Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 304

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 304
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
304
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
8 DE OLIJFTAK .
toegelegd , die zoo veel schatten en vertierbronnen oplevert .
Een der soorten van den walvisch is de zoogenaamde Potvisch of Cachelot , die bijna zoo groot als de gewone walvisch is , in de onderkaak scherpe en in de bovenkaak stompe , nauwelijks zichtbare tanden heeft . Hij voedt zich met dolfijnen , zeehonden en visschen . In de holten der schedelbeenderen van den potvisch vindt men een weeke zelfstandigheid , spermaceti ( of walschot ) genaamd , die olie oplevert om te branden , en , nadat deze uitgeperst is , eene stof achterlaat die hard , wit en kristalachtig wordt welke , zooals men weet , tot het maken van kaarsen worat gebezigd . Langs verscheiden gedeelten van den Indischen Archipel , vooral de kusten der Molukken , gelijk langs die van Zuid-Amerika , vindt men , drijvende op zee , dikwijls eene welriekende zelfstandigheid , amber genoemd , welke voor de eenigszins gewijzigde uitwerpselen van den potvisch wordt gehouden , waarin men die stoffe soms gevonden heeft . In verschen toestand is de amber min of meer week , grijsachtig gestreept of gemarmerd , en heeft een sterken , aangenamen geur .
De jacht op den walvisch in ' t algemeen en die op den cachelot in ' t bijzonder is niet zonder groote gevaren , maar juist-deze ( juist-deze ) doen ' t hart van den waren zeeman ont-vlammen ( ontvlammen ) en geven hem wellicht van al zijne reizen de meeste ervaring . Terecht gewaagde daarvan de begaafde dr . ïhiercelin , rapporteur van de afdeeling : Visscherij , ter internationale tentoonstelling te Havre , nu drie jaren geleden ; wij vertalen uit zijn verslag het volgende :
« tioeveel uitmuntende zeelieden zijn uit die harde beproevingen voortgekomen , die vervolgens in den dienst van den staat of van den handel zijn overgegaan ? Wilde men een man hebben , bekend met de vaart in de meest verwijderde zeeën , dan richtte men zich totdenwal-vischvaarder ( totdenwal-vischvaarder ) ! Die leerschool van uitgelezen matrozen bestaat ( in Europa ) niet meer ; laten wij de hoop voeden dat zij weder opkome . Ongegronde vooroordeelen , een te strenge en kleingeestige zucht tot reglementatie ont-rukt ( ontrukt ) den zeeman aan zijn beroep , juist op ' t oogenblik wanneer hij een bekwaam visseher wordt ; hulpmiddelen die tot een vroegeren tijd behoorden , werktuigen die ongeschikt zijn om in de tegenwoordige behoeften te voorzien,eindelijk het volgen vanden ouden sleur — hebben de walvischvangst vernield ( 1 ).
» Die vangst kan echter herleven door meerdere waar-deering ( waardeering ) van de vervolmaakte werktuigen , door aanwending van nieuwe en beproefde hulpmiddelen , door mannen met ruimer begrippen : kortom door het volgen van een geheel nieuw stelsel . De visch ontbreekt thans zoo min als vroeger , maar men moet weer op goede gelegenheden tot de vangst passen , de vangst met beleid ondernemen , de vermeerdering van den visch niet tegenwerken . Met dat oogmerk moeten de regeeringen zorgvuldiger toezien en zich met elkander verstaan om aan de vernieling grenzen te stellen , die in't belaDg van allen zijn . Is't wel noodig de waarde der voortbrengselen te herinneren welke deze vangst oplevert , en waardoor het groot gewicht van deze uitkomt ? Een walvisch van de Zuider-gewesten levert 80 tot 100 vaten traan , die 110 tot 120 franken het vat geldt , en tevens 3 tot 4 duizend franken aan walvisch-baarden ( walvisch-baarden ) ( de zoogenaamde baleinen ). Een walvisch uit het Noorden levert zeker wel het dubbel van de zoo even vermelde hoeveelheden . Men ga dus zijne waarde na . Maar nog eens , wil de walvischvangst haar gewichtige plaats in de volksnijverheid herwinnen,dan zal dit alleen kunnen geschie-den ( geschieden ) onder voorwaarde dat men van ' t geheele dier partij trekke , en niet alleen de olie uit het spek koke en de baarden verzamele , maar ook de inwendige organen aanwende , de beenderen gebruike tot het maken van beenzwart , het vleesch drooge om het tot een mestspecie te bezigen , die wel 14 tot 15 pet . stikstof bevat , van de ingewand-bekleedselen ( ingewand-bekleedselen ) partij trekke om er kleedingstukken voor den arbeider van te vervaardigen , — in een woord van alles , tot zelfs van de uitwerpselen , waaruit een zeer fraaie verwstof getrokken wordt . Voorts moest men zich van de vangst onthouden in baaien , waar de zoogende walvisschen zich ophouden , ' t Spreekt toch van zelf dat door die vangst tw
( 1 ) Dit slaat wel meer bepaaldelijk op Erankrijk , doch is er niet veel van ook toepasselijk op Nederland ?
stuks tegelijk getroffen worden . Zulk een handelwijs strijdt met alle gezonde beginselen van nijverheid , men is ver-baasd ( verbaasd ) dat in beschaafde landen de visscherijen daarop niet letten , en ' t ware een eerste plicht der regeeringen die onverstandige handeling tegen te gaan . Eindelijk zou den visschers een nieuw veld van werkzaamheid kunnen worden geopend , indien zij zich niet bepaalden tot de vangst van die soorten , waarop tot dusverre slechts de jacht gericht was ( op eigenlijk gezegde walvisschen , cachelotten , enz .), maar ook jacht maakten op de soorten die aan de tot dus verre gebruikte wapens ontsnapten , wapens die moeten zwichten voor die , welke de nieuw ingevoerde stelsels thans ter onzer beschikking geven . Alle elementen van welvaart zijn dus voor den visseher in de toekomst voorhanden , mits hij daar maar wete partij van te trekken . Daar de oude werk-tuigen ( werktuigen ) hun tijd hebben gehad , moet men voortaan betere , volmaaktere gereedschappen hebben . Daar de harpoen slechts van nabij treft , moet men van ontplofbare werptuigen gebruik maken die van verre raken ," enz .
Tot zoo verre den Eranschen schrijver . Voegen wij daar nog een en ander bij .
De Cachelotten plegen vroeger in grooten getale trocpsgewijs in de Noordelijke zeeën te worden gevonden . Hoe reusachtig groot zij ook zijn , zijn zij zeer gezwind in hunne bewegingen , en daarbij uiterst oplettend op nakend gevaar . Zoodra zij een schip gewaar worden , blazen zij stralen water uit en wel met zulk een geweld , dat het , eenigszins van nabij gehoord , naar den dreun van een vervaarlijken klok gelijkt , waardoor ' t schip trilt en schokt . Terwijl zij ' t gevaar zoeken te ontvlieden , worden zij , eenmaal getroffen , woedend , en hun vreeselijk slaan met staart en vinnen heeft menige op hen afgezonden boot doen verongelukken .
De cachelot is bijkans zoo vraatzuchtig als de dolfijn , maar hij is niet zoo wel gewapend en is , naar den omvang van zijn lichaam gerekend , minder te vreezen . Hij heeft zooals gezegd is , slechts scherpe tanden aan de beneden-kaak ( beneden-kaak ) en die tanden vatten , als de bek zich sluit , in holten , die in de andere kaak gelegen zijn . Het bovengedeelte van hun ontzettenden kop heeft groote holten , door kraak-beenderen ( kraakbeenderen ) bedekt en afgescheiden . Daarin vindt men het // walschot " ten behoeve waarvan men vooral den cachelot vangt . De omvang van den kop van den potvisch bedraagt wel het derde of vierde van het geheele lichaam .
In het volgend nummer deden wij een met levendigheid geschreven uittreksel mede uit het dagboek van een Noord-Amerikaan ( Noord-Amerikaan ) , behelzende de beschrijving van de jacht op dien visch .
SD^a>^>^>^S >
BINNENLANDSCH OVERZICHT .
dek haag , 11 September .
Algemeen in ons vaderland verrijzen scholen om het jeugdig geslacht in de beginselen van kennis en weten-schap ( wetenschap ) in te wijden . Men beseft , dat een deel van de oplossing van het sociale vraagstuk daarin is gelegen .
Maar zal onze jeugd,zal ons volk herworden alleen door verspreiding van kennis?Is bekwaamheid alléén een waarborg voor geluk ? Er waart in ons vaderland een monster rond , dat zoowel binnensluipt in de ruime zalen van den rijke als in de dompige vertrekken van den mingegoede . Dat monster , dat meer én meer dreigend zijn hoofd opsteekt , dat de weldadige vruchten van ' t onderwijs vernietigt , dat alle goede zaden verstikt , heet : Onzedelijkheid ! IJdel droomen van hen , die meenen , dat ons volk , omdat het naar de kerken stroomt , zooveel zedelijker en zooveel beter is dan andere volken ! En toch staat de vrede in land en huis het nauwst in verband met den graad van zedelijkheid van een volk .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer