Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 325

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 325
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
325
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DEÜLIJFTAK .
5
beest , als het er eenmaal goed op is afgericht , hein toestaat , zonder hem een schop te geven . Op deze wijze kan hij te voet voortgaan en alles onderzoeken en bekijken wat hij ontmoet , en toch niet alleen afhankelijk zijn van zijn vaardigheid in ' t beklimmen der moeielijke steilten .
Ten slotte komen wij tot onze eigen geliefkoosde manier van reizen — te weten met ossen aan een kar met twee wielen gespannen . Waarom met twee wielen V zal de lezer vragen . Omdat de wegen in een groot deel van Indië in een allerslechtsten toestand verkeeren , en wat nog erger is , er zijn in ' t geheel geen bruggen ; maar men verwacht dat de reiziger iedere rivier doorwaadt , behalve eenige enkelen van de eerste grootte , waar men met ponten wordt overgezet . Verbeeld u maar dat een of ander persoon zonder ondervinding zich eens op reis begaf met een ossenwagen met vier wielen , dan zou hij gevaar loopen zich eene zeer groote onaangenaamheid op den hals te halen . Hij komt bij voorbeeld voor een beek van vier voet breedte , waarvan de oevers aan beide zijden twee voet hoog en steil zijn . Een wagen met twee wielen zou er gemakkelijk in afdalen , in het water om-draaien ( omdraaien ) , den stroom afrijden , en bij de eerste schuine helling weder aan land zien te komen . Dit is echter ' t geval niet met een wagen op vier wielen . De voorste twee wielen zouden in het water gaan , maar weldra zou men gewaar worden dat er geen plaats genoeg was voor de beide andere wielen , en zoodoende zou de ossenwagen erg in ' t nauw kunnen geraken . Als de lezer ooit in Indië moet reizen ( of eigenlijk in ieder Oostersch land ) , laat hij dnn onzen raad indachtig zijn en zich niet met meer dan twee wielen wagen .
Ossenwagens worden veelvoudig in de Oost ge-bruikt ( gebruikt ) , en men heeft ze van verschillende soorten . Die , welke op de bijgaande afbeelding is voorgesteld , is geheel van patricisch karakter . Niet iedere Hin-doesche ( Hin-doesche ) reiziger heeft zulk een verhemelte boven zijn hoofd , of zulke weldoor-voede ( weldoorvoede ) ossen , zulk nieuwer-wetsehe ( nieuwer-wetsehe ) wielen , hoewel het
nut van het voertuig in ons oog veel benadeeld wordt door-dien ( doordien ) het vier wielen heeft . De meeste der rijtuigen , die men in de Oost bij de inlanders ziet , schieten veel te kort bij dat waarvan wij hier de beschrijving geven .
// Gij moet mij komen opzoeken ," zeide een Oostersch ban-kier ( bankier ) tot twee Europeanen . /' Ik zal u mijn rijtuig sturen .'/
Wij beloofden te komen en , op den bepaalden tijd , kwam het « rijtuig » van den welgestelden man aan . Het bestond hoofdzakelijk uit een houten plank , waaraan wielen waren bevestigd . Wij zaten met ons beiden schrijelings over den houten plank heen . Zooals wij daar achter elkander zaten , hielden wij onze voeten stevig tegen den disselboom aan , terwijl wij onze handen hielden vastgeklemd aan rechtuit stekende houten pennen , die tot dat doeleinde opzettelijk waren aangebracht . In beschaafde landen , worden dieren nog op betere wagens vervoerd . Toch was ' t verbazend hoe snel wij vorderden ; want de beesten , hoewel slechts magere runderen , waren volstrekt niet van kracht ontbloot , en wij zouden nooit hebben gedacht dat zij in staat waren ons tegen de steilten op te trekken langs een ellendig voetpad tusschen vooruitstekende rotsblokken . Wanneer de beesten echter waren gestruikeld , of de pennen waar-aan ( waaraan ) wij ons vasthielden losgeraakt , zou het ongeluk niet te overzien zijn geweest .
' t Is natuurlijk niet zulk een voertuig als ' t zoo even beschrevene , waarop wij gesteld zijn , maar een in zijn
soort veel beter wagen . Wil men gemakkelijk reizen , dan moet het rijtuig zoo licht mogelijk worden gemaakt , geheel in den vorm van een vigilant of van een heere-rijtuig ( heere-rijtuig ) , dat genoeg ruimte bevat , om twee reizigers , in hunne volle lengte uitgestrekt , te kunnen opnemen . Het eenige wat dan nog noodig is , is , zich van afstand tot afstand van ossen te voorzien ; zoodoende kan men veel genoegelijker , hoewel niet zoo snel reizen als met den palankijn . Daar er geen enkel dorp in geheel Indië is dat niet een zeker aantal ossen bezit , kan de reiziger zich onbevreesd naar de meest onbezochte oorden begeven , alwaar hij zich verzekerd kan houden , voor eene onbe-duidende ( onbeduidende ) som zooveel beesten te huren , als hij noodig heeft om gemakkelijk zijn reis voort te zetten . Niets op deze wereld is echter volmaakt en ossen hebben dus ook hunne fouten . Zij zijn niet heel verstandig , en hebben geen geestkracht . Wat een zeeman twee knoopen in een uur zou noemen , is alles wat zij zouden afleggen als menzeaanzich zelven overliet ; en zij hebben eene sterke aan-moediging ( aanmoediging ) noodig , willen zij er toe kunnen besluiten , wat gauwer aan te stappen . Daarbij komt nog een ander gebrek . Nauwelijks heeft de os de hooge steilten beklommen die naar Indiesche rivieren afdalen , of hij denkt bij zich
— HET REIZEN IN BRIÏSCII-INDlE . — ( Blz . 3 .)
zelven : " Op die hellende vlakte hier voor mij kan ik mijn meester gemakkelijk voldoen . Ik heb reeds vermaningen om harder te loopen in den wind geslagen , maar hier zal ' t mij zoo weinig moeite kosten om te draven in plaats aan te stappen , dat ik ' t maar gauw op een loopen zet .» En op dezelfde plaats waar een verstandig dier langzaam en voorzichtig zou voortstappen , draaft hij blindelings voort . Hij heeft de wet van versnelde beweging niet geleerd , en weet niet dat hij zich inhouden moet , daar hij anders steeds met toenemende snelheid zal voorthollen , totdat hij neervalt met het rijtuig op zijn rug , of , indien het noodlot hem gunstiger is , plotseling in het water neerploft . Hoe dikwijls hebben wij met genoegen dat neerploffen gehoord , daar wij er uit opmaakten dat wij niet verder konden afdalen en dat bijgevolg het gevaar van omvallen voorbij was ! Twee ossen , waarvoor wij meer betaalden , daar zij op het afdalen der bergen waren afgericht , begonnen op eens te draven op een weg die langs de akelige afgronden slingerden , welke in een groot gedeelte van het Westen menigvuldig worden aangetroffen , zoodat wij dadelijk moesten afspannen en mensehen in hunne plaats gebruiken . De ossen hebben nog een ander gebrek : daar zij van aard lui zijn , hopen zij , wanneer gij vertrekt , dat uw reis kort mag zijn , en snellen in ' t dolle het eerste open-staande ( openstaande ) hek binnen dat zij in ' t oog krijgen , ja , somtijds zelfs door een gesloten hek heen , om u te beduiden dat
ge beter deedt een bezoek af te leggen bij de menschen die daarbinnen wonen , dan naar uw vergelegen huis terug te keeren . Wij hebben somtijds een man met een stok noodig gehad , die zich keer op keer aan ieder hek plaatste om het krachtig te verdedigen , anders zouden de ossen die ons trokken , ons aan ieder huis , dat wij voorbijgingen , een bezoek hebben laten brengen .
Behoeven wij er nog wel bij te voegen , dat all e klassen in Indië met blijdschap de manier van reizen opgeven waaraan zij tot nu toe gewoon waren , voor het gemak , den spoed en de veel kleinere onkosten van het spoorweg-stelsel ( spoorwegstelsel ) ? Zelfs zij , die zoo gaarne in palankijns reizen om hunnen rijkdom ten toon te spreiden , vinden het aange-naam ( aangenaam ) dat zij ze voor altijd kunnen vaarwel zeggen en in spoortreinen plaats nemen , daar de kleinste stoom-machine ( stoommachine ) zich immers zou schamen een varken op den weg neer te leggen , al was ' t ook nog zoo vet , maar in ademlooze vaart voorwaarts holt totdat het doel der reis is bereikt .
HOPSASA !
do dikke molenaar Kezesrd .
EEN VERHAAL
EDMOND HOFER
( Vervolg .)
Eerst toen dit alles geschied was , wendde de officier zich tot den lieer des huizes . » Het doet mij leed ,» zeide hij , » dat dit een gast en kennis van u heeft moeten treden ; maar de man gedroeg zich ook zoo onhandig mogelijk , en buitendien zijn er onge-lukkig ( ongelukkig ) geruchten omtrent hem in omloop , waardoor hij bepaaldelijk onder ver-denking ( verdenking ) ligt , niet alleen dat hij met den vijand heult , maar ook voor hem spio-neert ( spioneert ) . Om kort te gaan , het is , vrees ik , een slecht mensch , voor wien men zich ernstig in acht moet nemen . » » Jij zegt mij daar niets nieuws , heer luitenant ,// her-nam ( hernam ) de oude schouderophalend : // die Rauscher is zoo lang ik hem ken een wonderlijke snaak geweest , wel is waar mijn buurman , maar nooit een kennis , nog minder een vriend van mij , en in den laatsten tijd hebben wij genoeg van hem vernomen om hem op een behoorlijken afstand te houden . Ik stond van daag dan ook niet weinig te kijken toen hij mij kwam opzoeken , want hij weet maar al te goed dat wij niet voor elkander deugen , en toen ik de reden van zijn komst vernam , — nu , daar zullen we maar niet verder over spreken . — Maar de tafel is voor u en uwe manschappen gedekt ,» viel hij zicli-zelven in de rede , » ik hoop dat u mij de eer zult aandoen — de manschappen zien er dorstig uit , en de paarden zijn vermoeid . //
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer