Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 24
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 24
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
24
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
8
DE O L IJ F T A K .
BINNENLANDSCH OVERZICHT .
den haag , 8 Januari 1871 .
Gelukkig Nederland ! Voorspoedig Nederland ! Niet alleen om al de bekende geschiedkundige redenen , door den dichter Spandaiv in zijne krachtige Ode aan Ne-derland ( Nederland ) aangevoerd , niet alleen om zijne onzijdigheid in den afgrijseiijken oorlog , die niet ver van onze grenzen woedt , maar ook vooral wegens zijne staatkundige tevre-denheid ( tevredenheid ) . Zie ! bijkans drie maanden achtereen is er verwar-ring ( verwarring ) gekomen in de regeering ; de gewenschte verhouding tusschen de ïtegeering en de beide Kamers der Staten-tieneraal ( Staten-tieneraal ) is verbroken ; de parlementaire machine staat stil ; de dagbladen zijn vervuld van beschouwingen over de bestaande regeeringloosheid . En toch — geen schok , zelfs geen trilling in de onderste lagen der Nederland-sche ( Nederland-sche ) maatschappij . Zoo iets moest in Frankrijk , in En-geland ( Engeland ) gebeurd zijn ! Een stilstand van bestuur gedurende drie maanden . Wat eindelooze volksvergaderingen zouden daar niet gehouden zijn ! Hoeveel spanning en gisting zou bij de groote menigte niet teweeg zijn gebracht ! Maar hier in Nederland — mochten al de dagbladen over deze ministerieele crisis en hare oorzaken uitweiden of liever niet uitweiden — viel geene de minste verandering in het raderwerk der maatschappij te bespeuren . De landman bracht de vrucht zijns akkers ter markt , de timmerman stond aan zijn schaafbank , de steenhouwer beitelde zijne grafzerken , de letterzetter was tevreden bij zijn haak , de snelpersdrukker was onvermoeid in het keurig toe-stellen ( toestellen ) , de smid was op ieder uur gereed , al schikte hem dit het minst , om kasten of deuren open te steken , de stalknecht zelfs van den heer van Zinnicq Bergman liet zijn meester rusiig de pen hanteeren en bemoeide zich uitsluitend met diens rossinanten . Zóó rustig was het in Nederland , dat dit vredelievend en nijver volk op niets anders dacht dan op den arbeid en nog
Maar ook voor een deel heeft de rustige toestand der laatste maanden eene zeer verblijdende oorzaak . Hij ge -
tuigt van een onbepaald vertrouwen bij het denkend en niet denkend deel der natie in de eerlijkheid , in de vaderlandsliefde , in het kloek verstand van hen , die tij delij k het roer in handen hadden . Het volk begreep , dat zelfs geene tijdelijke regeering het wagen zou de landsbelangen in gevaar te brengen of misbruik te maken van de penningen , die door de burgers worden opge-bracht ( opgebracht ) . Het volk stelde vertrouwen in de regeering , omdat het wist , dat zij , hoe ook verzwakt en ingekrom-pen ( ingekrompen ) , eene constitutioneele regeering was , verant-woordelijk ( verantwoordelijk ) èn jegens den Koning , èn jegens de natie .
En nu hebben wij op den derden dezer maand eens-klaps ( eensklaps ) een nieuw en een vast Ministerie gekregen . Ter-wijl ( Terwijl ) men zich afvroeg , wie toch wel door ' s Konings vertrouwen met de samenstelling vau een nieuw Minis-terie ( Ministerie ) zou worden belast , was het gebak al in den oven . Wie is het hoofd , de ziel van dit Ministerie ? Het is onze meest uitstekende staatsman , de heer Thorbecke , die op twee-en-zeventigjarigen leeftijd zijn waardige rust opoffert om eene zeer onrustisre waardigheid voor de derde maal te gaan bekleeden ; het is de heer Thorbecke die op nieuw het binncnlandseh bestuur in al zijne volheid gaat aanvaarden en daarmede tevens een bewijs levert van zijne onverflauwde levenskracht en onverzwakte vaderlandsliefde . Hoevele diensten heeft deze minister van staat niet reeds in de laatste dertig jaren aan den lande bewezen , nadat hij eene reeks van jaren tevoren als Leidsch hoogleeraar eene school van ' doorkundigc en vrijzinnige mannen had gevormd ! Maar grooter dienst bewees hij nimmer dan nu hij , op zijn ouden dag , maar nog in ' t bezit van zijn scherpen geest , na vele wanhopige pogingen door anderen beproefd om een Ministerie te vormen , weer " de spade op zijn rug " neemt , en het heilige voornemen in zich omdraagt om Nederland eindelijk te begiftigen met eene wet op het hooger onderwijs , geheel in den geest van onzen tijd , met eene doeltreffende regeling onzer binnenlandsche verdediging en ... . naar men mag hopen , ook met eene opwekking der kleine burgerij lot deelneming aan ' t kiesrecht . Overlaad niet des werkmans maag met de zaken , die boven zijn bereik zijn en hem tot een werk-tuig ( werktuig ) van listige lieden zou maken , maar doem hem ook niet tot den hongerdood ! Breng zijn geest niet in ver-warring ( verwarring ) . . . maar bluseh dien ook niet uit ! ....
Werd bij vroegere optreding den heer Thorbecke wel eens verweten , dat hij zich met middelmatige staatslieden omringde , ditmaal kan dit niet worden ge-zegd ( gezegd ) . De heer Gericke , minister van buitenlandsehe zaken , heeft als Belgisch gezant zijne sporen verdiend . De heer van Bosse , minister van koloniën , die vroeger als minister van fiuantien er naar streefde het evenwicht tusschen onze ontvangsten en uitgaven te bewaren , zal thans zeker zorg dragen , dat de Nederlandsche en de Indische begrooting elkander rechtvaardig balanceeren en dat den Keizer worde gegeven wat desKeizersis , dat is Indie wat aan Indie en Nederland wat aan Neder-land ( Nederland ) toekomt . De heer Blussé , minister van tinantien ,
zal , even als zijn voorganger , zooveel mogelijk leeningen willen voorkomen , en , misschien , even als deze , gereed zijn , om a met eene rechtvaardige inkomstenbelasting te staan ofte vallen.'/De heer Brocx , minister van marine , zal voortgaan met bedachtzaam opbouwen , al is het dan ook alleen van de schepen , en de heer Jolles biedt in een zeer werkzaam verleden als rechterlijk ambtenaar alle waarborgen aan , dat hij als minister van justitie ' t recht zal toepassen en , waar het noodig is , verbeteren en vereenvoudigen . De optreding van dezen kundigen rechtsgeleerde is in mijne oogen dubbel te waardeeren , omdat hij tot tegenwicht verstrekt tegen de benoeming van den minister van oorlog , kolonel Booms , een zaak-kundig ( zaak-kundig ) militair , maar van wien harde noten worden gekraakt , alsof hij dweepen zou met het Pruisische stelsel van algemeenen dienstplicht , een stelsel , dat geene andere bedoeling heeft dan den mensch tot militair te vormen , vóór hij burger is ; een stelsel , dat zijne waarde heeft in een land , dat op veroveringen aast , maar weinig aantrekkelijks bezit voor eene natie , die de " militaire industrie « uit den grond haars harten verfoeit . Trouwens niet alleen bij den heer Jolles , maar ook bij de heeren Blussé en van Bosse zal dat stelsel , dat alléén u overwinningen op het slagveld//verzekert , maar voor ' t overige geen ander nut heeft dan periodiek de wereld van de kostbaarste arbeidskracht te berooven , — weinig genade vinden .
Natuurlijk , dat niet alle dagbladen vrede hebben met dit ministerie . Voor den een is ' t te zwak , voor den ander te krachtig ; voor A . te bont , en voor B . thans te flauw gekleurd . Op den voorgevel van het raadhuis der hofstad prijkt het devies : // Ne Jupiter omnibus
quid
e m ! " ( Zelfs Jupiter kan niet al len tevreden stel -
len ). En , als Jupiter dat niet vermocht , zou dan deheer Thorbecke het vermogen ? Hoe zou ' t mogelijkzijn , dat honderd redeneerende bladen in Nederland,want zoovele telden wij er , a 11 e n opgetogen zoudenzijn met dit nieuwe kabinet , meestuit oude mannen be-staande ( bestaande ) ? Er moet verschil , er moet strijd bestaan;anders geeu prikkel tot vooruitgang . Maar toch demeeste bladen drukken zich uit in den zin van " afwach-ten ( afwachten ) met sympathie . • De billijkheid vordert , dat mengeene personen veroordeele , alvorens men van hunne voornemens is onderricht . Hunne beginselen zijnbekend : zij zijn in de richting van vooruitgang.Toen het eerste ministerie Thorbecke in ] 849 optrad , waszijn leus : " wacht op onze daden ;" — toen het tweedein 1802 verscheen , zeide de heer Thorbecke : " Mijnebeginselen zijn bekend " Dit was met andere woorden : " Herinner u onze daden ." Nu in 1871 het derde en vermoedelijk het laatste ministerie Thorbecke op-treedt ( optreedt ) , krachtiger samengesteld dan vroeger , moge zijndevies luiden : // Finis coronat opus ." Dat is : " Heieinde kroont het werk ." Welaan dan , met frisschenmoed aan ' t werk , Mijne Heeren ! met vasten tredvooruit ! .,
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer