Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 252

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 252
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
252
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
» Ik geloof dat ik ' t niet mis heb , mijnheer de , baron ,</ hernam zij met een betooverenden lach , » als ik beweer dat gij in mijne plaats hetzelfde zoudt hebben gedaan . Ik ? O , dat is nog zoo heel zeker niet ; wij mannen zijn van natuur egoïsten en terwijl gij dat arme , ver-laten ( verlaten ) schepsel bij u hieldt en onmiddellijk tot a naamt , had ik in ' t ergste geval de geschiedenis met ecnige goud-stukken ( goudstukken ) afgemaakt , maar nooit zou ik den moed hebben gehad , mij de zorg voor het kind op den hals te halen . Ziet gij , dat is het onderscheid tussehen een edel , op-offerend ( opofferend ) vrouwelijk wezen en de zelfzucht van den man .»
» Gi ; belastert u zelven ,» hernam de dame na eenige oogenblikken ;» ik ben stellig overtuigd , dat gij zonder mijne aanwezigheid zelf uit den trein zoudt zijn gestapt en in den volgenden wagen zoudt hebben plaats genomen , liever dan te dulden , dat men een verlaten kind onbarmhartig en hulpeloos aan den weg zet . Doch laten wij dien noode-loozcn ( noode-loozcn ) woordenstrijd varen en laat ons liever hooren of onze bescher-meling ( beschermeling ) weet te antwoorden .»
Zij richtte nu verscheidene vragen tot de kleine , die deze tamelijk bevredigend beantwoordde . Zooveel bleek daar toch uit , dat zij Frederika heette , dat zij weinig eten en veel slaag had gehad van eene oude booze grootmoeder , die van daag een heel eind ver met haar geloopen was en haar toen op eens hier . in gestopt had .
// Welnu , me juf vrouw ,/' vroeg de baron , » en wat zijt ge nu van plan met uwe beschermelinge te beginnen ? Gij ziet , men heeft het kind met voordacht weggedaan ./'
// Ik zal het kind bij mij houden en als mijn eigen opvoeden , » ant-woordde ( antwoordde ) de dame eenvoudig . // Dat zet de kroon op aan uw daad ,/-
riep de baron verbaasd uit ; // voor
zulk eene menschlievendheid buig ik mijn knie . Och , wat is alle rijk-dom ( rijkdom ) ter wereld zonder een edel
hart , hoe krijgt deze daardoor eerst
de echte waarde ! »
» Heb ik u ook door mijne oprechte
bewondering beleedigd , dat gij uw
lief gelaat van mij wendt ?" vroeg
hij na een poos .
-/ Dat juist niet , ik lijd aan de
oogen .»
» Gij lijdt — waarlijk — aan de
oogen ?»
Hij zeide dit zoo ongeloovig en met zooveel nadruk , dat de dame moeite had een glimlach te onder-drukken ( onderdrukken ) , en spoedig weder haren reisgenoot het gelaat toewendde .
Baron Norbeck was verrukt over dien schalkschen glimlach , en stond op om de hand der dame te kussen . « Wat beteekent dat , mijnheer de baron !» riep zij met kwalijk geveinsden ernst , // als dat eens die trotsche schoone zag , die toch zeker grooter rechten heeft - mijn eerste indruk was dat gij een eerlijk en trouw man waart .* » En die indruk mag tot geen prijs worden uit-gewischt ( uit-gewischt ) , mejufvrouw !" riep hij in vervoering ; » die trotsche schoone — waarlijk , gij hebt er zelve geen begrip van , hoeveel dank ik u en dat arme kind verschuldigd ben , dat gij mij als eene hemelsche verschijning verlost
hebt uit eene betoovering ja , laat ik ' t maar gerust
bekennen , gij hebt mij voor een schrikkelijk lot behoed !"
// Mijn hemel , hoe dramatisch !// lachte de dame schalks , « maak mij en mijne beschermelinge nu niet al te ijdel , ik haat die ondeugd en zou er gaarne vrij van blijven ." // Ik scherts niet ,// hernam de baron in hoogen ernst , </ en ik wil u wel bekennen dat ik werkelijk op ' t punt stond , mij met deze trotsche schoone , de dochter van een millionnair , te verloven .»
« O wee !" zuchtte de dame .
// Dat bedroeft u , mejufvrouw ://
« Dat de geschiedenis met dat kind uw geluk misschien verstoort , mijnheer ! waarom zijt ge haar ook niet gevolgd ?//
// Daar ik mij gelukkig en blij achtte , nog in tijds haar ongevoelig hart te leeren kennen vóór dat mijn woord my in ' t ongeluk bracht . Nu ben ik vrij en spot ik met hare bekoorlijkheden . Nu eerst weet ik wat . ware liefde , wat een echt vrouwelijk gemoed beteekent .//
De versmade millionnaire zal zich op u wreken , baron !» hernam de dame met nadruk .
// Denkt gij dat werkelijk ? Hm , ' t is waar , ik droomde mij reeds lang als rijk erfgenaam en bij mijn ontwaken vind ik mij a!s een armen drommel terug . En toch ben ik een gelukskind , daar ik slechts de hand behoef uit te steken , om de schitterendste vrucht van den boom des levens te plukken !"
// Gij spreekt in raadselen .//
SPELONK VAN CORNWALLIS . — ( blz . 5 .)
« Ach , mejufvrouw ! ik ben mij zei ven dikwijls een raadsel . Stel u voor een man , die vroegtijdig zijne ouders verloor en in plaats van , zoo als dit gelukskind daar , eene lieve beschermster in de armen te worden geworpen , aan een knorrigen oom werd toevertrouwd , bij wien hij treurig zijne kindsche jaren sleet , die hij zich zelf door eenige dolle streken opvroolijkte . Toen hij niet veel meer dan een schoolknaap was moest hij , nadat hij lang genoeg latijn had geleerd , eerst den ploeg en daarna dendeg en leeren hanteeren . Zoo van ' t een naar ' t andere gekom-mandeerd ( gekom-mandeerd ) , zuchtte hij naar vrijheid en kwam eindelijk als officier in de residentie , alwaar hem de liefde der millionnaire , die naar den ouden adel haakt , op een presenteerblaadje werd aangeboden . De dwaas baadt zich in ' t genot en lacht den ouden gierigen oom uit , die zijn leven daarmee besluit , dat hij zijn deugniet van een neef nog ten laatste een ergen poets speelt . Hij voegt namelijk bij zijn testament de dwaze bepaling dat ik de rijke erfenis , met een oude , afschuwelijke draak , zoo een soort van vleister van mijn oom moet deelen , dat wil
zegeen als echigenoot , of dat ik anders in ' t geheel niets van de erfenis krijg . Stel u nu eens in mijn positie , daar ik juist op het punt , of liever aan den kruisweg van mijne toekomst sta ! Het doel mijner reis is nu de stad Z ., waar ik de draak vinden zal , om haar vol afschuw en verachting van mij te stooten .»
// De ongelukkige !» sprak de dame met een glimlach . » Gij verdedigt die ellendige indringster nog ?» // Waarom niet ? Misschien is zij wel geheel en al onschul-dig ( onschuldig ) daaraan en beter dan gij wel denkt .»
» Bn gij zoudt mij waarlijk zulk eene verbintenis aan-raden ( aanraden ) , mejufvrouw ?»
» Hoe zou ik , in ' s hemels naam , zulk eene verant-woordelijkheid ( verantwoordelijkheid ) op mij durven laden . Maar wat vreemd is , mijn lot heeft veel gemeens met het uwe , mijnheer de baron »
" Waarlijk , nu , gij zult het niet voor louter nieuws-gierigheid ( nieuwsgierigheid ) houden , als ik vraag »
// Ik wil vertrouwen met ver-trouwen ( vertrouwen ) beantwoorden , mijnheer . Weet dan dat ik mijn geheele toekomst in handen van een enkelen moet stellen , die het recht heeft mij af te
wijzen , terwijl ik "
// Welnu gij — gij zult hem toch zeker afwijzen ?»
// Neen , mijnheer — terwijl ik in ' t tegenovergesteld geval met hem moet trouwen .»
» Ik ben verloren !" zuchtte de baron .
" Hoe zoo , mijnheer ? // » Hij zal u niet afwijzen , als hij niet blind is .//
» 0 , hij is een Don Juan , zoo-als ( zoo-als ) ik ui ^ een goede bron heb ver-nomen ( vernomen ) ,» vervolgde de dame ; » hijzal mij niet mooier vinden daniedere andere die hem in den weg Komt ." —■-^~~ — "~~"
» Dat is een zwakke troost voor mij , mejufvrouw .»
// Voor mij ligt noch in ' t eene noch in ' t andere eenige troost ; wijst mijn aanstaande mij af , dan verlies ik even als gij een vermogen en ben ik arm als Job .»
. De baron keek haar wantrouwend aan , hij vatte argwaan dat zij den spot met hem dreef . Doch de schoone oogen keken hem zoo helder en vrijmoedig aan , dat zijn wantrouwen dadelijk verdween .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer