Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 250

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 250
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
250
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
o
DE O L I J F T A K .
naar voren en naderden de inkoomdeur . Zij blikten naar binnen ... Wat zij daar zagen , deed eensklaps bunne kreten ver-stommen ( verstommen ) en zelfs de voorsten achteruit-deinzen ( achteruit-deinzen ) . Door de teruggaande beweging nieuwsgierig geworden , drongen de meer verwijderden op hunne beurt naar voren . Spoedig wisten nu allen , dat zij niet noodig badden verder te gaan , om den meester hunne eischen voor te leggen . In den beginne ontstond eene algemeene stilte , slechts hier en daar door zacht gefluister onderbroken . Spoedig kregen nogtans eenigen , dank aan Bert's bemoeiingen , den vorigen moed weder . De tegenwoor-digheid ( tegenwoordigheid ) van Kasper maakte zelfs hen nog moediger en deed hen hunne kreten nog dreigender hernemen . Onverschrokken traden Bert en enkele belhamels binnen .
M . Velker , die hen een paar stappen was tegengegaan , was gereed hun het • woord toe te sturen ., om te vragen wat zij verlangden en waarom zij niet aan • den arbeid waren , als Bavo , die tot hiertoe , ■ zoowel als Kasper en Nathalia , onbeweeg-lijk ( onbeweeglijk ) was gebleven , vooruitsprong , zich ; tusschen hem en de scheepstimmerlieden iplaatste , en met ontroerde , doch vaste stem zijnen meester bad hem tot hen te • laten spreken .
« Grootendeels door mijne schuld is het imisverstand , dat hen herwaarts voert , ontstaan ,» dus luidde zijne taal . « Het is ibillijk , dat ik het beproeve aan dit imisverstand een einde te stellen .»
M . Velker knikte toestemmend . Bavo hernam met zooveel nadruk , dat niet alleen de aanwezigen , en zij , die dicht bij • de-deur , maar zelfs degenen , welke verder-al ( verder-al ) stonden , hem duidelijk hoorden :
.<• Vrienden , broeders ! ... M . Velker weetal iwat gij hem te zeggen hebt ... Hij vindtuwe eischen gegrond en heeft mij te kennengegeven , dat hij bereid is ze in te willi-igen ( willi-igen ) »
M . Velker deed eene beweging , als wilde hij den spreker onderbreken ... Het uit-werksel ( uitwerksel ) , door Bavo's woorden verkregen , wederhield hem . Die woorden waren Idrti-eikend geweest , om eenen volslagen ommekeer in de opgehitste gemoederen te wege te brengen . Op nieuws verstierven de kreten den scheepstimmerlieden op de toiitg . Hunne houding werd betamelijker , uil hunne blikken straalde vreugdigever-rassing ( vreugdigeverrassing ) , en de uitdrukking hunner wezens veranderde als bij tooverslag . In een ' ommezien waren zij bijna gereed , om den meester toe te juichen , dien zij - daareven hadden beleedigd en bedreigd .
Alleen Bert werd door de onverwachte verklaring niet bevredigd . Zij verbitterde bcin integendeel meer nog , dan zij hem verraste , daar het hem niet ontsnapte , hoe verreweg de meeste arbeiders den invloed van Bavo's mededeeling meteene voldoening ondergingen , welke bewees , dat zij slechts met tegenzin zich tegen M . Velker hadden laten in het harnas jagen . Dan,de zoon van Donckers was de man niet , om bij den eersten schok zich uit het veld te laten slaan , seffens van eene hoop af te zien , welke hij zoo lang had gekoesterd , eneene wraak op te geven , waarvan hij zich zoo zeker had gewaand . Vastelijk voornemens tot het einde toe te kampen , besloot hij eene laatste poging te wagen .
« Maar wie , wie zal dan onze meester-knecht ( meesterknecht ) wezen ?» vroeg hij een ' stap of twee vooruitkomende . « Wie zal Jan Ver-vloet ( Ver-vloet ) vervangen ?»
Hij hoopte , dat de nieuwe keus den werklieden evenmin als de eerste zoude I bevallen en hem het middel aan de hand doen , om hun misnoegen herop te wekken .
« M . Velker heeft mij , als den oudsten werkman der zaat , de plaats aangeboden ,» antwoordde Bavo .
Deze reis konden de scheepstimmer-lieden ( scheepstimmerlieden ) de uitdrukking hunner tevredenheid niet langer bedwingen .
« Leve M . Velker ! Leve onze goede meester !... Leve Bavo , onze meester-knecht ( meesterknecht ) !» riepen zij als uit éénen mond , dat het Bert door de ziel sneed .
Nadat de geestdrift een weinig bedaard was , hervatte Bavo .
« Ja , vrienden , M . Velker heeft mij , niet om mijne verdiensten , maar om u het bewijs te leveren van zijne vaderlijke ge-zinning ( ge-zinning ) jegens allen , die in zijnen dienst zijn , de plaats aangeboden . En weet gij wie hem geraden heeft mij te benoemen ? .. Wie hem aanspoorde , om zijnen werklieden dit schoone blijk van genegenheid te geven ?... Hier ,» hij wees op Kasper , « de edele jonkman , dien wij miskenden , dien wij ten onrechte verdacht hielden , dien men ons als onzen ergsten vijand afschilderde !... Hij was het , die den meester het rechtmatige onzer eischen betoogde ... Om u en mij te toonen , welke echtbroederlijke gevoelens hem bezielen , weigerde hij niet alleen den post , dien men hem wilde toevertrouwen ; hij wees zelfs mij , als uwen vertegenwoordiger , voor j dien post aan , tevens verklarende , dat wij allen dezen meer waardig waren , dan hij , die nog jong en maar onlangs op de werf gekomen is !»
. Men hadde de wezens der scheepstimmer-lieden ( scheepstimmerlieden ) moeten zien ... Na eene schier koddige verbazing , vertoonde zich op de-zelve ( dezelve ) eene zoo innige voldoening , eene zoo onverholen vreugde , dat het niet moeilijk viel te bespeuren , hoe geen greintje onwil of wantrouwen in hun hart was overge-bleven ( overgebleven ) . Zij glansden van genoegen en drukten Bavo en Kasper en elkander de hand , alsof hun het grootste geluk van de wereld ware ten deel gevallen , terwijl zij M . Velker blikken toewierpen , waaruit eerbied en liefde spraken .
« Leve Kasper ! Leve onze brave makker !» jubelden zij meteeneeenstemmigheid , welke Bert , bij de vroegere uitbersting van vreugde , reeds een luttel teruggedeinsd , nog meer op den achtergrond dreef .
Na die nieuwe uitbersting ging weer Bavo voort :
« Zoodat ik aan hem , naast onzen voor-trelfelijken ( voor-trelfelijken ) meester , mijne benoeming te danken heb . .. Het is te schooner van hem de plaats voor mij te hebben geweigerd , daar hij inderdaad , gelijk M . Velker gister zeide , gelijk wij allen , laten wij het be-kennen ( bekennen ) , vrienden , hebben kunnen zien , een toonbeeld van een ' scheepstimmerman is , een , die het vak beter verstaat , dan de bekwaamste onder ons !»
« Ja , ja , dat is waar !. .. Dat is hij ! ...» bekende men volmondig .
« Maar het is alles niet , vrienden . Die-zelfde ( Diezelfde ) jonkman , die zoo grootmoedig met ons en vooral met mij handelde , had veeleer reden om mij te haten . .. Gij herinnert u den armen braven makker , dien ik , aan de opstokingen eens ellendelings het oor leenende , voorjaren zoo wreedehjk hoonde , dat hij werd genoodzaakt de werf en zelfs de streek te verlaten ?»
« Hendrik De Winter !» riepen eenige i oudere gezellen .
« Hendrik De Winter ,» beaamde Bavo , « Hendrik De Winter , die ons allen , en inzonderheid mij , een trouwe vriend en liefderijke broeder was , en die , eilaas ! zoowel als zijne ongelukkige vrouw , in den vreemde aan het hartzeer bezweek , dat mijn wangedrag hem berokkende !... Welnu , de jonkman , tegen wien wij ons door den zoon van hem , die mij de lafheid deed begaan , lieten opmaken , die jonkman is zijn zoon !»
« Zijn zoon !» schreeuwden de verbaasde scheepstimmerlieden het uit .
« Ik vernam het daareven , toen ik op het punt was die lafheid meteene misdaad te bekronen , en den jongeling , dien ik vroegtijdig tot wees maakte , misschien van het leven te berooven . .. Het was onze meester , die mij de misdaad spaarde ... . Moge het oprechtste berouw hem en het kind mijner slachtoffers overtuigen , dat ik niet geheel onwaardig ben van de vergif-fenis ( vergiffenis ) , welke zij mij wel willen schenken ...» En weer bevochtigden een stroom zilte tranende wangen des ruwen mans , wiens droefheid door dit bewijs van zwakheid , — hij noemde ' t zoo , — in ljettójzijn van zijne gezellen gegeven , nogschj«n te ver-meerderen ( vermeerderen ) . Die gezellen waren " echter door zijne rouwige bekentenis en zijn geween te zeer ontsteld , om eene zwakheid in zijne tra-nen ( tranen ) te zien . De oudere hadden nauwelijks genoeg tegenwoordigheid van geest , om de jongere op de hoogte te brengen en hun de geschiedenis van Hendrik De Winter in twee woorden toe te fluisteren .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer