Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 374

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 374
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
374
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE O L IJ F T A K .
^———— — JU ■ - -■! ( - )
bracht , heeft mijne reeds hooggespannen verwachting verre overtroffen ; ik wenseh uvan harte geluk met uwe gezelschapsdame , maar ge zult haar toch niet uitsluitend voor u zelve houden , ge moet haar na en dan ook eens aan de wereld afstaan , ik weet zeker dat ze daarin schitteren zal en ik mag toch hopen in uw vriendschaps-verbond ( vriendschapsverbond ) opgenomen te worden ?" Zonder eenig antwoord af te wachten verliet hij met een langzamen , slependen tred de kamer .
Zoo schenen dan al de illusion van Helena verwezenlijkt te zullen worden .
Welk een verschil dat leven hier , en dat op haar stil dorpje ; ze kon maar niet begrijpen , dat zij zich zoo jaren lang daar had kunnen vergenoegen ; het was alsof ze voor het leven in de groote wereld geschapen was . Welke genoegens bood dat leven haar aan ! Het eene feest volgde op het andere in den uitgebreiden kring , waarin van Hoogenveld met zijne zuster verkeerde . Overal waar Helena zich vertoonde , had men behagen in het ongekunstelde , schoone , geestvolle meisje . Met dat al vergat Helena het doel niet waarmee ze Emilie ge-volgd ( gevolgd ) was ; ze verzocht Emilie haar iemand aan te wijzen , die haar inlichten kon over de mogelijkheid zich een onafhankelijke positie te verschaffen . Want dat zij eene plaats als gouvernante zoeken zou , daarvan wilde Emilie niet hooren ; met iederen dag werd Helena onmisbaarder voor haar . Ofschoon Helena al spoedig gemerkt had , dat Emilie iets voor haar verborg , en zij volstrekt niet in haar geheimen dringen wilde , wist ze toch met vrouwelijken tact te troosten en^te bemoedigen , zonder te laten blijken dat ze de oorzaak van de droefgeestigheid , die Emilie van tijd tot tijd overviel , giste . Ze begreep nu waarop deze gezinspeeld had , toen ze sprak van eene zware taak , die ze te vervullen had ; zeker was het eene zware taak de eer van het huis van Victor van Hoogen-veld ( Hoogenveld ) te moeten ophouden ; dat gestadig bezoeken of geven van partijen , het kwam niet met Emilie's aard overeen , en hare wel wat zwakke gezondheid was er niet altijd tegen bestand . Hoe dikwijls bespeurde Helena dit wanneer men na den maaltijd rustig bij elkaar zat , terwijl Emilie verheugd was te kunnen uitrusten van eene vermoeiende partij van den vorigen avond , en Victor plotseling opstaande tot de dames zeide , dat , als ze lust hadden meê naar de Opera te gaan , ze zich dan spoedig gereed moesten maken , want dat hij binnen een uur daarheen ging .
Dan kwam er soms eene uitdrukking op Emilie's gelaat alsof ze alles ter wereld had willen geven wanneer ze dien avond eens te huis had kunnen blijven ; toch stond ze meestal op , kleedde zich en ging meê .
Waarom geschiedde dat ? Waarom liet ze Victor niet alleen gaan , wanneer zij zelve liever te huis bleef ? Dat was een raadsel voor Helena , evenals het feit dat ze menigmaal opgemerkt had , dat indien Victor des avonds zonder de dames uitgegaan was , Emilie op hem bleef wachten . Hoe nienigwerf had zij broeder en zuster dan hooren spreken ; en ofschoon Helena alle moeite deed om niet te luisteren , hoorde zij toch van hare kamer enkele woorden waaruit zij moest opmaken dat Emilie op een smeekenden toon sprak . Wat had dat alles te beteekenen ? Het oplossen van dat raadsel was nog niet het eenige dat Helena telkens aan Victor deed denken ; neen er was iets dat haar meer bezig hield : het was de koude onverschilligheid waarmee Victor al die opofferingen van Emilie aannam ; hij scheen niet eens te bemerken , dat het opofferingen waren ; de overdrevenste liefdeblijken vatte hij op als iets dat van zelf sprak . Welk punt Helena ook aanroerde om van hem uit te lokken of hij ook voor iets ter wereld eene be-paalde ( bepaalde ) voorkeur of een tegenzin had , het was alles vergeefs . Kon ik toch maar een vonk van leven in dat marmeren beeld brengen , dacht Helena ; tot nog toe zag ze er geen kans toe . Hij kon van eene partij te huis komende over de menschen , die hij zoo even met vriendschaps-betuigingen ( vriendschapsbetuigingen ) verlaten had , op eene manier spreken , die Helena het bloed naar het gelaat deed vliegen ; hij kon van zoogenaamde vrienden , wien hij zoo even de hand had gedrukt , onbarmhartig kwaad spreken , zoodat zij wel moest uitroepen : waarom gaat ge dan met zulke
slechte menschen om ? Dan was het antwoord gemeenlijk : omdat ze tot de groote wereld behooren , omdat ik me op hunne diners amuseer ; wat geef ik er verder om ? Helena ergerde zich over dat alles en toch was het natuurlijk gevolg er van , dat ze veel te veel aan Victor dacht ; wat ze deed en waar ze was , altijd stond de man , die naar het uiterlijk bijna volmaakten naar het innerlijke zoo vol gebreken was , voor haren geest . En dit alleen , om uit te vorschen wat toch wel het hoofdgebrek in hem zijn zou , dat aan zijne zuster zooveel verdriet veroorzaakte . Zoo verliepen verscheidene weken . Eindelijk had Emilie den man gevonden , die oordeelen zou waartoe Helena geschikt was . Te dier gelegenheid scheen het wel alsof het ideaal dat Helena zich eens gevormd had van het leven , dat zij leiden zou wanneer ze in Emilie's plaats was , tot werkelijkheid zou komen , want de beide meisjes hadden uit haren kring die heeren en dames gekozen , die ze voor haar doel geschikt achtten , en met deze een gezelschap gevormd dat wekelijks een avond ten huize van Emilie vergaderde . Men hield zich dan uitsluitend met letterkunde en muziek bezig ; men las en beoordeelde het gelezene en daarbij kwam Heiena's buitengewoon helder verstand en vlugge bevatting recht goed uit . Haar oordeel was meestal het juiste en steunde op zulke goede gronden , dat de toehoorders soms ver-baasd ( verbaasd ) stonden , dat zij niet zelve terstond de meening van den schrijver hadden opgevat . Onder dit gezel-schap ( gezelschap ) bevond zich een persoon , die algemeen als ver-standig ( verstandig ) en buitengewoon kundig werd erkend . Hij heette de Grandville en was van oorsprong een Eransch-man ( Eransch-man ) , wiens grootouders reeds met de fransehe omwen-teling ( omwenteling ) hun vaderland verlaten hadden . Hij was zoo wat van gelijken leeftijd als Victor ; overigens had hij vol-strekt ( volstrekt ) niets met dezen gemeen . Zijn uiterlijk was zeer al
En werkelijk wendde hij zich lot Helena . Deze was ten zeerste verheugd , dat de Grandville zoo gunstig over haar dacht ; wel was ze een weinig bevreesd , de pen te voeren , want zij wist te goed dat het geheel iets anders is de werken van anderen mooi te vinden en te beoordeelen of zelf iets te leveren , dat er maar even door kan .» De Grandville hield echter zoo zeer aan , dat zij eindelijk beloofde het te zullen beproeven , onder voor-waarde ( voorwaarde ) , dat hij , alvorens het door haar geschrevene in zijn tijdschrift op te nemen , het aan hun gezelschap zou voorlezen , zonder dat men vooraf zou weten , wie de schrijfster was . Dan behoefde ze zoo erg niet meer be-vreesd ( bevreesd ) te zijn voor het publiek oordeel ; ze kon dan in zekere mate zelf de kritiek hooren en daarvan bij latere gelegenheden partij trekken . De Grandville nam daar genoegen mede en de overeenkomst was getroffen . Iederen morgen zonderde Helena zieh nu eenige uren in hare
kamer af en schreef vlijtig totdat de avond kwam waarop haar manuscript zou voorgelezen worden . De Grandville verscheen het eerst en zij overhandigde hem haar opstel . Nadat alle leden van het gezelschap waren bijeen-gekomen ( bijeengekomen ) , trad geheel onverwacht Victor van Hoogen-veld ( Hoogenveld ) binnen . Tot hiertoe had hij zich niet verwaardigd deze bijeenkomsten bij te wonen . Zeker heeft . Emilie hem deelgenoot gemaakt van het geheim , dacht Helena bij zijn binnentreden , en haar hart tintelde van vreugde . Wanneer ik hem eens liefde voor de letterkunde kon inboezemen , peinsde zij , wanneer hetgeen ik geschreven heb hem nu eens beviel , en hij dan onzen kring gedurig bijwoonde , dan zou hij daardoor reeds huiselijker worden . Wat zou die lieve Emilie verheugd zijn , als ik hem , terwijl hij mijne voortbrengselen prees , er toe brengen kon andere schrijvers te lezen . Moet hij dan niet be-paald ( bepaald ) veranderen . Zou hij bij het lezen van de edelste , verhevenste uitdrukkingen van het gevoel , niet langzamer-hand ( langzamerhand ) zijne eigene koude gevoelloosheid laten varen ? En zou dit niet veel gewonnen zijn ? Ja dat kon haar streven zijn : Hem , Emilie's broeder , moest ze door hare geschriften tot een ander mensch pogen te maken . Een blos , door de schoonste verwachtingen te voorschijn geroepen , versierde haar bevallig gelaat toen de Grandville zijne voorlezing begon ; hij had het gezelschap verwittigd , dat hij eene novelle had meegebracht , die een ontluikend talent hem voor zijn tijdschrift gezonden had ; hij wilde nu het oordeel van de hier vergaderden hooren , en daaruit besluiten of het , al of niet , voor zijn tijdschrift geschikt was .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer