Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 357

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 357
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
357
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
5
eens , voor zijn en ons genoegen , want er is geen mijn-werker ( mijnwerker ) die hem niet lief heeft , en aan wien hij geen dienst-—groot of klein ,— bewezen heeft , maar hij kan er sedert zijn ongeval niet meer in werken .»
Heeft hem een ongeluk getroffen ?
Ja , Mijnheer , hij heeft zich meer dan eenmaalvoor de anderen gewaagd , en is altijd behouden gebleven,maar de laatste maal had hij zijn leven bijna moetenverliezen om het mijne te redden .
Hoe dat ? —
Ik zal het u verhalen . Wij waren te zamen in eengang waarvan de ader was afgebroken , ' t geen gebeurtals de rots door een vroegeren schok uitgezakt , de ertsheeft opgelicht ; men verliest dan zijn spoor en heeft veelmoeite om het terug te vinden . Om verder te komen,moet men de rots laten springen . Jozef , als de oudstevan allen , was belast , zoowel met het maken van eengat , dat men met , kruid ir.oet vullen , alsook om er delont bij te leggen , bij welke wij vuur moesten brengen,eer wij uit de mijn klommen . Het was de eerste maaldat ik mij bij zulk eene gewichtige taak bevond , en ikwas een weinig bedwelmd.Ik weet niet of ik een ver-keerd ( verkeerd ) teeken gaf , of datzij mij boven aan de putverkeerd begrepen , dochzooveel is zeker dat zij,in plaats van de grootemand , een kleine neder-lieten ( neder-lieten ) , die slechts vooréén man ruimte had . VaderJozef zag dit met éénoogopslag . Er was geentijd te verliezen , het vuurliep voort . Eensklaps slaathij mij de armen om hetlijf , tilt mij van den grondals ware ik een veder — want hij was een dersterkste der gezellen — enzette mij in de mand . Ikverzette er mij tegen , enziende dat wij beiden niettegelijk naar boven konden,wilde ik dat hij zou gaan.Neen ! neen , gij bemint Nannie , zij bemint u , uwleven behoort haar ! Ik , ikben alléén op de wereld , ik stel mij in Gods hand ! —
tot mij zelven gekomen , . Jozef !... // Men begreep de mand , en nu spoediger opgetrokken , doch zij was toen eene vreeselijke ontplof-fing ( ontploffing ) den grond deed beven . — Zoo was het dan gedaan met mijn getrouwen kameraad .... de mand kwam ledig boven . Ik deed eene ton groot genoeg voor twee personen aan den takel hechten , en wierp er mij in ; ik wilde dan toch voor het minst zijn lichaam boven brengen . De mijn put was geheel met rook en reuk van het kruid gevuld . Ik sprong op den grond , doch ik zag niets , ik stootte bij iederen tred tegen de stukken rots die in den gang verspreid lagen ; ik zag zoo veel ik kon , en hoorde zoo scherp mogelijk , en begon reeds te mompelen : // alles is voorbij ,// en toch bleef in het diepste van mijn gemoed nog zekere hoop ... ik meende in de nabijheid eene flauwe , zwakke stem te hooren .... Ik riep en ging steeds vooruit . Eindelijk werd ik bij . het licht mijner kaars met ontroering eene onbewegelijke klomp in een holte van de rots gewaar .... het was .... Jozef ..., bedekt met bloed , .... stervende ...
Men begon de mand op te hijschen , het vuur liep steeds voort en bereik ie bijna de rots . Ik was meer dood dan levend , en toen ik boven kwam , zoodanig verdoofd dat ik onmogelijk spreken kon . Eindelijk schreeuwde ik : '/ Jozef .. mij , en andermaal daalde dan toen men haar had nanwelijks half weg
Nog haalde hij adem . Ik richtte hem op en droeg hem in de ton . Naarmate wij opstegen , kwam hij door de frissche buitenlucht iets bij .
— ... Het is niets , mijn jongen , zeide hij , zoodra hijspreken kon — God heeft mij ditmaal nog niet gewild.Ik ben een weinig getroffen geworden aan de armen enaan den schouder , doch met pluksel en den tijd zal zich allesherstellen ; overigens hebben wij mijnwerkers nimmerreden om ondankbaar te zijn .
Ja , niettegenstaande zijn lijden had hij altijd een goed woord , die arme brave man .
Waren zijne wonden zwaar ?
Zeer zwaar , mijnheer ! De schouder was hem ver-brijzeld ( verbrijzeld ) , en de regterarm op twee plaatsen gebroken,door de rotsbrokken die hem zelfs tot in de lendenen ge-troffen ( getroffen ) hadden . Het is een wonder dat hij er nog levendis afgekomen ; maar hij is er eensklaps oud door geworden;want de man dien gij hebt gezien is niet ouder dan twee - en-vijftig ( envijftig ) jaren , en men zou hem immers voor veel ouderaanzien . Zijne herstelling ging langzaam . Zoodra hijzich genezen meende , wilde hij het werk hervatten ,
— DE ST . ISAÜC's-KEKK U eETEKSISUKG — (. Biz . 7 .)
want hij had liefde voor zijn ambacht , en hield van zijn stand , maar bij den eersten houweel-slag dien hij deed , gevoelde hij dat hij niet meer dezelfde was . Het bedroefde hem in het eerst , als een goed werkman , doch als een waar Christen onderwierp hij zich aan zijn lot . Ik was met Nannie getrouwd , en wij beide lieten niets na om hem te verzorgen , hij was als een der onzen . De gedachte van ons tot last te zullen zijn , wanneer er eens kinderen kwamen , bekommerde hem niet weinig . Hij is gelukkig een man die groote hulpmiddelen bezit , en zeer bekwaam is . Men heeft hem benoemd tot schoolmeester van het kerspel , en hij heeft zijns gelijken niet in het onderrichten en vermaken der kleinen .
Toen hij zich in staat zag voor zich de kost te win-nen ( winnen ) , stemde hij er evenwel in toe bij ons te blijven . Sedert dien tijd brengt hij allerlei zegeningen over ons huis ; en onder deze is niet de geringste , dat wij hem altijd voor ons hebben , als een levend voorbeeld van hetgeen goed en edel is .
Het sloeg middernacht , ik drukte de hand van mijnen gastvriend , en ging de rust welke ik begon te gevoelen noodig te hebben , in zijn legerstede opzoeken .
III .
In gift ligt Artsenij .
SlIAKK-l'KAKi :.
Den volgenden dag na de preek , bij welke ik tegen-woordig ( tegenwoordig ) was , vertrokken Vader Jozef en ik , om het — den vorigen avond gemaakte plan ten uitvoer te brengen . Ik merkte nu voor het eerst dat mijn trids den rechterarm stijf en bijna beweege'.oos tegen het lijf hield . Zijn ongeval — zooals Ralph het noemde — ver-klaarde ( verklaarde ) mij maar al te goed het gebogene zijner hooge gestalte en zijnen vroegtijdigen ouderdom . Wij waren reeds oude vrienden . Het verhaal van Ralph had mij geleerd wat zelfopofferende grootheid er in deze een-voudige ( eenvoudige ) en sterke natuur werd aangetroffen . Hij van zijne zijde scheen ook in mij behagen te vinden .
Bij het uitgaan van Sint Pirans gingen wij voorbij den gapenden mond van een der putten , en zoovele ijverige wezens als er in de week aan den ingang dezer zwarte bijenkorf te vinden waren , zoo kalm en stil
was het er gedurende den Zondag . Men weet met welk eene angstvallige gestrengheid , men in Enge-land ( Engeland ) het vierde gebod in acht neemt .
Is het in deze mijndat gij den dood van zoonabij hebt aanschouwd?vroeg ik mijnen leidsman .
Ach , wie heeft udaarover gesproken , mijn-heer ( mijnheer ) ? Men moet wel zulkeen snapper als Ralj)hwezen , om daarover niette kunnen zwijgen , wantziet ge , hij heeft u zekerop vergrootende wijze eenehoogst eenvoudige zaakverhaald .
Het is toch geen ezoo eenvoudige zaak , wan-neer ( wanneer ) men zijn leven bloot-stelt ( blootstelt ) voor dat van eenander .
Mijn God mijnheer,het is meestal de gelegen-heid ( gelegenheid ) die ontbreekt en nietde goede wil . Ralph hadin mijne plaats hetzelfdegedaan , ja hij wilde hetdie brave jongen , op hetgevaar af om zijne oudemoeder en Nannie , zijnebruid , in wanhoop achter telaten . Men had wel laag-hartig ( laaghartig ) moeten zijn hem zijn zin te geven . Daaren-boven ( Daarenboven ) had ik hierin geene groote verdienste , daar ikveel verdriet had , en het leven mij sinds eenigen tijdzwaar begon te vallen , — welnu ! bij dat spel heb ikmijne treurigheid verloren , en alle mogelijke genoegenser door gewonnen . Ik was alleen , en thans heb ik eenlief gezin . Ik rust vóór den tijd , en leg een alleszinsaangenaam leven te midden van edele knapen , dienaar mij hooren en die mij meer eerbiedigen , danik misschien verdien , want op hunnen leeftijd stelde ikden arbeid niet op prijs . Ik was op een dwaalspoor endat het kwade mij niet meer bedorven heeft , is meer aande omstandigheden dan aan mij zelven toe te schrijven .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer