Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 310

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 310
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
310
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
De dokter zweeg .
» Ik vraag u naar een oprecht antwoord en gij moet de waarheid zeggen ,// hernam hij ; // ik heb er veel belang bij .//
// Wanneer gij het weten wilt , mylord , kan ik u slechts antwoorden dat u mischien weinige dagen resten . Gij zijt door een ziekte aangetast , die op uwen leeftijd voor geen herstel vatbaar is .//
// Dank u , dokter ! Kunt gij mij ook een dag voor mijn dood waarschuwen dat ik sterven zal ? Ik heb er veel belang hij ; den laatsten dag van mijn leven moet ik nog veel doen .»
« Eén dag , mylord ! Het is weinig , maar misschien kan ik het , doen .//
De dokter ging heen ; eiken dag herhaalde hij zijne be-zoeken ( bezoeken ) en telkens vond hij den lijder nader aan zijn dood .
Op zekeren morgen , er waren zeven weken verloopen sedert lord Rafles den dokter verzocht had hem een dag voor zijn dood te waarschuwen wanneer hij sterven zou , zeide de dokter hem dat hij waarschijnlijk den volgenden dag niet meer zou beleven .
// Dank u , zeide lord Raiies , wilt gij mij wel een dienst doen ?//
// Gaarne mylord !»
« Hier is een brief , breng dien aan mijnheer Hermann , geef hem eigenhandig over . Belooft gij dat ?//
// Ik beloof het u , mylord .//
De dokter nam den brief aan . Toen hij een oogenblik later terugkwam , wachtte de zieke hem reeds .
« Kan ik eenige vermoeienis doorstaan , dokter ?
// Niet gemakkelijk ; gij zijt zeer zwak .//
// Dien mij dan een opwekkend vocht toe , wanneer het mijn leven niet te veel verkort .»
De dokter deed het en ging toen heen . Op den trap , kwam hem mijnheer Hermann tegen , die de hen aan-geduide ( aangeduide ) kamer binnentrad .
// Ziju wij hier alleen , mijnheer ?»
Hermann knikte toestemmend .
// Sluit de deur op slot , de sleutel steekt aan den buitenkant .»
Hermann was een weinig verwonderd , maar deed wat de vreemde begeerde .
/' Kom een oogenblik bij mij zitten , mijnheer , en ik zal u zeggen , wat ik u mede te deelcn heb .»
De andere deed het en toen hij zat , keek hij den zieke een oogenblik scherp in het gezicht .
// Gij zult u zeker verwonderd hebben over mijn brief , mijnheer , maar ik zal u niet lang in het onzekere laten . Ik ben geen Engelschman , geen lord Rafles , maar ik ben Van Houten , die jaren geleden door uwe bereid-vaardigheid ( bereid-vaardigheid ) met uw barksohip Sophia naar Adelaïda vertrok . Mijn naam is voor de wereld dood en dat is goed ook ; bij mijn tegenwoordigen heb ik mij beter bevonden . Ik had u beloofd dat ik nimmer in dit land zou terugkeeren , maar kon mijn woord niet houden . In de nieuwe wereld was ik gelukkig : de goudlanden van Balhurst en Bendigo maakten mij rijk , en nu beschouwde ik het als mijn eersten plicht mijne kinderen terug te geven , wat ik vroeger van hen verspeeld had ; ook kwelde mij de gedachte dat gij misschien ongelukkig mocht zijn en ik u zou kunnen helpen wanneer ik hier was . Gelukkig was dat niet het laatste noodig .»
De zieke rustte even , schepte een weinig adem , keek angstig naar de deur en verzocht Hermann eens te zien of hen ook iemand beluisterde . Deze voldeed hieraan ; toen hij weer naar zijne plaats teruggekeerd was , ver-volgde ( vervolgde ) de lijder :
// Ik was voornemens hier te sterven en u te zien voor ik heenging in het stille graf . Ik zal sterven als lord Rafles ; niemand dan gij en Eliza mag weten wie ik eigenlijk ben . Ik wil Eliza niet zien . Breng haar mijn afscheidsgroet over en zeg haar dat ik haar altijd lief had en vreeselijk geleden heb . Maar neen , zeg haar dat laatste niet ; dat mag ze niet weten , het zou haar kunnen verdrieten : zeg haar alleen dat ik altijd aan haar gedacht heb en . vraag of ze mij wil vergeven .»
De lijder zuchtte , dronk uit . een glas met water en vervolgne : » Ik laat een groot vermogen na . Gij hebt , meen ik , één zoon ?»
Hermann knikte bevestigend .
» Gij zijt voor mijne kinderen een goed vader geweest en hebt geen onderscheid gebruikt . Mijn zoon en dochter hebt gij opgevoed als de uwen . God zegene u daarvoor ! Ik ga nu sterven en wil ook geen onderscheid maken . Mijn vermogen kan onder uwe drie kinderen verdeeld worden . Wanneer het geld geluk aanbracht , zouden zij er allen gelukkig meê zijn ; maar wij weten het beter . Onze ondervinding heeft ons wijzer gemaakt . Ik geef hun het geld , als een aandenken aan lord Rafles , den vriend hunner ouders .
// Mijn testament is gereed , in gindsche casette kunt gij het vinden .»
Hij draaide zijne oogen in de richting naar de tafel , waarop de bedoelde casette stond .
Hermann had tot nu toe weinig gesproken ; hetgeen hij hoorde verbaasde hem ; de indrukken volgden elkander te schielijk op , het geheim werd hem zoo plotseling openbaar . Toen de lijder zweeg , streek hij met de hand langs zijn voorhoofd alsof hij zijn verstand bij elkander zocht . Na eenige oogenblikken greep hij de hand van den zieke en zeide opgetogen : / rLord Rafles ! gij zijt eeu edel mensch !»
» Ik hoop het ! antwoordde deze bedaard : » gij zult mijne schikking goed vinden ?»
Hermann zweeg en beschouwde in stille bewondering den stervende , wiens krachten langzaam maar zeker af-namen ( afnamen ) .
// Doe de deur thans open mijnheer !» zeide hij zacht , » en blijf nog eenige oogenblikken bij mij .»
»// Ik zal u niet lang ophouden ; ik voel dat de minuten van mijn leven geteld zijn , hoe laat is het ?»
// Eén uur mylord !» was het antwoord .
// Eén uur ? .... Ik kan nu gerust sterven , ik heb niets meer te doen .»
De lijder strekte zich achterover op zijn leger uit .
Na eenigen tijd kwam de dokter binnen ; nadat hij hem beschouwd had , zeide hij zacht tot Hermann : » Hij heeft geen half uur meer en bij zal sterven met volle bewustheid .»
Hoewel hij fluisterend sprak , had de zieke hem gehoord ; hij opende langzaam de oogen en zeide : // Nog een half uur ?»
De dokter knikte toestemmend .
» Doe mij dan het genoegen , heeren , en help mij op mijn armstoel voor het raam ; de zon schijnt zoo lief ; ik heb altijd gewenscht in het volle licht te sterven .»
Aan dit verzoek werd voldaan ; de zieke werd voor het raam geplaatst in den zonneschijn en de beide heeren namen tegenover hem plaats .
» Dank , dank !» stamelde de stervende . Van Houten sprak geen woord meer , maar keek stijf in de richting , waarin het huis van Hermann stond . Vóór de klok half twee sloeg , waren zijne oogen voor immer gesloten .
Drie dagen later werd zijn lijkkoets gevolgd door slechts enkele vrienden , waaronder Hermann en zijne zonen . Zij wijdden een laatsten traan aan zijn herinnering en spraken nog vele jaren later over den goeden rijken lord . leder jaar omringen zij de eenvoudige zerk met groene planten . Alleen Eliza en Hermann weten , wie lord Rafles was ; zij hebben besloten het hunnen kinderen te melden vóór dat de innige band hier op aarde ook tusschen hen zal worden verbroken en de dood hun geliefde harten van elkander scheiden mocht .
NELSON EN DE IJSBEER .
( Met eene gravure .)
Onder de vreeslijkste roofdieren , die de Noordpool-streken ( Noordpoolstreken ) bewonen , behoort de IJsbeer . Wie onzer heeft niet al in de jeugd gelezen van den strijd met die roof-zuchtige ( roofzuchtige ) dieren dien het ondernemende Nederlandsche zeevolk menigwerf te verduren had op den tocht van Heemskerk en Barends op ' t einde der 16e eeuw , een tocht , die de baan brak voor zoovele latere reizen van onderscheiden volken tot nog in onze dagen toe . En wie onzer herinnert zich niet de schilderingen van dien strijd door Tollens :
Ginds snuffelt de Ijsbeer rond , die telkens nader sluipt . En vreemden roof buit riekt , en vlamt in de ingewanden ; Hij naakt , ontdekt zijn prooi , steekt nagels uit en tanden , En kiest zijn offer , grijpt het aan met klaauw en muil , Kn scheurt een hunner uit hun midden naar zijn kuil .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer