Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 288

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 288
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
288
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
8
DE OLIJFTAK .
roemrijk verleden , met zulk eene sehoone toekomst ! ( daverende toejuichingeiï ). En nu ik mij op nieuw oven ing met hoeveel ijver gij u voorbereidt om , des gevorderd , de eer en de onafhankelijkheid van den Nederlandschen grond te handhaven en te verdedigen , herhaal ik het , dat het Huis van Oranje zich aan uw hoofd zal bevinden ."
In den loop van het feest , beantwoordde Z . M . nog-maals ( nogmaals ) den Voorzitter en den heer Zeeman , daarbij er op wijzende hoe zeer de Groote Zwijger » cen waarachtige grondlegger der vrijheid /' den band , die vorst en volk aaneen verbindt , krachtig had bevestigd . « Zijn voorbeeld vinde immer navolging !»
Prins Hendrik beantwoordde een toast , waarin zijne onvergetelijke Moeder hooggewaardeerd was ; hij herdacht met fierheid en dankbaarheid , hoe zij de gekwetsten met eigen hand verbond en met al de kracht , die in haar was , leniging aanbracht . /' Dit oogenblik biedt ook tevens de gelegenheid aan , hulde te brengen aan die Nederlandschc vrouwen , die , haar voorbeeld volgende , verleden jaar in den vreemde zich den dank van overste en soldaat op het slagveld wisten te verwerven .»
G .
BUITENLANDSCH OVERZICHT .
Frankrijk heeft weder een stormachtige week gehad — niet door straatoproer , maar door de beraad-slagingen ( beraadslagingen ) in de nationale vergadering waardoor Thiers , wilde hij meester van zijne stelling blijven , hst uiterste heeft moeien wagen , nl . met zijn ontslag dreigen , het bijkans nemen .
Wat was de zaak ? Zoo men weet was er sedert eenigen tijd hij de vergadering een voorstel van de rechterzijde aanhangig tot onmiddellijke ontbinding en ontwapening van de nationale garde in geheel Frankrijk . De commissie van rapporteurs was het zelve oneens over deze wet , die in de vorige week in beraadslaging kwam . Kolonel Pelissier , lid van de minderheid der commissie , betoogde dat het onraadzaam en onstaatkundig was tot de bedoelde ontbinding over te gaan , zoolang de reorgani-satie ( reorganisatie ) van het leger niet tot stand was gebracht . Bij de verwikkelingen , die eiken dag in Europa konden opkomen , ware het gewaagd zich van een element van verdediging te ontdoen , zonder dat men daarvoor een ander in de plaats had gesteld . Hij vroeg al verder of het voorzichtig was , de steden bloot te stellen aan de aanslagen van den eersten den besten fortuin-zoeker ( fortuin-zoeker ) ? Men had beweerd , dat de Commune het gevaar van de nation , garde had doen zien . Maar was die garde dan niet het volk zelf , dat men een geweer in de handen geven wil om er soldaten van te maken p En men behoorde ook niet voorbijtezien , dat de hoofdoorzaak van den opstand te Parijs in den oorlog met den buitenlander moest worden gezocht . De spreker drukte de meening uit , dat de onverwijlde , algemeene ontwapening een nieuwe crisis over het land brengen zou , zoodat de vergadering door de aanneming van het voorstel een zware verantwoordelijkheid op zich laden zou . — Die meening kwam dus , ofschoon in gematigden vorm ingekleed , overeen met den kreet in een vorige zitting van de ^ uiterste linkerzijde opgegaan , dat de ontwapening zou zijn een nieuwe burgeroorlog .
Gansch anders dacht er de rechterzijde over . Een harer woordvoerders , de heer Meaux , betoogde dat men juist eene zware verantwoordelijkheid zou op zich laden met de instelling in stand te houden welke onder alle regeeringsvormen een gevaar voor de orde was geweest en bovendien met de nieuw intevoeren regeling van hei-leger ( heileger ) in strijd was ; De spreker vroeg of het land zonder bedoelde garde niet , sterker zou zijn , daar zij slecht is gewapend en slecht georganiseerd , de noodigc krijgstucht mist en weinig bestand is tegen de vermoeienissen van den dienst . Hij zag in het behoud van de nat . garde alleen de organisatie van den burgerkrijg . De heer Meaux
j werd , in dien geest , scherp en scherper , en scheen ten slotte als ' t ware meer persoonlijk het woord tegen ' t Staatshoofd , den heer Thiers , te richten , die van den aanvang der zitting ( van 24 Aug .) tegenwoordig was en blijkbaar met stijgend ongeduld den loop der beraad-slagingen ( beraadslagingen ) volgde .
Dat ongeduld laat zich daardoor verklaren , dat de heer Thiers , ofschoon geenszins met de nationale garde zoo als die ingericht is dweepende , toch eene dadelijke en algemeene ontwapening gevaarlijk acht , inzonderheid na de ondervinding te Parijs opgedaan . Het verdroot hem dat de rechterzijde , hoezeer zij met zijne meening wel bekend was , dit voorstel zocht door te drijven , en daardoor juist de linkerzijde zoozeer in ' t harnas jagen zou , dat men ook van die zijde hevige voorstellen te wachten had en er dus , in plaats van bedwang , nieuwe uitbarsting van de gemoederen te wachten stond , die zich wel niet binnen den kring van de vergadering bepalen zou .
Daarom betrad de heer Thiers zelf het spreekgestoelte en legde zijn oordeel over de nat . garde en het voorstel tot hare ontbinding onbewimpeld bloot . Dat zij slecht ingericht en slecht gewapend was , hij erkende ' t ; dat de wapens soms in verkeerde handen waren geweest , hij wilde ' t niet ontveinzen ; doch daaruit ; vloeide wel voort dat men de garde beter regelen , maar niet ; dat men haar terstond en geheel ontbinden moest . Dat ware een on-doordachte ( ondoordachte ) stap , strijdig met die bezadigdheid en waardig-heid ( waardigheid ) , waarvan de regeering blijk geven moest . De burger-wacht ( burgerwacht ) , die voor het behoud van de openbare orde waken moest , behoorde door het plaatselijk bestuur zelf te worden opgericht . Niet alle burgers , maar die er bij de wet toe worden aangewezen , moesten worden gewapend .
Onder de ontwikkeling van zijne gevoelens vernam men dat gemor en gedruisch dat wellicht van groote belang-stelling ( belangstelling ) , maar zeker niet van eerbied voor een redenaar getuigt , en wel het minst niet voor een redenaar die ' t hoofd van den staat is en wiens jaren en ondervinding ontzag moeten opleggen . Zoo verregaande werd echter ' t rumoer , dat Thiers besloot te zwijgen . Toen de stilte wnt hersteld was hervat te hi ; ' t w oord , n i a i v r-em « xi-l gevoeligheid te verklaren , dat hij de bcteekenis van dat gedruisch wel besefte , en zijn besluit genomen was ; dat , wanneer ' t vertrouwen der vergadering in hem geschokt was , hij wist wat hem te doen stond . — En onmiddellijk verwijderde hij zich . Waarheen begaf hij zich ? naar een zijvertrek , waar hij zijn ontslag schreef ... maar eenige leden waren hem ijlings gevolgd en rukten hem ' t papier uit de handen , dat voor Frankrijk zoo noodlottig had kunnen worden ; want men beseft algemeen , dat , hoe men over Thiers ' beleid denken moge , hij op ' t oogenblik de eenige man is , die't staatsroer in het woelige land voeren en de partijen tegen uitspattingen behoeden kan . Thiers weg — is de regeeringloosheid .
Daarom haastte Ducrot zich een amendement voor te stellen , waarbij de ontbinding en ontwapening van de nation , garde in beginsel aangenomen werd , doch niet voordat het leger nieuw zou zijn georganiseerd . — Nadat de minister Dufaure verklaard had dat de regeering zich met dat amendement vereenigen kon , werd het met 488 tegen 152 stemmen aangenomen ; en in de'volgende zitting de geheele wet met nog grootere meerderheid , nl . 503 tegen 133 stemmen .
Blijkbaar is bedoeld amendement een in der haast ontworpen schikking , waarbij veel op den invloed van den tijd gerekend wordt ; want de toestemming van den minister Dufaure is anders toch niet geheel te rijmen met de verklaringen van den heer Thiers en gaat aan den anderen kant te ver voor de linkerzijde . Hoe ' t zij , die schikking is aangenomen , en voor het oogenblik is men zoo verheugd , dat men aan het nijpend gevaar ontsnapt is , dat men thans van alle zijden stemmen tot verzoening hoort opgaan , ' t Is alsof de vergadering beterschap belooft ; en nu laat zich ook hopen dat zij over het voorstel Rivet , met al de daarop gevolgde voorsteilen , betreffende de machtsverlenging van den heer Thiers , tot schikking geneigd is .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer