Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 22

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 22
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
22
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
r-i
DE O L IJ F T A K .
liandelen aankomt . Want ook u haat Bonaparte , ook gij II moet hem haten — ' t is niet anders mogelijk .'/
Barras wendde met zichtbaar klimmende belangstelling j de oogen naar Clemence .
« Gij hebt gelijk ," hernam hij . " Ik haat hem , daar hij mijn vijand en mededinger geworden is . Maar helder i mij eens op , waarom gij in zulk een hartstochtelijke gramschap tegen dien generaal geraakt zij t , over wien j gij , zoo ik me wel herinner , tot dus verre niet dan met de grootste bewondering spraakt . Hier moet een j geheim onder liggen , en dat schijnt mij de oorzaak van ji dat ernstig rendez-vous te zijn . Nietwaar , Clemence ? vroeg hij teeder en legde zijne hand op haar sneeuw - ' i witten arm .
" Hoor mij aan , Barras ," zeide zij met een doffe uit-drukking ( uit-drukking ) in haar gezicht en stem .
//' tis de geschiedenis eener beleedigde vrouw ." Nog eens verviel zij in een kortstondig gepeins , alsof | zij zich hare herinneringen recht goed voor den geest jj wilde brengen , en verhaalde toen den opmerkzamen || minnaar het volgende :
"' t Zal bijkans vijf jaren geleden zijn , toen ik Napoleon Bonaparte leerde kennen . Wij woonden te Toulon , alwaar ik van kindsbeen af geleefd heb , en de Engelschen waren '| in ' t bezit der stad gekomen . Gij weet vriend , welk eene schrikkelijke belegering wij hadden door te staan , en welke gruwzame tooneelen voorvielen toen onze sol-daten ( soldaten ) de stad hadden ver-overd ( veroverd ) en wraak geoefend werd tegen allen die van gebrek aan vaderlandslie-vende ( vaderlandslievende ) gevoelens werden verdacht gehouden . Ook mijn vader , ofschoon hij een vriend der Republiek was en volstrekt geen mee-gevoel ( meegevoel ) voor de Engelschen hebben kon , werd op eene boosaardige aangifte in den kerker geworpen en hij zon voor den rechter worden gebracht . Dat was in dien tijd zoo goed alsof men zei , dat hij zou worden veroor-deeld ( veroordeeld ) en onder de valbijl gesleept , ' t Was genoeg dat hij een gewezen officier van het koninklijk leger was geweest , en gepensioneerd werd . Ik was een meisje van achttien jaren en beminde mijn vader onuitsprekelijk . De laatste stap , om hem wellicht nog te kunnen redden , viel mij niet zwaar . Ik ging naar den opperbevelhebber , om van hem genade en in vrijheidstelling — wat zeg ik , gerechtig-heid ( gerechtigheid ) voor mijn vader af te smeeken . Moeielijk was ' t tot den generaal te geraken . Vele lieden wachtten , gelijk ik , in een vertrek voordat zij tot hem werden toegelaten . Uren lang zat ik daar en al mijn verzoeken om tot den opperbevel-hebber ( opperbevelhebber ) te komen , schenen wegens de opeenstapeling van diens bezigheden maar niet te kunnen worden verhoord . Ik begon te wanhopen ; ik meende dat met eiken stond die verliep mijn vader een stap nader tot de vreeselijke terechtstelling naderde . Daar trad een jong artillerie-officier ( artillerieofficier ) in ' t vertrek des generaals . Zijn bleek gelaat drukte bezorgdheid uit en de haastigh
" Ha , ha !» mompelde Barrss , " ik begrijp't . Hij was bij u mijn voorganger ."
» De bevelhebber werd getroffen door mijn dringend hartstochtelijk smeeken voor mijn vader ," voer Clemence voort . Hij troostte mij en beloofde mij zijne hulp . En werkelijk was reeds den eigen avond mijn vader vrij in den schoot van zijn gezin wedergekeerd . Den volgenden dag kwam Bonaparte bij ons , om , zoo als hij zeide , mij zijne deelneming in den goeden uitslag te betuigen . De dank-baarheid ( dankbaarheid ) jegens hem , die ik openlijk aan den dag legde , bemoedigde hem terug te komen . Genoeg , hij werd een bezoeker van ons nederig huis en waarom het te loochenen , hij kwam om mijnentwil . Hij bezwoer mij zijne liefde en ik geloofde hem ; hij verklaarde mij dat ik slechts zijne dierbaarste was en dat hij me nimmer verlaten zou . En toen hij in een stillen avondstond afscheid van mij nam , daar hij een commando in Provence had erlangd , toen schonk hij me dezen ring en verzekerde dat hij spoedig weder tot ons komen zou om mijne hand te vragen .//
Zij reikte Barras de hand , aan een van wier vingers een eenvoudige gouden ring glinsterde . De Directeur wierp een onverschilligen blik daarop , dronk langzaam een teug koffie uit zijn schoteltje , en liet zich op een bits spottenden toon uit :
HET KONINKLIJK PALEIS IE MADRID ( zie blz . G ).
" Uwe zonden zijn u vergeven , Clemence , want gij biecht nu op . Maar ik vind dat de rol van biechtvader voor mij niet benijdenswaardig is . Waarom verhaalt gij mij uwe oude liaisons '? Heb ik u daarnaar gevraagd ?//
Clemence maakte een beweging van gemelijkheid over deze opmerking .
" Ik wil niet sentimenteel zijn , geen Magdalena ,* hernam zij . " Vrees niets , Barras , gij kent mij en ik ben niet meer het onschuldige meisje van Toulon . Sedert de twee jaren dat ik te Parijs ben , heb ik anders leeren denken en gevoelen . Ik bemin uit verstand en ik , gelijk gij , houd evenmin van romantiek . Meen ook niet , dat ik Bonaparte daarom haat , omdat hij mij bedroog . Hij heeft een paar brieven met mij gewisseld , daarna vergat hij me . Ik zag hem niet weder , maar ik volgde het opgaande gestarnte van zijn geluk en vergaf hem zijne ontrouw . Een tijdlang heb ik om hem getreurd , heb ik hem beweend , geklaagd over zijne onstandvastigheid , maar toen ik ver-nam ( vernam ) dat hij getrouwd was , gaf ik hem voor goed op en bande hem bijkans uit mijne herinnering . Ik volgde mijnen weg , gelijk hij den zijnen en dat beide elkander eenmaal kruisen zouden , daaraan dacht ik waarlijk niet voor dezen avond . Verre was ' t van mij eene nadere betrekking met den beminde van weleer op nieuw aan te knoopen . Doch ik ondervond een eigenaardig verlangen den met roem gekroonden man hier te ontmoeten . Ik had niet
vergeten dat ik een arm meisje te Toulon was geweest ; hij schaamde zich , dat hij als een arm officier mij gekend en misleid had . Barras , verstaat ge mij nu ? Ik wilde dat hij me zien zoude , om uit zijn blik te ervaren , of hij weet dat ik die Clemence la Jossière ben , die eenmaal zijne eeden vertrouwd heeft ? Ik verzocht mijnheer de Gondy in den dans naast u en zijne vrouw te komen j ö , ik merkte wel hoe hij me daar toen herkende en hoe hij inlichtingen nopens mij inwon ! En toen hij daarna langs de galerij heenging , toen stond ik hem in den weg en tartte hem door mijne houding uit , mij de ver-schuldigde ( verschuldigde ) achting te bewijzen . Maar hij groette niet , hij sprak mij niet aan , hij wilde mij niet kennen ; ja , in zijn overmoed ging hij me voorbij , zonder dat hij me zelfs met een blik verwaardigde . Hij , die mij bedrogen had , schaamt zich heden voor mij ; hij veracht mij , hij heeft mij op ' t diepste willen beleedigen . Begrijpt gij nu , Barras , waarom ik hem haat en om hem te doen vallen ook nog een anderen grond heb dan dien om u voor ondergang te behoeden ?//
' t Gelaat van Barras was , terwijl die woorden met hartstochtelijkheid tot hem gesproken werden , levendig geworden . Hij beschouwde de schoone gestalte dier vrouw , in wier boezem zulke geweldige aandoeningen
konden opkomen . Hij be-minde ( beminde ) haar meer dan ooit , toen zij hem de bekentenis eener vroegere genegen-heid ( genegenheid ) deed , en hij dacht maar even , hoe wonder-baar ( wonderbaar ) de kiem der liefde in een vrouwenhart vaak tot haat en nraak kan over-slaan ( overslaan ) . Clemence wilde geene heldin van deugd zijn en Barras had haar ook wel niet als zoodanig om hare gunst verzocht . Die vrouw , wier genegenheid hem ge-lukkig ( gelukkig ) maakte en die hem oprecht aanhing , schonk hem bovenal in de kracht en stoutheid van haren geest een steun , die hem faalde ; zij die scherpzin-nieheid ( scherpzinnieheid ) en geestige scherts met groote hartstochten verbond , was hem als staat-kundige ( staatkundige ) minnares nog veel meer waard dan als de ver-persoonlijking ( verpersoonlijking ) van schoon-heid ( schoonheid ) en bevalligheid , en in dit oogenblik voelde hij hoe zij , door haren gloed , door hare krachtige gewaarwordin-gen ( gewaarwordingen ) ver boven hem verheven was en de moedeloosheid deed verdwijnen die hem maar al te zeer bemeesterd had . De haat die bij hem slechts onderdrukt was groeide en ontgloeide aan den haren ; zijn flauw en mat geworden aard week door het vuur van die vrouw ; hij verzamelde de overblijfselen zijner vroegere geestkracht en voelde weer de zucht tot handelen , ten einde daardoor den storm die zoo plotseling zijne ziel beroerde , weder tot bedaren te brengen . Was het minnenijd , die door Clemence's verhaal , ter zake van de haar aangedane beleediging , tegen zijnen staatkundigen vijand en beleediger opge-komen ( opgekomen ) was , die zijne scherpe angels in dit karakter gedrukt had — was het de schaamte , dat hij , de be-dreigde ( bedreigde ) , minder moed en haat toonen zou , dan eene vrouw , die in haar trots en ijdelheid gekrenkt was , — zeker was ' t , zijn gannsche wezen onderging eene verande-ring ( verandering</i
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer