Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 379

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 379
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
379
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
D E O L IJ F T A K . 3
LIEFDE OÏÏDEB EI BOTEN TJEI GEOND .
— EENE NOVELLE . —
( Naar het Eransch .)
—>*- S -*<—
VI
( Slot .)
Liefde is Macht .
C . PRUIS V . D . HOETEN .
Op het losse zand , dat onder onze voeten golfde , volgdenu een weg die met derj daad heel steil en scherp was.De ziltige deeltjes , die mijne lippen ■ doortrokken,verkondigden mij de nabijheid der zee . Wij klauterdeneene steile helling op , en ik begreep door de snellekromming van den weg , dat wij een eng ! steenen padvolgden , hetwelk nu rechts dan links langs eene zwarerots liep . Dikwerf noodzaakte de rots ' ons tot een sprongen we moesten ons aan zijne scherpe punten krampach-tig ( krampachtig ) vastklemmen . Eenmaal wankelde ik , en het scheenmij toe dat ik in eene ontzettende diepte zou neder-storten ( nederstorten ) . Vader Jozef hield mij tegen , ik voelde dat hijzijn stok als eene leuning plaatste tusschen mij en denafgrond , ik had werkelijk bewustheid van het gevaar:het woest geluid der baren , die schuimende opstegen uiteenpeillooze diepte , maakte mij duizelig . Mijn gids sprakniet , zijne hijgende ademhaling verried zijne vermoeid-heid ( vermoeidheid ) en de zware inspanning , die hem deze steile opklim-ming ( opklimming ) kostte . "~ TZ '' 1 ZZ , Eindelijk werd het zand meer gelijk , eene " frisschelucht woei mij in het aangezicht , de band , die mijneoogen bedekt hield , viel weg , en ik zag ... het ont-zaglijkste ( ontzaglijkste ) schouwspel dat ] men zich voorstellen kan.j
Den Atlantischen Oceaan zagikinzijnegeheelemajes-teuze ( zagikinzijnegeheelemajesteuze ) grootheid grenzeloos ' voortrollen tot aan'.het uiterste deel der zichtbare wereld ,! die aan den | horizon een gouden streep teekende ; ja , in zulk een gouden lijst was deze reusachtige en stralen-rijke spiegel besloten .
De vlakte der zee , beschenen door de zon , wiegel-de ( wiegelde ) zachtkens op en neder , als ware zij aaneengeschakeld uit tal van vreeselijke golven , die voortgejaagd uit eenig verafgelegen middenpunt —■ waar de storm bruischte — nu meer rustig kwamen aanrollen , maar die toch nog altijd verschrikkelijk genoeg op de rotsen met donderend geluid werden gebroken .
Geen eiland was er op die vlakte te zien , geen zeil te ontdekken op het blinkend blauw dier uitgebreide wateren , die de Oude en Nieuwe Wereld met elkander verbinden . Wij waren op de kruin vanErezijn-Dinas , een der hoogste steile kusten van Cornwallis . Zestien honderd voeten daar beneden beukten de golven den slagboom van graniet , en vielen in schuim terug , tot op het voetpad dat wij met zoo veel moeite hadden be-klommen ( beklommen ) en dat heenkronkelde langs de afgebrokene kanten van den berg . Het oog omvatte van deze hoogte de bochten der kust , hare diepe scheuren , hare ontzet-tende ( ontzettende ) voorgebergten .
Ter linkerzijde rezen de groene rotsen van Zennor op , gekroond met varenkruid ; ter rechterzijde vond men de Baai van St . Yves , wier ingangen verdedigd worden door de verschrikkelijke onderzeesehe klip van Pierres , die niets anders is , dan het verlengstuk van de rotsige punt van Godrevy en die meer dan een mijl in zee voortloopt . Jozef deed mij haar onderscheiden door de witachtige kleur van het water , ' t welk onophoude-lijk ( onophoudelijk ) woelde en worstelde tegen het verborgen beletsel . *— Merkt gij daar beneden , mijnheer , wees hij mij in dezelfde richting , dien bijzonder kleinen zandigen oever op , die van hier gezien een punt in de ruimte schijnt te wezen , en die op dit oogenblik bij de ebbe zicht-baar ( zichtbaar ) is ?
// Welnu , het zal in de aanstaande maand September vijf-en-twintig jaren geleden zijn dat aldaar eene ont -
zettende , doch tevens treffend schoone gebeurtenis plaats greep , die mij tot een krachtig voorbeeld verstrekte . Ik werkte in de nabij gelegene mijnen van Huel-Alfred ( HuelAlfred ) . Ik had St . Piran verlaten , daar ik het in ons arm en ledig huis niet langer uithouden kon , maar al was ik van plaals veranderd , mijn leed droeg ik evenwel met mij mede . Ik was het leven moê , en vroeg mij zelven af , waartoe ik op de wereld was , en waarom ik er bleef ? - - Op een Zondag morgeu was er een storm uit het westen ; de wind had geheel den nacht geloeid , de zee stond hol , de vlokken schuim werden opgejaagd tot aan de kruin ' waar wij ons nu bevinden . De hemel was zwart , en de storm bulderde al meer en meer . Gelukkig was er geen schip in het gezicht , de visschers en al de be-woners ( bewoners ) van het dorp Huel-Alfred waren in de kerk onder de preek . De storm schudde het oude gebouw , en maakte bij oogenblikken de stem van den leeraar onhoorbaar . Met den heiligen Paulus , zeide hij : // Al sprak ik al de talen der menschen , ja zelfs die der Engelen , en ik had de Liefde niet , zoo ware ik een klinkend metaal en eene luidende schel gelijk ,// — en nabij het einde gekomen , verhief hij zijne stem nog meer , en sprak : // nu zien wij God door eenen duisteren spiegel , en onder donkere wolken , maar welhaast zal ik Hem kennen , gelijk ik zeif door Hem gekend word ! Hij sprak met vuur , en sedert dien tijd zijn mij die woorden dikwerf voor den geest gekomen . Hij kwam van den predikstoel af , en men begon psalmen te zingen , toen er een doffe kreet uit het portaal doordrong in het binnenste der kerk . Men hoorde mompelen : // een zeil in het gezicht ! Een sehip drijft er af naar de Pierres .// — De leeraar maakte een teeken met de hand . // De Liefde is het beste offer , sprak hij , handelen dat is bidden . Snellen wii ter hulp naar onze broeders henen die in gevaar zijn .//
Hij was de eerste die naar buiten ging , wij volgden hem . De regen viel in stroomen neder , en het terug-slaan ( terugslaan ) van de branding , die op meer dan honderd voeten hoogte wolken van schuim in de lucht slingerde , vormde
In een zeldzaam helder oogenblik ontdekte men , even door de dikte van den nevel henen , een schip waarop men wanhopige pogingen deed om het in het ruime sop terug te brengen , maar elke rukwind drong het al nader bij de kust , en deed het de klip naderen . De masten waren door den storm reeds weggeslagen , of misschien gekapt geworden , om minder wind te vangen , de boegspriet alleen was overgebleven .
Wij beproefden eene boot naar buiten te brengen , doch de lieden waren er gelukkig nog niet ingeklommen toen de notendop , weggeslingerd door een aanrollende golf , tegen de rots werd verbrijzeld ; een tweede on-derging ( onderging ) hetzelfde lot . — Het gevaar werd elke minuut dreigender .— Het schip , met schrikbarende snelheid voort-gesleurd ( voortgesleurd ) , was slechts enkele vademen meer van een rotshoofd verwijderd dat tusschen wind en water ge-legen ( gelegen ) was . De regen viel heviger , de mist werd dikker , men zag niets meer , alleen hoorde men een jammerlijk geschrei .
De leeraar stond op het strand , hij beklom een klein mager paard , dat gewoon was hem op zijne herderlijke bezoeken door de duinen te dragen .
// Er is iets sterker dan het ijzer en het hout — zeide hij tot ons — namelijk het hart van den mensch .
// Voorwaarts , mijne vrienden !//
En vast besloten begaf hij zich in deze woedende zee . Wel zou hij een lafaard zijn geweest , die hem niet ware gevolgd !
Wij vormden een ketting , zij die zwemmen konden maakten de voorhoede uit , en hielden elkander bij de hand ; zoodoende kwamen wij door de branding henen . Geduchte stortzeëën rolden over ons heen , en dikwerf konden wij ons niet staande houden , maar hij ... ging en bleef gaan . Eensklaps en als door een wonder klaarde de mist op en er was ... geen schip meer te zien ... men zag niets meer dan een mast ... drijvende op het water , en eene vrouw die zich met de eene hand krampachtig
vastklampte aan een stuk scheepswant , terwijl zij me de andere een kind hield vastgeklemd . De afstand was wel niet groot , maar tusschen hen en ons rolden baren van bergen hoogte .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer