Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 302

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 302
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
302
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
niet ten slotte recht kunnen doen wedervaren . Ik heb u nog iets meer te zeggen voor dat wij elkander verlaten . Gij zult mij zeker voor eene zeer zonderlinge vrouw houden , als ik de vrijheid neem u onder ' toog brengen dat ge mij in ' t vervolg even goed kunt verzoeken in uw huis plaats te nemen .»
Hij lachte hartelijk en leidde mij naar binnen . Wij traden de kamer binnen waarin hij Lueilla had ontvangen en namen plaats op de twee stoelen bij het venster — met dat onderscheid dat ik opzettelijk den stoel nam waarop hij had gezeten , waardoor hij met zijn gezicht naar het licht zat gekeerd ,
" Mijnheer Dubourg ,» begon ik , // gij zult reeds hebben begrepen dat ik heb gehoord wat Miss Finch tot u zeide bij ' t afscheid nemen ."
Hij boog ten teeken van toestemming — en begon de gouden vaas , die Lueilla op tafel had laten staan , zenuw-achtig ( zenuwachtig ) üisschcn de vingers te draaien .
/' Wat zijt gij van plan te beginnen ?// ging ik voort . // Gij hebt gesproken van de belangstelling die gij voor mijne jonge vriendin gevoelt . Als het eene oprechte belangstelling is , zult gij er prijs op stellen het gunstige oordeel dat zij over u heeft te verdienen , door haar verzoek in te willigen . Spreek ronduit , als ' t u belieft . Wilt gij ons komen opzoeken als een gentleman die twee dames heeft gerustgesteld , zoodat zij hem als een buurman en vriend kunnen ontvangen ? Of wilt gij mij noodzaken den predikant van Dimchurch te waarschuwen dat zijne dochter gevaar loopt dat een persoon van twijfelachtig karakter haar zijne kennismaking opdringt ?// Hij zette de vaas terug op de tafel en werd doodsbleek . // Als gij wist wat ik heb geleden ,// zeide hij ; // als gij hadt doorgestaan al wat ik heb moeten verduren —// zijn stem haperde , zijn zachte bruine oogen werden vochtig ; hij liet zijn hoofd op de borst zakken . Hij sprak geen woord meer .
Evenals alle vrouwen houd ik er van dat een man een man is . Naar mijne meening , was er iets flauws , iets vrouwelijks in de wijze waarop Dubourg mijne toe-nadering ( toenadering ) beantwoordde . Hij wekte niet alleen mijn mede-lijden ( medelijden ) niet op — hij liep zelfs gevaar zich mijne verachting op den hals te halen .
// Ik heb ook geleden ,// gaf ik ten antwoord , » Ik heb ook veel moeten doorstaan . Maar er is groot verschil tusschen ons beiden , lkhebdenmoed niet laten zakken . Als ik in uw plaats was , en ik had bij mij zelve de overtuiging dat ik een fatsoenlijk mensch was , zou ik niet dulden dat er één oogenblik de minste verdenking op mij kleefde . Het mocht kosten wat het wilde , ik zou mij rechtvaardigen . Ik zou mij schamen te schreien , — ik zou spreken .// Dat hinderde hem . Hij sprong van zijn stoel op . // Zijt gij door honderden onmeedoogende oogen aange-gaapt ( aangegaapt ) ?// barstte hij hartstochtelijk uit . // Zijt gij - zonder ( -zonder ) genade , met vingers nagewezen waarheen ge ook gaat ? Zijt gij in de couranten aan de kaak gesteld ? Heeft de photograaf uw schandelijke bekendheid aan alle winkel-ramen ( winkel-ramen ) aangekondigd ?» Hij viel in zijn stoel achterover en wrong onstuimig zijn handen . // O , het publiek !» riep hij uit , // het afschuwelijke publiek ! Ik kan het niet ont-loopen ( ont-loopen ) — ik kan mij niet verbergen , zelfs niet hier . Gij hebt mij aangegaapt evenals alle anderen ,// sprak hij , terwijl hij een vernietigenden blik oji mij wierp . // Ik wist het toen ge mij gisteren avond voorbij gingt .//
// Ik heb u nooit vroeger gezien ,» gaf ik ten antwoord . // En wat uw portretten aangaat , wie gij ook zijn moogt , ik heb er nooit iets van gehoord of gezien . Ik was veel te akelig en te ongelukkig voor dat ik hier kwam om er ge-noegen ( genoegen ) in te scheppen aan de winkelramen te kijken . // Gij en uw naam zijn mij beiden even vreemd . Als gij eenigen eerbied hebt voor u zelven , vertel mij dan wie gij zijt . Voor den dag met de waarheid , mijnheer ! Gij weet even goed als ik dat gij te ver zijt gegaan om op te houden .»
Ik vatte hem bij de hand . Ik was opgewekt door de on-verwachte ( onverwachte ) uitbarsting , die hem in zijn opgewonden stem-ming ( stemming ) was ontsnapt . Ik wist nauwelijks nog wat ik > eide of deed . In dat uiterste oogenblik . maakten wij elkander het hoofd op hol . Zijn hand klemde zich stuipachtig om de mijne heen . Zijn oogen keken woest in de mijne .
// Leest gij de couranten ?» vroeg hij .
» Ja .»
» Hebt gij gezien —?»
» Ik heb den naam van « Dubourg » niet gezien —»
// Mijn naam is niet // Dubourg .»»
» ïioe heet gij dan ?»
Hij boog zich eensklaps over mij heen ; en fluisterde mij zijn naam in ' t oor .
Op mijne beurt sprong ik als door den donder getroffen van mijn stoel op .
// Hemelsche Vader !» riep ik uit . » Gij zijt de man die
verleden maand van een moord werd beticht , en die
bijkans opgehangen waart op de valsche getuigenis van
een klok !»
{ Wordt vervolgd .")
-^ D^^S^^y ^> '
EEN SCHOONZOON MET GELD .
DOOR
R . KUIPERS .
v .
DE LAFAARD .
Eenige jaren waren sedert den bruiloftsdag voorbij ge-gaan ( gegaan ) , maar ze badden den majoor niet wijzer gemaakt noch zijne drift voor gevaarlijke speculatiën gedoofd . De schoonzoon had weldra ingezien hoe zijne zaken stonden en dat hij zelfstandig moest handelen ; maar de majoor wist hem elke nieuwe operatie zoo winstgevend voor te stellen , dat hij telkens toestemde en weldra zelf een hartstochtelijk speculant werd , die iedere geringe winst , als de voorbode van meerdere en grootere kansen beschouwde . De villa's van Deinen en van Hcuten waren reeds , hoog bezwaard , verkocht en de laatste deed zich allerlei bittere verwijten , op den avond toen de hamerslag van den notaris het erfdeel zijner ouders aan anderen toewees . Maar nog ging men op dezelfde wijze voort ; nog gaf men den moed niet op , verloren kapitalen te zullen herwinnen . Van Houten had zijn vroeger voorkomen , zijn open oog en onschuldig uiterlijk geheel verloren ; hij liep snel en nadenkend langs den weg ; hij sprak gejaagd , zijne oogen stonden wild en verrieden vrees ; elke ongewone gebeurtenis deed hem schrikken . De majoor bleef voor het uiterlijke , wat hij vroeger was , een man van de wereld , die tegen geen enkel artikel van de wet der etiquette zondigde ; hij bleef bedaard bij de grootste verliezen en wist telkens de hoop op betere tijden te verlevendigen door nieuwe operation .
En Eliza ? Zij zag hoe haar vader en haar echtgenoot hun verderf tegemoetsnelden ; hoe de'eerste weldra verloren was , niettegenstaande zij zich voor hem opgeofferd had en hoe haren echtgenoot in den val werd medegesleept . Zij zag armoede in het verschiet zonder liefde ; misschien meer dan armoede : misschien verachting , oneer . En dan rustte ' t oog op hare twee kinderen , waarvanhaar echtgenoot de vader was , maar wier belangen hij niet behartigde ; dan blikte zij in het open oog van het meisje , een andere Eliza , of in dat van den kleinen George , een krullebol,en kon een traan van medelijden niet terughouden . Meermalen had ze haar vader en den vader harer kinderen gebeden om ter wille van de laatsten het vermogen te sparen , dat hun restte , maar telkens antwoordde de majoor met een minachtend lachje dat ze nog een kind was en niet wist wat ze begeerde . In den laatsten tijd had ze er niet meer over gesproken , zij vond troost en Jiefde bij hare kinderen en kon den hemel weder danken . Wel stokten haar de woorden soms in de keel , maar telkens ging het beter en inniger .
De familie leefde nog altijd op een grooten voet , hoewel haar vermogen telkens kleiner werd . Zij bewoonde nu een huis inde stad . In de nabijheid der straat , waarin het stond , was het kantoor der firma van Deinen en van Houten . Het was reeds avond . Eliza was nog alleen
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer