Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 326
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 326
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
326
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
G
DE OLIJFTAK
« Hopsasa ! Mijn Frits ?" riep de molenaar , en zijne vrouw , die naderbij gekomen was , sloeg hare handen ineen . // Maar hij stond immers .... »
a Een paar gediende onderofficieren , waaraan wij gebrek hadden , werden ons aangewezen , en uw Frits doet reeds dienst als wachtmeester bij ons eskadron . Een van allen meebrengen kon ik echter niet , zij zijn niet bij mijne expeditie en hebben andere bestemmingen . Maar allen zijn zij vol van u en vertellen hoe gij vroeger een wak-ker ( wakker ) soldaat geweest zijt , nog onder den ouden Frits in den Zevenjarigen oorlog , en nu heet gij de dikke mole-naar ( molenaar ) , en hebt zeven of acht kleine kinderen en twee zoons onder de wapenen — wij zijn daarvoor erkentelijk , baas , a besloot hij , terwijl hij op nieuw de vuist van den molenaar schudde . » Ik moet u een groet van onzen kommandant overbrengen , en de uwen groe f en allen den goeden ouden molen en den dikken molenaar . "
Zij hadden ondertusschen reeds lang voor den maaltijd plaats genomen aan hetzelfde tafeltje , waaraan nog korte-lings ( kortelings ) de ambtman gezeten en den wijn hemelhoog gepre-zen ( geprezen ) had . Ook de krijgsman betoonde en zich zeer tevreden meê en gaf zich geheel aan het genot van den schoonen avondstond over , dat hij en zijne manschappen , na eenen dag vol inspanning , eerlijk hadden verdiend . Zijn taak om den omtrek te doorkruisen en zooveel mogelijk inlich-tingen ( inlichtingen ) omtrent den vijand in te winnen , was naai - ge-noegen ( genoegen ) volbracht ; alle voorzorgsmaatregelen waren in acht genomen : een paar patrouilles waren nog op verken-ning ( verkenning ) uil in de nabijheid der grenzen ; de paarden von-den ( vonden ) in den gastvrijen molen de noodige rust en verpleging en de manschappen bemerkten dat de zijnen niet te veel van de gastvrijheid en het verstand van den dikken molenaar hadden verteld . Zelfs gedurende den rustigen tijd van den wapenstilstand , hadden zij het niet dikwijls zoo goed gehad als zij het hier heden troffen . En om alles 1e volmaken , bekwam de officier hier de betrekkelijk nauwkeurigste inlichtingen omtrent de stelling en sterkte van den vijand . Baas Jacob had wel degelijk , gelijk de ambtman had opgemerkt , zijne oogen over de grenzen , en zijne kalaiiten , even vaderlandslievend als hij-zelf , gaven hem kennis van at wat er voorviel . Dan werd er altijd wel eene gelegenheid gevonden om zoo iets verder over te brengen waar het thuis behoorde .
Nu was dat alles besproken en geregeld , en gastheer en gast , waarbij zich nu ook bij het vallen van den avond de beide vrouwen gevoegd hadden om iets van de haren te hooren , vonden steeds meer behagen in elkander : de man van het volk , de oudgediende , beviel in zijne natuurlijkheid en trouwhartigheid , in zijn een-voud ( eenvoud ) en doorzicht den officier hoe langer hoe beter , en laatstrronoemde was den molenaar steeds meer naar den zin , hoe meer trekken van jeugdige vroolijkheid , van vriendelijke vertrouwelijkheid , van onverschrokken en toch bedaehtzamenkrijgsmansmoed in den loop van het gesprek aan den dag kwamen . Van de oude trotschheid op stand en geboorte , welke de molenaar gedurende zijn diensttijd en later maar al te zeer gelegenheid had gehad bij zulke heeren op te merken , was hier niets te bespeuren ; de zes laatste rampspoedige jaren hadden eene geduchte opruiming gehouden , en wat er nog hier of daar van den ouden zuurdeesem mocht zijn overgebleven , was sedert het uitbreken van den ontzettenden oorlog insge-lijks ( insgelijks ) verdwenen , daar de hoogste zoowel als de laagste hetzelfde voor het vaderland op het spel zette : goed en bloed en het bewustzijn van geen andere keuze te hebben dan overwinning of dood .
Daar kwamen nu allerlei ruiter-anecdotes op het tapijt uit den vroegeren en den tegenwoordigen tijd ; de officier wist van den ijselijken veldtocht in Rusland te ver-halen ( verhalen ) , dien hij onder den ijzeren York had medegemaakt , en was ook zeer goed op de hoogte van hetgeen in dit voorjaar gebeurd was . En de molenaar vertelde lachend hoe men hem , nog geen volle achttien jaren oud , van zijn vader had weggenomen en om zijne kracht en flinke gestalte onder de toen nog jonge lijfwacht had gestopt , waarmede hij , na korte oefening , zijn eersten slag bij Zorndorf bijwoonde . — Seijdlitz stond aan het hoofd der ruiterij , en Wacknitz , die dapperste der dapperen , die door een gril van den ouden Frits kort daarop in
ongenade viel , voerde de lijfwacht bij hare schitterende
: charge aan . En vervolgens kwamen er andere gevechten
! en veldslagen en andere namen , en het was verwonderlijk
j hoe zij door den tijdgenoot en medestrijder uit het verleden
opgeroepen , zoo luisterrijk en vol leven voorbij den
aandachtigen jeugdigen toehoorder trokken . De oude
verstond de kunst om op zijne eenvoudige wijze te
teekenen en te schilderen .
Het bleef echter niet bij het schetsen van oorlogs-tooneelen ( oorlogs-tooneelen ) , maar het gesprek liep nu eens over dit , dan over dat , naarmate de eene of andere opmerking een nieuw onderwerp te berde bracht . De oude vrouw zoo-wel ( zoowel ) als het jonge meisje waren beiden in haar soort te degelijke menschen dan dat zij door de tegenwoordigheid van een gast van hoogeren rang verlegen zouden zijn ge-worden ( geworden ) — ook waren zij zulk gezelschap niet geheel ongewoon daar,gelijk wij reeds mededeelden , wijl de heeren uit den omtrek vroeger dikwijls in den molen en bij den ouden , eerlijken krijgsmakker plachten aan te komen . En waar bij beiden desniettemin een zweem van be-schroomdheid ( beschroomdheid ) mocht zijn overgebleven , was deze voor de vriendelijkheid van den officier , voor zijne berichten en groeten van kleinzonen en zonen geheel geweken . Dit was een , zij het dan ook losse band , tusschen allen .
Het kon niet anders , of in den loop van het gesprek en bij de algemeene vroolijkheid en ongedwongen harte-lijkheid ( hartelijkheid ) , moest het jonge meisje meer en meer de oogen van den gast tot zich trekken . Louise was zoo mooi , zoo frisch en gezond , zoo natuurlijk , dat zij de opmerk-zaamheid ( opmerkzaamheid ) en belangstelling van een ieder verdiende en ook de ,,, hartelijke toegenegenheid van een beter man waa?uig was dan wij den ambtman hebben leeren kennen . ■/ Gij hebt daar een praeht-exemplaar van een dochter // zeide de officier dan ook met nadruk en blijkbaar met innige overtuiging , toen het meisje een oogenblik bin-nen ( binnen ) ' s huis was gegaan , // en ik kan mij licht voorstellen dat men zich met geheel zijn hart aan haar hecht ./'
De molenaar keek verwonderd op . « Heer luitenant ?" sprak hij op twijfelachtigen toon .
De officier glimlachte . // Nu ja ,// zeide hij , " ik neem het u niet kwalijk dat gij u verwondert ; mij zou het in hetzelfde geval niet anders gaan . De zaak is echter een-voudig ( eenvoudig ) genoeg ; wij hebben ook een zekeren Dietrich Zeuner bij het eskadron .//
" Hopsasa !» riep de oude ten hoogste verbaasd . « Hoe , die windbuil ?" En de vrouw voegde er met gefronste wenkbrauwen bij : " En die heeft over ons en het kind gebabbeld voor u ?
// Zacht wat , zacht wat !// hernam de officier , " doet den jonkman geen onrecht aan . Gesproken heeft hij wel is waar over den molen en zijne bewoners , ook over het meisje , meen ik , maar gij kunt er mede tevreden zijn . Uw zoon en kleinzonen hebben het niet hartelijker , niet , dat is het rechte woord — eerbiediger gedaan . En als gij hem windbuil noemt , baas ,// ging de spreker voort // dan moet gij daarvan ondervinding hebben opgedaan . mijne ondervindingen die zijner kameraden velt eenge-heel ( eengeheel ) ander oordeel . Dietrich is een wilde klant en een grappenmaker kan hij somwijlen ook zijn , maar een windmaker is hij niet . En het hart heeft hij op de rechte plaats , en bij zijne kameraden en officieren staat de dappere jonkman hoog aangeschreven ."
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer