Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 309

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 309
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
309
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DEOLIJFTAK .
5
vooral niet trouwen , hoor , voor dat ik weerom kom .// Zijn woeste medgezel had zooveel schik in die uitgezochte geestigheid , dat hij eensklaps in een daverend gelach uitbarstte . Arm in arm wandelden de twee boeven naar het dorp . Onze lustige Jicks veranderde in één oogwenk in een wraakgierige en geduchte Jicks . Het kind was zoo boos over de onbeschaamdheid der beide mannen , alsof zij de beteekenis hunner woorden werkelijk had verstaan . Nooit zag ik zulk een jong schepseltje in zulk een vreeselijke drift . Zij raapte een steen op en wierp hen dien achterna voor dat ik ' t kon beletten . Zij schreeuwde en stampte met haar voetje op den grond , tot dat haar gezichtje gloeide van toorn . Zij wierp zich zelve op den grond en rolde woedend heen en weder over het gras . Zij was door niets anders tot bedaren te brengen , dan door de ondoordachte belofte van Oscar ( die hij nog dagen daarna zou moeten hooren ) dat hij naar de politie zou sturen , en de twee mannen geducht zou laten af-ranselen ( afranselen ) , omdat ze Jicks hadden durven uitlachen . Toen eerst stond zij van den grond op , droogde haar tranen met haar vingers , en vestigde een waarschuwenden blik op Oscar . // Denker aan !// zeide het vreemde kind , terwijl haar boezem nog hijgde onder den bemorsten boezelaar , // de twee man-nen ( mannen ) moeten slaag hebben en Jicks moet ' t zien .//
Ik zeide geen woord tegen Oscar , maar ik ge-voelde ( gevoelde ) een heimclijkcn angst op den weg naar huis , — een angst , veroorzaakt door de verschijning ? der beide mannen in de nabij-heid ( nabijheid ) van Bruinheuvel .
' t Was onmogelijk te zeggen hoe lang zij reeds buiten het huis hadden staan loeri n , voor dat het kind hen ontdekte . Wellicht hadden zij , door het open-staande ( openstaande ) venster , vernomen wat Oscar mij had gezegd wegens zijn platen van . kostbaar metaal , en zij hadden misschien ook gezien dat de kist op den . wagen was gepakt . Ik voelde geen vrees dat de kar veilig te Brighton zou aankomen ; de drie mannen waren voldoende om er zorg voor te dragen . Mijn vrees gold meer de toekomst ; Oscar leefde , geheel alleen in een op zich zelf staand
huis , meer dan een halve mijl van het dorp verwijderd . Zijn lust om het kostbaar metaal te bewerken had zijn gevaar zoowel als zijn genoegens , als het eenmaal buiten de grenzen van Dimohurch bekend raakte . Van het eene vermoeden tot het andere komende , vroeg ik mij zelve af of de mannen louter bij toeval naar onze afgelegen streken waren afgezakt — of dat zij met een bepaald doel hun weg naar Bruinheuvel hadden gekozen . Eenmaal dien twijfel opgevat was mijn eerste vraag aan de oude Zillah toen ik haar bij het binnenkomen in den tuin ontmoette of zij veel vreemdelingen op Dimchurch zag .
// Vreemdelingen ?// herhaalde de oude vrouw . // Behalve u zelve , mevrouw , zien we hier jaar in jaar uit geen vreemd gezicht , a
Ik nam mij voor bij de eerste gelegenheid Oscar te waarschuwen om op zijne hoede te zijn .
{ Wordt oervolgd .)
EEN SCHOONZOON MET GELD .
R . KUIPERS .
VI .
LORD RAELES .
Jaren waren voorbij gegaan ; de kleine George was reeds een man geworden en had zich naam gemaakt voor de balie . Zijn uitgebreide kennis en vloeiende taal , zijn schoone stem en edel voorkomen maakten hem algemeen gezocht en geëerd maar vooral zijn goed hart maakte hem tot moeders oogappel . De schalksche Eliza was een schoon meisje geworden , die vroolijk dacht aan de avonden
— HELSOH EN DE IJSBEER . — ( Blz . 6 .)
wanneerüeorge zijnvrienden inden huiselijken kring binnen-leidde ( binnenleidde ) , en aan de genotvolle uurtjes , diezij doorbrachten . Eliza had als mevrouw Hermann nog een zoon gekregen , die Johan heette en ook weldra zijne studiën zou voltooien . Aan vroeger lijden werd niet meer gedacht en Van Houten was voor de wereld al lang in het rijk der dooden .
Schuin tegenover het huis van de familie Hermann stond een groot logement , waar de rijke bezoekers der stad gewoonlijk hun intrek namen . Op zekeren dag stapte uit een fraai rijtuig een oud heer met grijze haren , een groote gebogen gestalte en een edel voorkomen . Hij huurde voor een maand drie boven-voorkamers . Eenige bedienden , die hij in zijn gevolg had , maakten ze spoedig voor hem gereed . Hij scheen zeer rijk te zijn en leefde op een grooten voet ; toch was hij zelf eenvoudig ; hij ging weinig uit , at aan de algcmeene tafel , sprak weinig , maar luisterde altijd scherp toe naar wat de gasten aan tafel spraken . Hij noemde zicli lord Balies en sprak ook weinig anders dan Engelsch ; zijne bedienden verstonden in het geheel geen Nederlandsch . Wanneer hij
op zijne kamers was , kon hij soms uren voor het raam zitten en naar de overzij turen . Op zekeren dag vroeg hij den hospes van het logement of deze , wanneer hij eenigen tijd over had , een nieuwe ftesch rijnwijn bij hem wilde komen proeven . Deze nam de uitnoodiging aan en verscheen op den bepaalden tijd . Nadat zij over allerlei onverschillige dingen , waarvan het leven in de stad een onderwerp uitmaakte , gesproken hadden , wist lord Batles het gesprek ongevoelig op het huis aan de overzij te brengen . Juist kwam George thuis , zoodat onze Engelsch-man ( Engelsch-man ) het eerst vroeg of hij ook dien heer kende .
// Wel zeker ,// zeide de hospes , // het is een zeer knap advocaat , die in de stad uiterst gunstig bekend staat . Hij heet George Van Houten .»
// Dus woont in dat huis de familie Van Houten ? // vroeg lord Halles onverschillig .
// Pardon , mylord ! Daar woont de heer Hermann . De vrouw is voor de tweede maal getrouwd en die advocaat is haar zoon uit het eerste huwelijk . Haar eerste man en haar vader speculeerden grof en hebben zich-zelf het leven beno-men ( benomen ) toen hunne zaken verkeerd stonden ; de eerste heeft zich verdronken en de andere schoot zich een kogel door het hoofd .//
Nadat de Engelschman eenigen tijd bedachtzaam had rondgezien ging hij voort : // En gaat het dezen man beter met zijne zaken ?// // Zeer zeker // antwoordde de hospes // zeer zeker ; hij doet zeer goede zaken en leidt met zijne vrouw een gelukkig leven , ' t Is ook een engelachtige vrouw , altijd even lief en aange-naam ( aangenaam ) in den omgang . // De hospes zweeg eenigen tijd ; daarop vervolgde hij : // Het is ook maar goed voor haar dat zij hertrouwd is ; bij haar eersten man moet ze lang niet gelukkig geweest zijn .//
De Engelschman verborg een oogenblik zijn aange-zicht ( aangezicht ) in zijn zakdoek en deed alsof hij den neus snoot . De hospes dronk zijn glas uit . Toen lord Rafles weder opkeek , riep hij met den vinger wijzen-de ( wijzende ) : // Zie , daar komt ook zijne dochter Eliza thuis aan den arm van haar min-naar ( minnaar ) , een lief meisje op mijn woordjdat haar moeder veel genoegen verschaft .//
Toen de wijnflesch ledig was en de hospes den trap afging , zeide de oude heer zacht : // Nu weet ik genoeg ; nooit zal ik hun geluk storen , maar op mijn beurt bereid zijn , hen ieder oogenblik mijn diensten aantebieden .//
Toen de maand om was , vertrok de Engelschman , om in het volgende jaar tegen denzelfden tijd weder op eene niet in het oog loopende wijze naar de familie Hermann te ver-nemen ( vernemen ) . Met elke September-maand waren de boven-voor-kamers ( boven-voor-kamers ) van ' t hotel verhuurd en deEngelschman betrok die op dezelfde wijze , hoewel zijn gelaat meer en meer uitteerde . Als naar gewoonte was hij weder in het begin van September zijn intrek in het hotel komen nemen . Hij was sinds het laatste jaar sterk verminderd en ontving bijkans niemand meer bij zich dan den geneesheer . Bij den dag werd hij zwakker ; zijn open oog stond glazig , zijne handen beefden en zijne knieën knikten .
// Ik zal zeker niet lang meer leven , dokter ,// vroe ? de zieke op zekeren dag toen de maand September bijna ten einde was .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer