Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 352
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 352
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
352
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
BINNENLANDSCH OVERZICHT .
den Haag , 23 October .
De Minister van Koloniën , de heer van Bosse , heeft in de afgeloopen week de voldoening mogen smaken , dat de Indische begrooting voor 1872 met overgroote meerderheid werd aangenomen . Slechts vijf stemmen ver-klaarden ( verklaarden ) er zich tegen . Is daaruit af te leiden , dat de Minister het vertrouwen der Volksvertegenwoordiging bezit ? Neen ; de stemming over de Indische begrooting is geen votum van vertrouwen , althans bij de Tweede Kamer . Daar wordt de quaestie van vertrouwen gesteld bij het budget voor Koloniën .
De behandeling der Indische begrooting heeft zich ditmaal gekenmerkt door eene vlugheid , die toch geene vluchtigheid kon genoemd worden . De discussie was in-derdaad ( inderdaad ) voorbeeldig . Het scheen , alsof de Kamer eens wilde toonen , dat zij , als zij wil , niet alleen redevoeren , maar ook werken kan . In drie dagen tijds gingen meer dan honderd millioen onder den presidialen hamer door ! Kwade tongen zullen beweren of hebben beweerd , dat die overhaasting het gevolg is van parlementair onver-mogen ( onvermogen ) , van onvoldoende kennis van Indische onderwerpen bij onze Volks-vertegenwoordigers , van gemis van uit-stekende ( uitstekende ) Indische specialiteiten .
Die bewering is echter ongegrond . Als de Kamer gewild had , had zij dagen lang aan de bespreking van het onderwijs , de openbare werken , den waterstaat , de vaste bijdrage ten behoeve van het moederland kunnen wijden . Doch de Kamer wilde nu eenmaal geen tijd ver-morsen ( ver-morsen ) , nadat de Minister van Koloniën in zijne Memorie van Beantwoording de inlichtingen , door de Kamer in hare afdeelingen over tal van onderwerpen gevraagd , met mildheid had verstrekt . Ook begreep de Kamer zeer te-recht ( terecht ) , dat , met de optreding van een nieuwen Landvoogd , Indië ook eene nieuwe phase tegemoet treedt . Men moest der nieuwe Indische administratie den tijd geven zich op do hoogte te stellen van dB zaken ; niets ware onredelijker geweest dan den nieuwen Minister en den nieuwen Landvoogd , die eerst thans de hand aan't werk moeten slaan , te gispen . In één woord , de Kamer zag zeer juist in , dat Indië zich op dit oogenblik in een over-gangs-toestand ( over-gangs-toestand ) bevindt .
Dat er echter veel in de Indische administratie te hervormen valt , is overtuigend gebleken . De heer Mirandolle o . a . gaf eene merkwaardige schets van het circumlocutie-kantoor , dat daar gevonden wordt . De algemeene secretarie in Indië is werkelijk een circumlocution office , zooals Dickens ons dit schetste .
Als het hoofd van een departement van algemeen bestuur eene verordening wenscht voor te dragen , dan begint hij met aan alle autoriteiten advies te vragen . Met al die adviesen gewapend brengt hij zijn voorstel in den Raad van Indië ; deze vraagt zijnerzijds ook adviesen , en dan komt het voorstel met al die adviesen en met het advies van den Raad van Indië bij de algemeene secretarie ; ook deze vraagt weder adviesen en soms juist aan die ambtenaren , die met de zaak het minst bekend zijn , waardoor de zaak niet weinig op de lange 4 baan geschoven wordt . Zóó komt de zaak dan eindelijk tot den Gouverneur-Generaal ( Gouverneur-Generaal ) , die duizelt van de adviesen , die hem worden voorgelegd en eindigt met niets te doen . Al te veel licht verblindt .
Het schijnt , dat hierin verandering komen , en de nieuwe landvoogd trachten zal de algemeene secretarie zeer te vereenvoudigen en den Raad van Indië samen te stellen uit de verschillende directeurs van de depar-tementen ( departementen ) van algemeen bestuur , waardoor het raderwerk der Indische administratie veel eenvoudiger zal werken .
Wat deze hervorming wettigt , is de tractementsver-hooging ( tractementsver-hooging ) van ƒ 4000 welke , op voorstel van een der leden , aan de verschillende directeuren wordt toegekend . Er bestond bij de Kamer eene wezenlijke // coalitie » ( in den goeden zin , dien de heer Jolles in zijn antwoord op de arbeiders-wet aan dit woord geeft ) om^de begrooting telkens met deze ƒ 4000 te verhoogen . Dat moet [ een
geldige reden hebben gehad , en daarom gelooft men vrij algemeen , dat d i e verhooging later zal blijken eene groote bezuiniging te zijn geweest .
Onderscheidde zich de discussie over de Indische be-grooting ( begrooting ) over het algemeen door kalm!e , tooh werd zij tweemalen door een levendig moment afgewisseld : ééns , toen het beleid van den aftredenden Landvoogd — en ten tweeden male , toen de opleiding der Indische ambte-naren ( ambtenaren ) ter sprake kwam .
Het was de oud-Minister van Koloniën , Fransen van de Putte , die ' t beleid van den aftredenden Gouverneur-Generaal ( Gouverneur-Generaal ) in krachtige bew-oordingen afkeurde en con-stateerde ( constateerde ) dat niemand in de Kamer was opgestaan , om het te verdedigen . Dit beleid kan dan ook met één woord worden gekarakteriseerd , en dat woord heet : inertie . De heer Mijcr heeft bijkans van geene de minste zelf-standigheid ( zelfstandigheid ) blijk gegeven , maar heeft zich laten voort-drijven ( voortdrijven ) op de verschillende luchtstroomen , die van het Westen naderden .
Lag er in het jongste Koninklijk besluit omtrent de opleiding van Indische ambtenaren eenige bevoorrechting ten behoeve van de Rijks-Inrichting te Leiden en ten nadeele van de . particuliere Inrichting te Delft ? De mededecling van den Minister , dat het zijn voornemen was te Leiden een leerstoel voor het Soendaneesch op te richten ( welke reeds te Delft bestond ) scheen deze onderstelling te wettigen . Toch stelde de Minister de zaak zoo voor , of hij door geheel andere overwegingen was geleid geworden . De intentie is moeielijk te doorgronden , maar het gevolg is dan toch dat de particuliere In-richting ( Inrichting ) te Delft , waaraan de Minister zelf hulde bracht , wordt tegengewerkt .
Hoevele gebreken ook aan het jongste Koninklijkbesluit werden ten laste gelegd ( de aanstelling vanambtenaren bij gunst was zeker de zwaarste zonde)...de Kamer onthield zich van een oordeel , en de Ministervan eene belofte . Intusschen houden Leiden en Delftde concurrentie vol op leven en dood . G .
^ y^y^f^i ^^>
BUITENLANDSCH OVERZICHT .
De overeenkomsten , welke eindelijk te Berlijn tussehen Duitschland en Frankrijk gesloten zijn , worden door beide partijen zeer gunstig opgenomen . De regeling van de geldelijke vraagstukken , die van het tolwezen omtrent Elzas en Lotharingen en de bespoedigde ontruiming van Frankrijk : dit zijn voorname punten , die over en weder tot bedaring van de hartstochten zullen strekken , die nog altijd , na den krijg , hevig aan het zieden waren .
Een Pruisisch officieus blad doet dan ook omtrent deze overeenkomsten uitkomen , dat zij vooreerst tot een nieuw bewijs strekken van het vertrouwen der Duitsehe regeering op de voortdurende ontwikkeling van den inwendigen toestand van Frankrijk , wat de openbare rust en de stevigheid der regeering betreft . // Zonder dit vertrouwen , zegt het blad , zou onze regeering er niet in hebben kunnen toestemmen , afstand te doen van het onderpand , dat zij in het bezet houden der zes departe-menten ( departementen ) bezat , tegen eenvoudige finantieele waarborgen . Zij zou bovendien de in het verdrag vastgestelde waar-borgen ( waarborgen ) niet als zoodanig hebben beschouwd , wanneer zij geen vertrouwen had in den goeden wil , de kracht en het bestaan der regeering van Frankrijk . Dit stoffelijk bewijs voor de kalme verwachting der Duitsehe regeering dat onze betrekkingen tot Frankrijk ten slotte ^ zeer gunstig zullen worden , is te gelijk de meest waardige en doeltreffende beantwoording van de hartstochtelijke en vijandige stemming , welke zich in Frankrijk hier en daar nog openbaart .//
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer