Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 327

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 327
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
327
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
vastbinden . Maar gedwee betoonde hij zich niet , en nog bij het vertrekken schreeuwde hij tot het molenaars-gezin ( molenaarsgezin ) niet een woesten grijnslach : » Wij hebben nog niet afgerekend ! Geduld maar !» De huzaar , die naast hem reed , trok hem met zich voort in den donkeren nacht . De dikke molenaar had zich door de kinderachtige woede van den dwazen man niet uit zijn goed humeur laten brengen ; hij gaf juist een fermen slag in de aan-geboden ( aangeboden ) hand van Dietrich , en hield ze vast en nam den flinken jonkman met een grappigen blik van hoofd tot voeten op . " Je bent bang voor ons geweest , naar het schijnt ," zeide hij daarna » en moest je schamen . Je wist immers wel dat Jacob Rehfeld geen menscheneter is , maar ieder die vriendelijk bij hemaankomt ook vriendelijk ontvangt , vooral wanneer het iemand is die jaren lang bij hem geleefd en voor hem gewerkt heeft . Je bent , zoolang ik je ken , een windbuil en een dolleman geweest , maar als dat ten slotte hiertoe leidt » — en hij tikte met zijn dikken vinger op het ijzeren kruis dat de jongeling op zijn borst droeg — // en wanneer de officier zoo over iemand spreekt als je luitenant over jou , dan heb ik ook voor den windbuil allen eerbied . Kom nader oudje , kom nader kleine , geeft Dietrich eene goede , trouwe hand ."
De handdruk van de molenaarster was wel niet geheel zoo als de oude het gewenscht had , maar die van het meisje maakte alles weder goed , en wat hare vingers niet zeiden , dat sprak uit haren schitterenden blik en den blijden glimlach waarmede zij den jonkman beeroette . Hij scheen daardoor ook ten volle bevredigd , vooral omdat Jakob er met zulk een vergenoegd gelaat bijstond . Zijne tot dusver ernstige , ja bijna verlegene wezens-trekken ( wezenstrekken ) klaarden plotseling geheel op , en wanneer men die stralende blikken zag , mocht men gerust gelooven dat het in geen hoofd en in geen hart ter wereld blijder en zorgeloozer gesteld was .
Maar hij verstond nog eene kunst die slechts weinigen gegeven is , ofschoon men er somtijds dringend behoefte aan gevoelt : hij woekerde met den korten tijd die hem ten dienste stond en verzuimde niets , noch wat hem opgedragen was , noch wat hem na aan ' t hart ging . Hij zorgde voor de paarden , voor zijne manschappen , voor het uitzetten van schildwachten , en snelde weer terug naar de voorkamer , vertelde den ouden , had voor de molenaarster een beleefd woord over en zag Louise met een trouwhartigen , blijden blik aan — nu en dan kwamen ook wel de handen van het jeugdige paar een enkel maal in aanraking .
En dat alles duurde voort tot — hoe spoedig ! — het afscheid kwam en de huzaren reeds weder te paard zaten en de molenaarsfamilie den jonkman tot voor de deur uitgeleide deed . Daar stond Dietrich voor den ouden en hield met beide handen diens rechterhand omkneld , en de glimlach en de blijdschap waren uit zijne oogen verdwenen . // Baas ," zeide hij , « God behoede u en de uwen . Mijn hart wordt saamgenepen omdat ik weg moet ; ' t liefst bleef ik hier , zoodat gij nog een beschermer hadt .» // Zoo , de oude domoor leeft nog ", viel de molenaar hem in de rede .
// Het spookt overal , baas ,// sprak Dietrich hoofd-schuddend ( hoofdschuddend ) . // Zij lijden ginder honger en weten hoe het hier gesteld is , en dat zij zich moeten haasten , willen zij nog iets machtig worden .//
// En dan maakt ge u over ons bezorgd ?» hernam de oude . " Wel , ' t is verwonderlijk , zoolang ik leef heb ik mij nog nooit angstig gemaakt en haast zou ik er naar verlangen dat het mij eens overkwam — alleen om er eens van te kunnen meespreken . — Maar nu voorwaarts , kinderen . Als gij met den Franschman handgemeen wordt , klopt hem ter dege . En gij jongen —// zijne hand daalde op den schouder van den korporaal neer — // een brave kerel is bij den dikken molenaar en de zijnen altijd welkom , en — nu , als de veldtocht ten einde en de overwinning behaald is en ge keert met een trouw hart weder , dan zullen mijn oudje en ik verder met je spreken . Zeg hem vaarwel , kleine . Groet onze jongens . Voorwaarts ."
" Ik begrijp je niet , vader ,» sprak de molenaarster gemelijk toen de ruiterbende voortgaloppeerde en Louise
hare tranen aan de borst van den ouden verborg , die zelf meer aangedaan was dan hij wilde toonen . » Wat je daar met dien jongen gesproken hebt en hem hebt toegestaan .» ,
» Dat was geheel zooals ik het ineen , en zooals ge het ook nog eens meenen zult , oudje », vulde hij zeer bedaard aan . * En nu genoeg , kinderen . Laten wij naar binnen gaan en ons kapittel in den bijbel lezen , en dan naar bed . De Heere God zij met onze dappere jongens en geve hun overwinning , roem en eer .»
In het hartje van den stillen nacht , zoo stil dat men haast de muizen hoorde die somwijlen door de kamers trippelden , stiet de molenaarster haren vreedzaam slapenden en snorkenden echtgenoot met den elleboog in de zijde en herhaalde dit wekmiddel zoolang tot zij hem uit den slaap had gehaald en hij met een » wat is er ?» opsprong , üok was hij thans dadelijk klaar wakker en dit te meer , daar de vrouw niet enkel de lamp had opgestoken , maar zelve voor het bed stond en hare rokken aantrok .
// Luister !» zeide zij , » er is hier in huis iets aan de hand . Hoort ge ? Wat is dat , zijn het de meiden of ....?» En toen de molenaar nu werkelijk luisterde — hij had bij haar eerste woord insgelijks de beenen uit het bed j gestoken en stond naast haar — toen hoorde hij . inder-■ ( inder- ) daad iets dat eenen eenzaam wonenden man , die daaren-boven ( daarenboven ) meest enkel vrouwen in huis had , wel veront-rusten ( verontrusten ) moest : een loopen en sluipen in het oude gebouw dat , hoewel stevig toch veel houtwerk had , het openen van eene deur — niet eens zachtjes ! — het kraken der trap onder een vrij zwaren stap en eindelijk zelfs het openmaken der groote kast .
» Ik wil naar buiten ,» zeide de vrouw vastberaden . » Dat men ook niets van die meiden hoort !»
// Wacht nog een beetje !» sprak de oude , hij had zijn vest reeds aan en bond juist zijn das los om zijn hals . Eu nu was hij met twee stappen aan het venster en stootte het luik open zoodat de eerste grauwe morgen - -schemering ( -schemering ) het vertrek binnendrong en wierp een blik op het erf — wat koekoek , daar , stonden immers drie , vier , acht paarden : — // Wacht nog een beetje !» zeide de molenaar nogmaals , hij hield den ijzeren koevoet in de hand die altijd naast het bed stond en deed zachtkens het raam open . » Doe de deur op slot en verroer je niet , binnen een oogenblik ben ik weerom .» » De kleine ! » hernam de moeder angstig . // Klop tegen den muur , dat zij wakker wordt ! — Op haar is het niet gemunt — ik ben dadelijk weerom . » Dit zeggende was hij het lage venster uitgeklommen en snelde het erf over , zoo vlug als niemand het van dien zwaarlijvigen man verwacht zou hebben , en bevond zich bij de paarden — kavallerie-paarden , waarachtig ! En — // Donder en bliksem !» bromde de oude ,» dat is immers het Engelsche paard van den ambtman ! Hoe komt dat hier ? » Maar met nadenken hield hij zich thans nog minder op dan anders . Een ruk , een slag , en de paarden waren vrij en stoven uit elkander ; en nu de grendel van de staldeur , dien men er voor geschoven had , en naar binnen geschreeuwd : // Jochem , sta op , de vijand is er !» En daarna weer naar het huis terug . Twee vlogen hem daar tegemoet die door het wegren-nen ( wegrennen ) der paarden naar buiten gelokt waren en nu wild vloekend de paarden reeds ver verwijderd zagen en op den ouden man aanvielen . Doch om dezen aanval bekreunde hij zich ter nauwernood ; hier gaf hij een vuistslag en daar een stomp , maar zoo in het voorbijgaan , en de kerels zakten ineen als geknakte biezen , en daarop liep hij met onverminderden spoed naar het huis toe , want daar liet zich een vreeselijk geraas en geschreeuw hooren en de stem zijner vrouw klonk boven all
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer