Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 343

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 343
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
343
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O LIJF TAIL
7
beschouwen kan ; langs den heelen weg derwaarts heeft men echter ook vele huizen die zekere verbinding uitmaken . Nu moest het gezelschap zich , zooals men ' t noemt , met pak en zak inschepen . Een platboomd vaartuig ontving de geheele partij , en ook de ezels ; daar de wind gunstig was , dreven zij gemakkelijk naar Gezéh , een stadje dat bevallig tussehen palmboomen er . accacia-boschjes gelegen is . Hier begon de rit naar de Pyramiden eerst in ernst — en dat wel een vrij lange , daar het nog zoo vroeg in ' t seizoen was , en men dus een grooten omweg maken moest . Gelukkig dat men zoo vroeg in den ochtend op reis was gegaan , en geen wat te slaperig lid van de partij aan ' t bevel vergeten had : punctueel op ' t bepaalde oogenblik gereed te zijn .
Mijnheer Robinson , die zich in gezelschap van Maud zeer in zijn schik bevond , was in er-naangenaan gesprek met haar geraakt , over zijne ondernemingen en inzichten , over zijn vroeger verblijf in Syrië , en over zijne vestiging in Egypte . Maud luisterde gretig toe .
'/ Er heerscht wel zekere eentoonigheid in die palm-boschjes ( palm-boschjes ) ,// merkte zij tot haren geleider op , terwijl zij ten laatste op een veld met heldergroenen klaver kwamen . /' Zij hebben echter iets bijzonder aantrekkelijks : er heerscht daar eene eigenaardige afwisseling van licht en schaduw ." // Juist , en de palmen geven aan ' t landschap dadelijk de Oostersche kleur ,... iets rustigs-liefelijks , iets bijbe'.sch , zou ik haast zeggen ... Maar wat zegt ge van die greppels vol slibbig water , die we daar voor ons zien , ge zult die zeker niet bewonderen ...//
" Bewonderen ... op zich zelve nu niet , maar mijnheer Assaëd heeft ons toch verteld dat zij in zeer korten tij d , misschien over weinige weken , droog zullen staan en vol prachtig koren of groenen klaver , is dat niet heerlijk !» Zij was op ' t punt nog vele vragen te doen over den loop der getijden , en de weldadige overstroomingen , waardoor Egypte van oudsher zoo vermaard is , toen het zeer aangenaam onderhoud tussehen die beiden werd af-gebroken ( afgebroken ) , door een luid hulpgeroep , dat weer uit den voortocht weerklonk .
" Mijnheer Assaëd , ach , kom toch , help ons , spreek tot die schepsels , zij zullen mijn ezel weer doen schrik-ken ( schrikken ) , en zij . zijn ook zoo morsig , dat ik ze liefst opeen afstand houd , en die domkoppen willen mij niet verstaan . Hoe zegt ge toch ook in ' t Arabisch : " ga heen ?// Roe , roe ! kinderen !//
De spraakzame , vreesachtige heldin was eensklaps omringd door een troep bijkans naakte , met slib bezoe-delde ( bezoedelde ) jongens en meisjes , want . men had juist een dorp bereikt , en daar mevrouw Davenant vooraan reed , hadden die zwartoogen haar als ' t hoofd van de heele partij aange-zien ( aangezien ) ; zij klampten zich aan den ezel vast , trokken aan zijn kop en staart , en riepen op luiden toon : // bakschis //; wat zij ook zeï , de kleinen konden haar niet verstaan , noch wilden haar afwerend gebarenspel begrijpen .
Assaëd haastte zich weder tot hare hulp toe te snellen , en gebood den ezeldrijver dat hij de kinderen op eer-biedigen ( eerbiedigen ) afstand houden zou : en toen dat , maar noode hielp , wierp de heer Robinson hun eenige // bakschih's " toe , waarop zij tot groote ergernis van Mevr . Davenant en Lucia nog eens zoo hard sprongen en tierden van pleizier . ' t Was dan ook minder een aalmoes om hun honger te stillen , dan om pret te maken en voor de meisjes om opschik . Deze laatsten hadden kralen halssnoeren , waaraan vele zilveren muntstukjes hingen , en ofschoon de gezichtjes , zooals gewoonlijk bij de inlanders , er alles behalve schoon en net uitzagen , zoo vertoonden toch maar zeer weinigen de kenteekenen van gebrek .
// Wanneer zullen die arme schepsels toeh wat meer behoeften leeren krijgen ?» vroeg mevr . Davenant , terwijl zij op de met slijk besmulde voetjes en beentjes ' der kleinen wees , toen onze reizigers die zoogenaamde woningen van het Egyptische dorp voorbijreden , waarin zich zelden een venster of deur bevond , maar alleen een opening , nauwelijks zoo hoog als een manslengte , was uitgehold , waardoor de bewoners meer in - en uitkropen dan liepen .
« Dat moet n maar eens aan uw neef , den heer Robinson , vragen ,» antwoordde de heer de Rothesay , terwijl hij ook zijn gelaat met afkeer afwendde , toen hij een groep arme
| moeders met hare zuigelingen op eene soort van vaalt nabij die hutten zitten zag .
// Ach ,// vervolgde de spraakzame dame , // hoe ver is ' t er nog af dat de hoop mijner vriendinnen in Engeland zal worden vervuld , dat wij de zeden en gewoonten van het Oosten zullen verbeteren en onze beschaving en godsdienst aau de oevers vanden Nijl zullen overbrengen . Wellicht , nu dat kanaal van Suez door den Eransch-man ( Eransch-man ) is aangelegd , zal nog wat spoediger gaan . .. Maar ach mijn hemel , wat zie ik daar , Beduïnen , Beduïnen !
De kreet weergalmde den gcheelen stoet langs . Zij waren nu het laatste dorp met het palmboschje doorgegaan en hoe slibbig er alles ook van nabij uitzag , scheen het op eenigen afstand nog zoo onbe-vallig ( onbevallig ) niet . Aan de oevers van het water huppelden geiten en lammeren en liepen troepen ganzen heen - en weer , terwijl welgevormde vrouwen , met donkere kleeding , hare emmers en kruiken vulden .
Terwijl Mevr . Davenant den angstkreet slaakte , zag zij zich eensklaps omringd door een troep mannen met een donker , woest uitzicht , met witte wollen mantels of katoenen hemden die met een rood lederen gordel werden vastgebonden ; in vlugge vaart kwam die bende over ' t klaverveld naar het gezelschap toesnellen en elke ezel werd dadelijk pardoes door een paar van die ruwe kerels bij den kop gegrepen , de teugels werden door hen vastgehouden , en zij begonnen in een mengsel van gebroken Engelsch en Italiaansch met Arabische woorden er tussehen , de reizigers toe te spreken : taal en schouwspel waren zoo wonderlijk , dat men niet wist of men lachen of in weenen uitbarsten moest .
De heldin in de voorhoede en Lueie dachten dat haar laatste uur geslagen had , zij zagen daar de woeste woestijnbewoners vlak voor zich , werden door hen bijkans aangeraakt , op eene wijze , die haar al de avonturen waarvan zij zoo dikwerf hadden gelezen en gehoord , eensklaps voor den geest brachten . Zouden die woestaards ' t gezelschap slechts berooven en uitschudden , dan wreed - -l ( -l ) aardig vermoorden , of als slaven naar Soedan verzenden ? Maud zelve was niet geheel op haar gemak en vroeg den heer Robinson of er geen gevaar bestond ?
Terwijl hij haar geruststelde , zagen zij Mevr . Davenant , die zieh had weten los te wringen uit de vuile handen , snel per ezel weder naar de achterhoede rennen — voor de derde maal moest zij den bruinen inlander om hulp smeeken.//Wat dunkt uer van , mijnheer Assaëd , zouden wij ons maar niet voor een ronde som loskoopen ; mijn ver-mogen ( vermogen ) is niet groot , maar de helft geef ik er van , als wij maar niet als slavinnen worden weggevoerd , naar ' t hartje van Afrika , .. . ^ als zij ons leven maar sparen . . !" Assaëd barstte in een luid gelach uit , en ' t scheelde weinig of Mevr . Davenant had hem voor een verrader I uitgekreten , die ' t met die woestaards eens was geweest , om allen in ' t verderf te storten .
/' Lach toch niet , mijnheer ,'/ zoo bedwong ze zich nog , // gij begrijpt toch dat die twee Beduïnen niet zonder oogmerk hier zijn gekomen en ons tegenhouden ..."
De heer Assaëd haastte zieh de dame uit te leggen , dat dit de gewone gidsen naar de Pyramiden waren , en smeekte haar dat zij toch haar beurs niet te voorschijn zou halen noch zich in ' t minst bevreesd toonen , ofschoon die Beduïnen zeer heb - en roofzuchtig zijn , en door hun plompen aandrang het lastig genoeg kunnen maken , zoo behoefde zij op klaarlichten dag , en onder bescherming van heeren en bedienden , volstrekt niet beangst te zijn . Dit antwoord ^ stelde haar nog maar half gerust . // Doch hoort ge dan niet , dien geelbruinen woesteling Miss Maud zeggen , dat hij haar van den ezel wegvoeren zal , oeh arme !//
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer