnen beknibbelen op de openings-rede ( openings-rede ) van den heer Van Putten , maar anders zou ik niets hebben weten uit te winnen . En toch — er geurde wel spijze voor twee avonden en meer op dezen smakelijk toebereiden disch . Laat ik vluchtig de renuc passeeren en enkele indrukken teruggeven . De Jubel-ouverture ( Jubelouverture ) van den heer P . Broek was een verdienstelijk kunstwerk , en bracht de aanwezigen in eene ware feestelijke stemming . Nu schoof het gordijn van Dili-gentia ( Diligentia ) open , en daar zat het Bestuur , in '' t midden de beschermheer van ' t genootschap , mr . B . Th . baron van Heemstra van Proraa en Eibersburen naast den eere-voorzitter ( eerevoorzitter ) Dr . Wap . De heer van Putten sloeg in eene breede sehiftuur een terugblik op Nicuwtands tienjarige letter-baan en kweet zich daardoor van zijne taak als voorzitter met stipte nauwkeurigheid . Levendiger was de fiksehe improvisatie van den jeugdigen Dietz , president der banier-oommissie , die aan de Vereeniging een allerkeurigst vaandel ter hand stelde , waarvoor de vervaardigster , mej . Hammecher te liotterdain , aller lof inoogstte : wat frissche krans van lauweren en eiken-loof ( eiken-loof ) , zinnebeelden van den roem der kunst en van de eer der nuttige wetenschappen ! Blijve deze banier door ' t Genootschap steeds ongeschonden bewaard en worde zij nooit bezoedeld door ongewijde hand !
Nu ruischten de toonen van de gaanderij , waar , aan de linkerzijde , het orchest , en in ' t centrum het koor en de solo's hadden plaats genomen en met spanning ' t oogcnblik verbeidden , dat ' t orchest de inleiding zou hebben volbracht . De feestcantate , muziek van den heer Wirtz , woorden van Dr . Wap , had zeer schoone perioden : vooral liet koraal met piano-begeleiding bracht de talrijke toehoorders in verrukking . Het slotkoor vol-deed ( voldeed ) mij ' t meest : het werd met bezieling aangeheven . Om al ' t schoone dezer cantate te waardeeren , zou men haar echter eene tweede maal moeten hooren . De solisten waren krachtig en zuiver .
Eene aangename afwisseling bood het door drie leden opgevoerde tooneelstukje : // De geschiedenis van Nieuw -
land en nog iets algemeens ,» gevloeid uit de pen van een geestig Eere-lid ( Eere-lid ) , dat echter uit nederigheid of om een andere reden niet genoemd wilde zijn . Het stukje , getoetst aan de aanspraken , die een gelegenheids-stukje mag doen gelden , was wèl gelukt , ' t Tienjarig leven van ' t genootschap werd er met talent in teruggegeven . Maar de geestigste tirades waren de parodie op Öpan-daw's ( Öpan-daw's ) Vogelnestje en de ontmaskering van Nurks . Enkele toespelingen op ' t ambtenaarsleven schenen haast den schrijver te verraden . De karakter-rol van Nurks werd door den heer H . C . Carpentier onberispelijk uitgevoerd . De banier-marsch ( banier-marsch ) van het Eerelid Broek , voorgedragen terwij 1 de fraaie standaard voor het tooneel omhoog werd geheven , besloot met zijn opwekkende toonen dit gedeelte van het programma .
Het was ruim half elf ure , toen het tweede gedeelte aanving , dat een echt kunstgenot beoogde en ook verschafte . Dit gedeelte namelijk vormde eene reeks van vijf taferee-len ( taferee-len ) uit het leven van Pieter Nieuwland , een dichter wiens beeltenis prijkte boven het tooneel , terwijl ter rechter - en linkerzijde de portretten hingen van Bernardus de Bosch-de ( Bosch-de ) Vries en Jeronymus de Bosch , die voor de opleiding des dichters hadden zorg gedragen . Het gansche leven van den grooten man werd plastisch geschetst in vijf mimische tafereelen , telkens besloten door een decla-matore ( decla-matore ) voordracht welke een gansche periode van dit kort , maar merkwaardig leven omvatte . Deze mimische voorstelling was , èn wat vinding , èn wat uitwerking , en wat versiering , èn wat uitvoering betreft niet alleen een voortdurend acsthetisch genot , maar een ware tragedie , hoogst aandoenlijk door hare eenvoudigheid en hare realiteit . De vinding en uitwerking was ' t dichterlijke , welgeslaagde werk van Dr . Wap , wiens breede , ernstige en tevens gevoelvolle verzen de statigheid en den ver-edelenden ( veredelenden ) zin der voorstelling verhoogden en ten lui diep-geschokt gemoed der hoordejs de innigste tranen ontlokten : — de versiering was het niet genoeg te waar-deeren ( waardeeren ) voortbrengsel van onzen kundigen en smaakvollen David Bles , die de roerende schilderij had geplaatst in een haar waardige lijst , waarin de vorige eeuw tot in de geringste bijzonderheid was afgedrukt : — de uitvoering was voor ' t grootste gedeelte het uitvloeisel van de rijke tooneelwetenschap en den onverflauwdcn kunstzin van den toonocl-regisseur ( toonocl-regisseur ) Hammecher , die daardoor een nieuwen lauwer vlocht in den schitterenden krans van zijn welverdienden roem . De gansche mimiek was door hem geleid en , zoo alle vertooners en al de geniusseu bekwaamheid en aanleg ten toon spreidden ; zoo vooral
de vier dames , die zwijgend of sprekend optraden , in de eerste plaats konden dingen naar den eereprijs der Dramatische Kunst , — aller harten werden innig verteederd en hoog opgetogen door de bezielde mimiek van de negenjarige jongejufvrouw Marie Lorjé , die den twee-strijd ( tweestrijd ) tussclien ' t lagere en ' t hoogere levensberoep op on-vergelijkelijk ( onvergelijkelijk ) schoone wijze in ' t licht stelde . Voorde jonge-jufvrouw ( jongejufvrouw ) Lorjé , bloedverwante en leerlinge tevens van den heer Hammecher , schijnt eene schoone toekomst weggelegd ; zij heeft eene buitengewone wijding voorde kunst ; maar men vordere op haren leeftijd niet te veel van hare krachten ; men gunne haar vooral den tijd tot algemecne ontwikkeling en studie .
Waar zooveel buitengewoons zich vereenigde , waar de indruk van ' t geheel werd verhoogd door het uitmun-tend ( uitmuntend ) muziek-acconipagnement ( muziek-acconipagnement ) van den heer Lefèbre op het orgue-Alexandre ( orgue-Alexandre ) , daar beseft inen , dat slechts ééne stem opging , die van de oprechtste tevredenheid . Deze voorstelling — was de algemeene uitroep — was iets geheel nieuws , iets verrassend schoons , iets plechtig verhevens . Hier leerde men eerst ' t gezegde van Boileau : // Rien n'est beau que Ie vrai // in zijn waren zin verstaan .
Na den afloop der voorstelling werd de cijns der dankbaarheid betaald aan den heer Hammecher en den eere-voorzitter , Br . Wap , die wederom van dit feest kan getuigen : // quorum pars magna fuif ( ik ben daarvan een groot deel geweest ). Maar , als ik mij ging mengen in dit koor van dankbare feestvierende harten , waar zou ik beginnen , waar eindigen ? Een ieder deed het zijne , of het hare naar kracht en vermogens : bij allen bestond de wil om het schoone ook schoon te doen klinken . Neen ! liever dan een woord van dank , een woord van opwekking aan Nietjwlands letterschaar . ' t Schoone feest ontsluiere eene schoone toekomst voor deze jeug-dige ( jeugdige ) , maar krachtige Vereeniging ! Gij hebt , ijverige jongelingen , uw doel bereikt ; gij hebt thans uwe plaats veroverd in den tempel der Haagsche kunst ; maar tracht standvastig die plaats te behouden door nederige en onbezweken toewijding aan de kunst ! Draagt vooral geen valsche offerhande aan op het heilige outer der Welsprekendheid . Ook » de Wetenschap // der Kunst blijve voor u geen geheim , niet alleen de poezy worde door u vertolkt , maar de kritiek dier poezy nagegaan en be-studeerd ( bestudeerd ) . Natuur en Waarheid blijven uwe gidsen ; Studie en Wetenschap mogen uwe fakkels zijn !
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer