Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 283

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 283
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
283
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
Veel heeft zij gedragen ; behalve dat zg verscheiden zware
ziekten doorworstelen moest en zich door zeer pijnlijke omstandigheden gedrukt gevoelde , had zij veel 1e lijden door de booze luimen van den oorlog ; ook het verlies van verscheidene geliefde kinderen had zij te betreuren . Zulke slagen veroorzaakten haar teergevoelig hart diepe droefheid , doch zij bezweek nooit : door hare tranen heen blonk hare vriendelijkheid , en dankbaar nam zij iedere troostende en verkwikkende leniging van haar leed aan .
Zelve zeer ontwikkeld , achtte en eerde zij alle gaven des geestes bij anderen ; zelve rein en edel , schonk zij den eerlijke en edele licht haar vertrouwen ; zelve door lijden geoefend , toonde zij warme deelneming in het lijden van medemenschen ; en het behoorde tot de schoonste vreugde en verkwikking haars levens , de smarten van anderente verzachten , anderen vroolijke uren te bereiden .
Ben enkel woord over den dichterlijken aanleg der Vorstin . Hare eerste bewaard gebleven dichtproeven zijn uit haar ' i'i e of 33 » levensjaar . Het waren Fransche ver-talingen ( vertalingen ) van godsdienstige oden , van Gellert en anderen , en vrome bespiegelingen over enkele bijbelplaatsen , deels in de fransche , deels in de duitsche taal . Eerst later maakte zij haar talent meer aan het familieleven dienst-baar ( dienstbaar ) ter viering van geboortedagen , enz . Meest echter hield zij zich bezig met vertalingen of navolgingen naar voortbrengselen van fransche , italiaansche , en vooral engelsche dichters . welke bijzonder in haar smaak vielen , of ook wel met dichterlijke inkleeding van romantische vertellingen . Zoo had zij o . a . Leonidas van Glover vertaald en met zulk een buitengewoon geduld aan deze vertaling gearbeid dat vier geheel verschillende bewerkingen daarvan op elkander volgden . Ook met Voltaire's Zaire hield zij zich lang bezig ; doch zij was nooit in staat , de moeielijke taak om dit werk in berijmde Alexandrijnen overte brengen , zoodanig te voltooien dat zij er zelve over tevreden was . Zij bracht verscheidene van S . Veit's Sagen der P'azeit in verzen , zooals Der blinde Hartner , benevens Ildeqerte van Kotzebue . Gedichten van grooten omvang van eigen
inspiratie ondernam zij nooit . Zij wijdde hare Muze liever aan hare eigene gevoelens van meer ingetogen stillen aard , of aan deelneming in het wel en wee van haar engeren krmg . In al haar eigen gedichten spreekt echter onmis-kenbaar ( onmiskenbaar ) een zeer helder verstand , een zeer teeder hart , een zeer vriendelijk gemoed , en in de ernstige bovendien eene innige vroomheid . Uit de weinige gedichten , die ik den lezer hieronder , vertaald , aanbied , kan men den geest , die de edele vrouw in al haar doen en laten kenmerkte , genoegzaam leeren kennen en waardeeren .
Ten slotte haal ) k hier de woorden aan , waarmede Heek in zijne Geschichte der graflichen und / ürsHiehen Eauser Isenburg , Ruhiel , Wied , usw ., de Vorstin Louise herdenkt :
« Onze geschiedenis sedert I7R6 doet reeds genoegzaam beseffen , hoeveel het Graafschap en de Stad Neuwied aan de Vorstin Louise te danken hebben ; hoe zij voor het behoud en de eer van haar stamhuis gewaakt , geleden en gestreden heeft ; welk een voor-treftelijken ( voor-treftelijken ) invloed zij , niet alleen als eene teedere en liefdevolle , maar ook als eene wijze en vrome moeder , op hare kinderen heeft uitgeoefend ; welke offers haar hairt aan het vaderland heeft gebracht ; hoe weldadig en zorgvol zij als regentesse voor hare onderdanen werkzaam is geweest ; hoe leerrijk voor haar zoon en heilzaam voor haar land ook later hare , op ervaring gegronde , raad-gevingen ( raadgevingen ) waren ; en hoe standvastig en getrouw zij eindelijk , onder de trotsche willekeur des onderdrukkers , ook na ' t verlies der vorstelijke heerschappij , hare waardig-heid ( waardigheid ) als duitsche vorstin ongekrenkt wist te bewaren . Wetenschap en kunst , levendige belangstelling in de uitstekende geestesvruchten van anderen , en bescheiden voortbrengselen van haar eigen rijk gemoed , ernstige omgang met goddelijke en menschelijke dingen , de eer-biedige ( eerbiedige ) liefde van hare kinderen , de aanhankelijkheid harer lieftallige kleinkinderen , en een gezellige kring , dien zij altijd wist te vervroolijken : dit alles gaf haar beschaafden geest eene veelzijdige vergoeding voor de tijdelijke tegenspoeden en rampen des levens .
" In liet bezit van ongestoorde kracht des geestes en der zintuigen ging zij , tot aan haar einde , met den tijd mede , stelde belang in alle gewichtige gebeurtenissen , verheugde zich over vooruitgang , van waar en hoe die ook kwam,en reikte daaraan gaarne in stilte eene helpende hand .
Zwolle , Julij 1871 .
Zie hier een vertolking van eenige der gedichten van deze waardige vorstin .
TERUGBLIK .
In d'ochtend van mijn levensdagen ,
Bij kinderscherts en spel , Kende ik geen smart , kende ik geen klagen ,
Was ' t Heden mij zoo wèl . Hoe ligt was ' t hartjen opgetogen !
Hoe werd de vreugd bemind ! Ja ! wien maar zachtheid straalde uit de oogen ,
Hij scheen me een trouwe Vrind .
Toen ' k verder trad in ' t jonge leven ,
Hoe bruischte toen mijn bloed ! Uat bloed voor Vriend of Deugd te geven
Scheen mij geen heldenmoed . Schoon was mij deaarde . Ik zag geen snoodheid ,
Geen misdaad om mij heen , En droomend steeds van zielegrootheid
Vertrouwde ik iedereen .
Nog is de Schepping even prachtig ,
Als in mijn rijke jeugd ; Maar ' t hart klopt mij niet meer zoo krachtig
Vol juichende geueugt '; De waterval , der wouden zanger ,
De zomermaneschijn , Zij hebben , ach ' de magt niet langer ,
Mij zalig te doen zijn .
Geen hoop op onvermengden zegen
Verdwaalt mijn zinnen thans . Geen toekomst straalt mijn oog meer tegen
In rozekleur'gen glans . ' k Beschouw des levens donkre zorgen
Niet meer als droomerij . Ach ! vrolijk Heden , droevig Morgen
Vliegt me uur op uur voorbij .
Ja , binds mijn wang om ' s menschen zonden
En eigen feilen bloost , Heb ' k hier geene Englen meer gevonden ,
Maar struiklend menschenkroost . ' k Blik , als de zeeman , naar de reede ,
Op ' s levens golfgewoel . D'één drijft een stormwind , en een tweede
Een zefierzucht naar ' t doel .
God wist het wijs ons toe te deelen ,
Wat ieder minnen moet . Hij gaf den kindren bonte spelen ,
Den knaap een vuur'gen moed . In ' t bloemrijk land der wilde droomen
Vertoeft des jong'lings geest ; Tot hij , tot zelfbesef gekomen .
In ' t eigen harte leest .
Zoo moet mijn geest zich vormen , sterken
Tot hooger pligtgevoel . ■ Kan hij ook niets volmaakt hier werken ,
Ééns nadert hij dat doel . Hier moet ik kracht en wijsheid winnen ,
Der zinnen taal weerstaan , Mijzelve kennen , God beminnen ,
Ten oogst al zaaijend gaan !
VRIENDSCHAP .
Schoone deugd ! die als door tooverwenken ' t Hardst geweld van ' t noodlot ons verzacht ; Die geduld en rust aan ' t hart komt schenken , Maar ' t zou breken in een jammernaeht ; Vriendschap ! Uwe zachte hand verbond Mij zoo vaak de diepste hartewond .
Riepen lente en herfst , en zon en regen , Storm en koeltje , en roze en nachtegaal Mij het : // God is liefde !// alom niet tegen In een onmiskenbaar ware taal : Vriendschap ! dat Hij u ten troost ons gaf . Weert den twijfel aan Zijn goedheid af .
Weldoende engel , die met rijken zegen Tot ons komt , als hemelsche afgezant ! Uwe vleugelen ruischen ruste ons tegen ; Onze tranen droogt uw regterhand . Diep geroerd aanschouwt ge ons bloedend hart En uw ademtocht geneest de smart .
Heerschers , die hun kroonen waardig torschten , Zagen in uw gunst hun hoogsten roem . Arm in ' t purper zijn de rijkste vorsten , Siert hen niet uw onverwelkbre bloem . Wee ! zoo ' t hun kastijding wezen moet , Dat geen hart hun harteklop begroet .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer