Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 303

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 303
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
303
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
7
// Hoe , vroeg Eliza met angstige belangstelling , is hij ge-vlucht ( gevlucht ) ?//
// Gevlucht ? ja ! hij is voor goed gevlucht , antwoordde van Houten als voren , geen rechterlijke macht kan hem achterhalen . Twee uren geleden heeft hij zich een kogel door den kop gejaagd en zijn geheele fabriek met specu-lation ( speculation ) en operation is uit elkander gesprongen .//
// Groote God !// gilde Eliza , terwijl ze als door een adder gestoken opsprong , mijn vader ! Wat ! heeft hij zich-zelf vermoord ?// Zij sloeg de handen voor het voorhoofd , waggelde en zou zeker op den grond neergevallen zijn , zoo van Houten haar niet had opgevangen .
Hij zag nu wel in dat hij haar op een te woeste wijze had aangegrepen , dat zij zulk een slag niet kon verdragen . Toen ze daar voor hem lag , beschuldigde hij zich handen-wringende ( handenwringende ) dat hij haar vermoord had en liep hij als een krankzinnige om haar heen . Toevallig viel zijn oog op een karaf met water , die op de tafel stond ; hij schonk een glas ervan uit , bracht het aan hare lippen en maakte hare polsen en slapen nat . Eindelijk opende ze hare oogen . // Zieh-zelf vermoord !// mompelde ze en keek strak om zich heen . Met behulp van Van Houten stond ze op en zette zich op een stoel neder , dronk nog eens uit het glas , wreef zich voor het voorhoofd en vroeg hem met een zachte stem : // Weet ik nu alles ?//
// Ik durf u niets meer zeggen Eliza ,// antwoordde van Houten verlegen , ik vrees dat gij weder . ..//
// Heb daarvoor geen vrees ; ik gevoel mij krachtig genoeg alles te hooren , viel ze hem in de rede : nu verder ?//
// Ja , verder !// zeide van Houten , // verder zit ik er nu alleen voor , natuurlijk moet ik nu alleen voor de misdaad boeten .//
// En noemt gij dan de vlucht ir.ijns vaders eene lafheid // vroeg Eliza haastig .
// Zeker , mevrouw,//antwoordde Van Houten bedaard ; // hij had ' den moed gehad de stukken te teekenen , hij had den moed ook moeten hebben de gevolgen er van onder de oogen te zien en uitkomst te geven .//
« Gij hebt gelijk ,// zuchtte Eliza .
Van Houten stond met neergeslagen oogen voor haar en liet een snuifdoos tusschen den duim en wijsvinger zijner rechterhand draaien . Zij had de handen in den schoot gevouwen en staarde tegen den tafelrand . Nadat ze zooecnigen tijd tegenover elkander onbewegelijk hadden doorgebracht , stond Eliza haastig op en zeide : /' Heb moed , ik zal u redden ; door mijn vader zijtgij allerjammerlijkst bedrogen , ik zal een plicht jegens u voor hem vervullen.//Zij liep haastig de kamer uit en liet Van Houten vol verwonde-ring ( verwondering ) achter ; kort daarna kwam ze geheel gekleed terug en zeide hem dat ze voor eenigen tijd uitging , terwijl ze hem op het hart drukte thuis te blijven totdat zij terug zou zijn gekomen . Hij begreep niet wat ze bedoelde , maar hoorde aldra de voordeur achter haar dicht vallen en haar van het bordes stappen ; alles bleef hem niettemin een raadsel en somber ging hij op een stoel zitten , terwijl al het voorgevallene in de laatste jaren hem verward door het hoofd speelde .
Met een vluggen , lichten tred liep Eliza de straat over , nam spoedig het kaartje uit haar zak en las bij een gaslicht het opschrift nog eens over om zeker te zijn dat ze geen verkeerden weg ging . Nadat ze ongeveer een kwartier lang haar weg vervolgd had , kwam ze aan een stille straat met deftige huizen , die reeds eeuwen zagen voorbij-gaan ( voorbijgaan ) en er nog uitzien van eeuwen te kunnen trotseeren . Spoedig was de juiste deur gevonden ; een koperen plaat , waarin Joh an Hermann gegrift was , prijkte er naast aan den muur en een breed bordes lag er voor . Met een kloppend hart schelde Eliza aan ; het was haar vreemd te moede nu ze haar vorigen minnaar in deze omstandigheden terug zou zien j maar daaraan mocht en kon ze niet meer denken : dat was nu voorbij !
Nauwelijks klonk de schel in den broeden gang of een oud man opende de deur , noodigde Eliza binnen , sloot de deur weder en leidde haar naar een binnenvertrek waar ze intrad . Het was een bijna vierkante kamer : in het midden stond een ronde tafel , waarvoor een man in een armstoel gezeten , met eenig schrijfwerk bezig was . Hij begroette haar en bood haar een stoel aan , waarvan ze gebruik maakte .
// Heden avond ontving ik een brief van u , mijnheer Hermann , en zoude gaarne al dadelijk de vrijheid nemenvan uw aanbod gebruik te maken », sprak ze een weinigverlegen . Na een oogenblik van stilte vervolgde ze : // eengroote ramp heeft ons huis getroffen ; mijn vader is //
Hij wenkte met de hand en zeide met eene doffe stem :
» Ik weet alles mevrouw ; gij komt mij redding vragen voor uw echtgenoot .//
// Hoe mijnheer !// riep " ze verwonderd , // gij weet dus reeds ....?//
// Zooals ik u zeg , hernam hij , ik weet reeds alles , welnu , ik zal hem redden ! ik zal hem buiten het bereik der justitie voeren en hem in staat stellen fatsoenlijk te leven . Kunt gij hem alleen laten vertrekken,mevrouw ?//
Zij zweeg eenigen tijd en antwoordde toen zacht : // mijnheer , hij is mijn echtgenoot ./'
/' Mevrouw , ik wil hem redden , maar hij moet voor de wereld als gestorven zijn ; neemt hij deze voorwaarde niet aan , dan kan ik niets voor hem doen .»
» Het zij zoo ,» antwoordde ze met een zucht .
// Zeg hem dan dat hij dadelijk hier komt ; morgen ochtend kan hij reeds vertrekken , daar just een mijner schepen gereed ligt naar Adelaïda ; intusschen zal ik zelf met den kapitein het noodige bespreken .»
Mevrouw stond op , haar gesprek was onverwacht afgebroken . Zij wilde Mijnheer Hermann gaarne vragen hoe hij hier gekomen was , wat er gedurende den tijd , dien ze elkander niet gezien hadden , gebeurd was , maar de woorden bleven haar in de keel . Hij begreep haar en zeide meteen minzaam lachje : » En nu Eliza , wenscht ge wellicht nog te weten hoe ik zoo plotseling van Indië ben teruggekeerd ? Mijn oom is twee jaren geleden te Samarang gestorven en heeft mij een tamelijk groot vermogen achtergelaten , waarmee ik mij hier heb neer-gezet ( neergezet ) en goede zaken doe ....
" Doch laat ik u dit liever eens later vertellen , wanneer ge mij meer bedaard zult kunnen aanhooren .
» Zeg thans liever aan uw echtgenoot dat hij spoedig hier kome/voegde hij er bij,terwijl hij haar naar de deur geleidde . » Wil ik u mijn bediende meegeven ?» vroeg hij haar , toen ze reeds op het bordes stapte . Zij bedankte hem voor het aanbod en snelde ijlings terug .
" Arme Eliza ! ze heeft veel geleden ,» zeide Hermann zacht , terwijl hij naar zijne kamer terugkeerde , » ik hoop dat ik haar weer gelukkig zal kunnen maken .»
Toen Eliza de voorkamer binnentrad , waar ze haar man had achtergelaten , hing deze als in verdooving op zijn stoel . De schrik en angst van de laatste dagen hadden zijn geest sterk afgemat en nog steeds stak in zijne ver-beelding ( verbeelding ) de schandpaal in een donkere , dreigende toe-komst ( toekomst ) . De hoop op redding was bij hem weer levendig geworden toen Eliza vertrok , maar hij had bedacht wat een zwakke vrouw vermocht en bevonden , dat die hoop evenveel waard is als die eens drenkelings , welke zich in doodsangst aan een stroohalm vastklemt . Geheel gevoelloos voor het tegenwoordige , wachtte hij met koude onverschilligheid het oogenblik af , waarin het onweder over hem zou uitbarsten . Toen Eliza binnentrad , scheen hij haar niet te hooren ; zij ging naast hem staan , legde hem de hand op den schouder en zeide bedaard tegen hem : // Onze eer is gered !// Die weinige woorden ontstaken als met een electrieke vonk nieuw leven in ziel en lichaam ; verschrikt sprong hij op , keerde zich naar haar toe en vroeg met vreugde stralende oogen : // Wat zegt gij Eliza ?»
" Johan Hermann zal u helpen , hij zal u reeds morgen ver wegvoeren en in staat stellen een beter mensch te worden », zeide zij zacht .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer