Archieven

 

De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 335
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
335
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
// Zie », ging hij goedaardig lachend voort , // als ik als conducteur in den voorsten wagen sta , ben ik stom als een visch , onbewegelijk als een muur : het toezicht over den trein neemt mij geheel en al in . Ben ik echter een-maal ( eenmaal ) mensch en passagier , zoo word ik ook voor iets anders toegankelijk .//
Hij zweeg , haalde uit den zak van zijne overjas eene groote üesch te voorschijn , opende en presenteerde haar met de woorden : // Proef eens den spoorwegdrank , dien menschen , wier lichaam den ganschen dag geschud en gerammeld wordt , niet ontberen kunnen . Hij is heet , als het vuur in den buik der machine en zet lijf en ziel weer terecht //
Ik wees het aangebodene af en antwoordde , dat ik geen minnaar was van verhittende dranken , waarop mijn reisgezel de nog volle flesch aan den mond zette . In weinig teugen had luj haar geledigd , stak haar weder in den zak , streek zich met zichtbaar welgevallen over de maag en scheen van zijn dronk verder geene werking hoegenaamd te gevoelen , — alleen zijn roode neus was een weinig glimmender geworden .
// Gij hebt alzoo reeds voor een goed deel de wereld rondgereden , conducteur !// voegde ik hem toe .
// Ja , ja ,// hernam hij , zichtbaar tevreden , dat ons gesprek deze wending nam , // ja , ik ken Duitschland , Frankrijk , Engeland en Nederland ; er zijn daar niet veel plaatsen , die ik niet reeds doorkruist , en weinig stations , op welke ik den // snaps // niet geproefd heb . '/ Eerst jaren lang in den postwagen als conducteur , een ellendig , afmattend leven , geene rust , eene verne-derende ( vernederende ) manier van bezoldiging waardoor , een man , als ik , gedwongen ben het gansche jaar de hand op te houden . Maar men ziet de wereld en de menschen van nabij en leert menige goede herberg kennen . Sedert er stoom-booten ( stoom-booten ) zijn , ben ik bloot uit curiositeit ook daarop ge-weest ( geweest ) ; doch het is mij daar te alledaags , te kalm , men heeft te veel tijd voor zich zelven , en wie gewoon is , immer gerammeld en gestooten te worden , die heeft geen smaak in zulk cen stil leven .
« Maar de spoortreinen , mijnheer ! de spoortreinen ! //— en hierbij verhief hij , als in geestdrift , zijne stem —// dat is een leven voor mij , dat schokt en ratelt den ganschen dag , dat men het voelt of men nog levend is , dat vliegt en bruist en als men ten slotte den hals daarbij breekt dan heeft men toch iets aan zijn leven gehad .» Ik zag den oude verbaasd aan .
'/ Gij zijt wel gelukkig ," hernam ik , " dat gij met uwe betrekking zoo ingenomen zijt . a ii Ingenomen ?// riep hij , // meer dan ingenomen !.. .. Als heden de spoortreinen in onbruik kwamen , .. . zou ik mij zelven liever doodschieten . Ja , ik dweep met mijne betrekking , mijnheer ! en zal haar zoo lang mogelijk vervullen — op den eersten spoortrein , dien de wereld heeft gezien , in Engeland , heb ik gereden .
// Sedert dien tijd hebben nog weinig locomotieven ge-floten ( gefloten ) — uitgezonderd die in de nieuwe wereld — achter welke ik niet reeds voortgestommeld ben . // » En hebt gij nog geen ongeluk gehad ?" // Ongeluk ? O genoeg , meer dan genoeg ! Maar nog nooit heb ik den hals gebroken ! Dat zal echter nog wel komen — het zal mij verwonderen , wanneer wij niet heden nog wat beleven . //
// Heden nog ? en liet zal u verwonderen ?» vroeg ik zeer verbaasd . // Gij kunt toch niet vooruitzien dat er een ongeluk gebeuren zal !"
» Ja ," hervatte de conducteur op doffen toon , terwijl hij in den damp daarbuiten zag // dat kon lieht gebeuren . Hoe deze zaak in elkander zit is eene curieuse ge-schiedenis ( geschiedenis ) ; wij hebben nog langer dan een uur te rijden en als gij naar mij luisteren wilt , zal ik ze u vertellen ."
Bij deze woorden teekende zich op zijn gelaat een ernstige trek , zelfs zijn neus scheen minder hoog ge-kleurd ( gekleurd ) . Ik wist niet wat te denken en vreesde voor den gek te worden gehouden . Intusschen antwoordde ik dat ik recht gaarne eene pikante vertelling wilde hooren . " Mijnheer ! " zeide nu de conducteur met een ern-stigen ( ern-stigen ) . vragenden blik , » hebt gij nog nooit van een " spoorwegspook " gehoord of gelezen ?»
a Spoorwegspook ? // herhaalde ik nog meer verbaasd , « neen , dat heb ik niet — van spoken op kerkhoven , van tafeldans , van klopgeesten enz . heb ik veel meer gehoord dan mij lief is , maar dat zich de familie der spoken ook op het gebied van eene der nieuwste uitvindingen zou hebben gewaagd , daarvan is mij tot heden nog niets bekend . »
» En toch is het zoo , » vervolgde mijn reisgezel . // Hoor mijn verhaal : — Reeds voor lange jaren had ik een vriend , die met mij conducteur was bij een en denzelfden postdienst . Hij was een man begaafd met de uitstekendste eigenschappen ; naar lichaam was hij een reus , en ik , die toch waarlijk niet veel overeenkomst heb met een kleêrmakersjongen , moest tegen hem opzien . Daarbij was hij welgemaakt en een man voor alles , gees-tig ( geestig ) , gevat en onderhoudend , had alles gezien , veel gelezen , sprak de meeste talen vlotweg en leefde met hart en ziel voor zijn dienst , dien hij duizendmaal tegen veel voordeeliger betrekkingen had kunnen verwisselen , indien het hem daarom te doen geweest ware .
Hij deugde tot niets anders , meende hij , en wilde dus blijven wat hij was . Hij had slechts een gebrek , namelijk dit , dat hij gaarne veel dronk en in opgewonden toestand verkeerde . Gij kunt u niet verbeelden , mijnheer , hoe hij drinken kon , want ofschoon hij op elk station zijn snaps nam , kreeg hij toch zelden ' s avonds genoeg , als hij een-maal ( eenmaal ) op zijn gemak aan het proeven kwam . Wel haalde hij zich somwijlen onaangenaamheden op den hals , doch om zijne vele goede eigenschappen mocht men hem overi-gens ( overigens ) zoo goed lijden , dat zulks nimmer kwade gevolgen voor hem had .
Toen ik in dienst der stoombooten overging , bleef hij bij de onderneming der spoorwagens , omdat hij deze , zooals hij placht te zeggen , meer in zijne macht had . Doch op den eersten spoortrein in Engeland , tusschen Birmingham en Manchester , trof ik hem op nieuw aan . Voor spoortreinen vatte hij een dollen hartstocht op ; hij was op verscheidene iijnen conducteur en de beste , nauwlettendste beambte , wanneer hij maar niet te veel gedronken had . Dan kon hem geen trein snel genoeg gaan , hij raasde en tierde zonder ophouden op stoker en machinist .
Dit gaf natuurlijk aanleiding tot hevige geschillen : ofschoon bij hem nog al veel door de vingers werd gezien , verwisselde hij de eene betrekking tegen de andere .
Doch hij werd niet anders en kon ook niet anders worden , want wij zijn een eigenaardig slag van men-schen ( menschen ) . Ons leven vliegt snel voort , gelijk de locomotief ; ter voldoening onzer behoeften hebben wij weinig tijd , wij moeten die snel bevredigen en plegen geene maat te houden , wijl wij niet weten wanneer wij weder tot maat , tot rust zullen geraken . Ook hebben wij immer ons doodshemd aan , want indien iets afwijkends plaats heeft , zoo treft ons het ongeluk uit de eerse hand , en als gij de statistiek der spoorwegougelukken nagaat , zult gij onder twintig slachtoffers er zeker negentien spoor-beambten aantreffen .
Aan hem viel niets te verbeteren , integendeel hij werd nog voortdurend erger . Wij waren in Engeland op de-zelfde ( dezelfde ) lijn in dienst , toen hij wegens overtreding van dienstplicht ontslagen werd . Den volgenden dag zou hij zich te Liverpool inschepen om naar Boston over te steken . Gedurende den voormiddag van dien dag had ik vrijaf en wij dronken samen tot afscheid ; — ' s avonds was ik aan de beurt om den nachttrein te eommandeeren .// De verhaler hield een oogenblik op , haalde de flesch te voorschijn en nam een geduchten slok .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer