Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 294

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 294
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
294
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
oude vrouw in den gang en stelde haar al fluisterend gerust .» Ik heb alles wat ge mij verteld hadt geheim gehouden . Wij zijn den man in de schemering tegen gekomen , zooals ge mij hadt voorspeld . Ik heb met hem gesproken en ik ben nieuwsgierig als alle anderen . Haal nu maar het boek .»
Om de waarheid te zeggen had Lueilla mij aangestoken met haar gedachte , dat het woordenboek ons op den weg zou kunnen brengen om de opmerkelijke vraag van den vreemden man nopens den derden dag der laatste maand en zijn vreemde verklaring dat mijn blik hem had bedroefd op te helderen . Terwijl de min met ingehouden adem aan mijn eene zijde en Lueilla eveneens aan mijn anderen kant stond , opende ik het boek bij de letter E . en vond de plaats , en las hardop de volgende regelen :
/' Exeter . Eene stad en zeehaven in Devon-shire ( Devonshire ) . Vroeger de zetel van de West-Saksi-sche ( West-Saksi-sche ) Koningen . Drijft een uitgebreiden handel met het binnen-en ( binnenen ) buitenland . De bevolking telt 33,738 zielen . Het hof van assises van Devonshire houdt zitting te Exeter in den herfst en in den zomer ."
» Is dat alles ?// vroeg Lueilla .
Ik sloot het . boek en antwoordde , evenals de jongen van Einch in drie eenlettergrepige woorden :
// Dat is ' t , al ."
- 5a^ü^>=*>iP
Herinnering aan de verdediging der Citadel van Antwerpen .
.
II . — HET BELEG .
Het was ten gevolge van hei , verdrag , m October 1832 i tusschen Frankrijk en Engeland gesloten , dat // dwang - j maatregelen // tegen Nederland zouden worden aangewend om de citadel van Antwerpen aan hetzelve te ontrukken . Terwijl de eerste mogendheid daartoe een leger zou afzenden , zou Engeland van de zeezijde die beweging ondersteunen . Rusland en Oostenrijk waren niet tot deze maatregelen toegetreden en Pruissen bracht een observatie-leger ( observatieleger ) tusschen Maas en Rijn samen . Van de legers die dus op de been waren , zou er slechts één , het Eransche onder I aanvoering van den maarschalk Gérard , oprukken ten aanval . Het grootste gedeelte van dat leger bleef op den j ; rechteroever van de Schelde met de genie en artillerie voor de belegering bestemd : eene andere divisie van I dat leger , door de generaals Achard en Sebastiani aan-gevoerd ( aangevoerd ) , bezette den linkeroever der rivier voor het Vlaamsche Hoofd en de onderhoorige forten , benevens voor de uiterste werken van het fort Lillo .
De aandacht van de staat - en krijgskundige wereld was weken achtereen in de hoogste mate gespannen op den strijd , die aan de oevers van de Schelde zou worden geopend en die als ' t ware een reusachtig tweegevecht uitmaakte tusschen twee zeer ongelijke partijen , want had de verdediging het voordeel van schans en wallen en de zedelijke kracht harer zaak , groot was de over-macht ( overmacht ) , die tegen haar in het veld gezonden was en ruim waren de hulpmiddelen waarover deze , zelfs uit België , ondanks alle onzijdigheid , beschikken kon ; daarenboven was , zooals men zien zal , de verdediging merkelijk door de staatkunde beperkt .
De bezetting , samengesteld uit beproefde nationale troepen , bestond uit het 3e battaillon der 7e , uit het 3e en 2 compagniën van het 2e battaillon der 9e en het Ie , 2e en 3e battaillon der 10e afd . infanterie , het 3e battaillon en een detachement van het 6e battaillon . militie-artillerie , een detachement mineurs en artillerie - i transporttrein , gezamenlijk tusschen de 4000 tot 4500 man | sterk . Onder het opperbevel van den generaal Cnassé , had men bij den staf den gen . majoor de Eavauge , den kolonel baron de Gumoëns , den luit.-kol . de Boer , den
majoor en adjudant des opperbevelhebbers Hombach , den len luit.-adj . van den generaal majoor de Favauge , Heshusius , en de hoofden van den geneeskundigen dienst , de chirurgijns-majoor ( chirurgijns-majoor ) Croissant en Rodi . Voorts waren : luit.-kol . der 7e afd . Oudendijk , idem van de 9e afd . Naudascher , kol . der 1de afd . Graaf von Quadt Wijc-kerath ( Wijc-kerath ) en Isny ; maj . der artillerie Seelig , maj . der genie en mineurs van der Wijek .
Bij deze macht ter verdediging behoorde nog de flotiljevoor Antwerpen rd , bestaande uit eenige
kanonneerbooten , en een klein stoomvaartuig ; elk der booten had eene bemanning van 25 tot 30 koppen , en gezamenlijk telden zij tusschen de 40 en 50 stukken . Deze flotilje stond onder de bevelen van den kapitein ter-zee Koopman , die sedert den winter van 1830 steeds het commando over dit srnaldeel had gevoerd .
Het Fransche leger , onder het opperbevel van den maarschalk Gérard , bestond — zonder te rekenende reserve-divisie ( reservedivisie ) , van 25,000 man , onder bevel van generaal Schram ,- uit 51 bataillons en 56 escadrons , en teldemet de artillerie en genie 90,000 man . Het hoofdkwartier des maarschalks . eerst te Merxem , werd later naar Burgerhout overgebracht . De troepen der genie bestonden uit acht compagnieën sapeurs en mineurs met een grooten equipage-trein ( equipage-trein ) . De generaal Haxo , chef van de genie , koos zijn hoofdkwartier te Berghem , eene voorstad van Antwerpen , op den weg van Mechelen .
Terwijl men op hel kasteel over de 122 a 130 vuurmonden van verschillend kaliber beschikken kon , telde het geschut der Franschen , wat het belegeringspark betreft , 80 stukken en het veldgeschut 72 , gezamenlijk 152 vuurmonden , behalve het geschut dat nog door de Belgen geleverd werd . De Fransche artillerie bestond meestuit nieuwe , beproefde stukken ; twaalf compagnieën artillerie , elk van 100 man , begeleidden dit belegeringsmaterieel . De generaal X i gre , opperbevelhebber van de artillerie der belegerings-macht ( belegerings-macht ) , koos insgelijks zijn hoofdkwartier te Berghem . De stad Antwerpen was tegen een inval van den kant der Oil adel in vier gebarricadeerde afdeelingen gesplitst . De ' m »! en i!r ur \ er iur S oheldc w»8 èeer ecu aarden wal omringd en met 156 stukken geschut beplant . Tegen de Citadel stonden bovendien nog van de Belgische zijde 40 stukken worpgeschut , doch hiervan werd , ingevolge de getroffen overeenkomst , geen gebruik gemaakt .
Den 15 November , toen de mare van het beleg tot den opperbevelhebber der Citadel was gekomen , vergaderde hij den raad der verdediging en werden de noodige maat-regelen ( maatregelen ) getroiïen , welke de zwaarwichtige omstandigheden geboden . Ieder kreeg zijn post , de bomvrije logementen ter huisvesting van de troepen werden gereed gemaakt , en de opperbevelhebber met zijnen staf betrok dat in de communicatie-galerij der linker lage flank van het bastion /' Alba ,» een uiterst bekrompen gewelf . Van daar richtte hij eene opwekkende dagorder aan de bezetting , van den volgenden inhoud :
// Dappere Krijgsbroeders !
/- Het oogenblik , waarop de oud-Hollandsch moed en trouw eene nieuwe beproeving zal ondergaan , nadert . Binnen weinige dagen zal zich een Fransch leger voor deze muren vertoonen , om ons , zoo mogelijk , tot de overgaaf dezer sterkte benevens de onderhoorige forten , met kracht van wapenen te dwingen . Vol vertrouwen op de regtvaardigheid onzer zaak en gerust op uwen be-proefden ( beproefden ) moed en verknochtheid aan Koning en Vaderland , zullen wij dit leger onverschrokken tegemoet zien .
// Krijgsbroeders ! geheel Nederland , en zelfs Europa , houdt het oog cp ons gevestigd . Toont dan in het alge-meen ( algemeen ) en elk uwer in het bijzonder , dat het vertrouwen , hetwelk onze dierbare Koning ons geschonken heeft , niet aan onwaardigen besteed is , en nemen wij het onwankelbaar voornemen , om ons met mannenmoed tot het uiterste te verdedigen .
a Leve de Koning !»
Met geestdrift werd die taal toegejuicht , daaraan metderdaad beantwoord .
Den 23 Nov . daagde de belegeringsmacht voor het kasteel . In de laatste dagen der maand waren de Franschen op het uiterste van hunne linieën met hnnne werken ten aanval begonnen . In den nacht van den 29 op den 30
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer