Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 235

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 235
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
235
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
3
Nathalia - versclirok .
« Eene samenspanning ! Eene werksta-king ( werkstaking ) !» riep zij uit . « En dat zegt gij mij zoo kalm '? Weet gij wel , dat het zeer erg kan worden '?... Bij M . Velker heb ik er nooit van gehoord ; maar bij M . Roelants moet vroeger iets van dien aard hebben plaats gehad . . . Mijne moeder zaliger heeft er mij van verteld ... Het was verschrik-kelijk ( verschrikkelijk ) ! ... De gewapende macht moest er tusschenkomen ... Er waren gekwetsten , dooden zelfs !.. . Zoo ook hier .. .? Zoo mijn vader in de samenspanning betrokken ware . .;? Gij weet het , Kasper : nuchter is hij niet in staat iets tegen M . Velker te ondernemen ; maar wanneer hij gedronken heeft , zoude hij allicht zich door den een ' of ander kunnen laten verleiden , door dien Bert Donckers , bij voorbeeld , die sedert eenigen tijd gedurig bij of om hem is die geene gelegenheid laat voorbijgaan , zonder hem naar de herberg te troonen en hem , ik ben er zeker van , slechten raad
f
eeft . . • Indien hij hem eens mede tegen [. Velker opmaakte ... Ik durf er niet aan denken !.. »
Kasper poogde haar gerust te stellen .
« Vrees niet , liefste ,» sprak hij . « Tot hiertoe is er niets ernstigste duchten . Wel weet ik , dat er in den laatsten tijd pogin-gen ( pogingen ) zijn aangewend , om sommige onzer mannen door beloften van hooger loon voor M . Roelants aan te werven ; maar ik weet ook , dat die pogingen mis-lukt ( mislukt ) zijn ... De meeste jongens , tot wie men zich gewend had , hebben ronduit verklaard , dat zij op onzen werf en met hun loon tevreden zijn , en dat die schoone beloften hen niet verblindden , daar zij begrepen , dat dezelve maar zekeren tijd , zoolang als het werk bij M . Roelants dringende was , zouden vervuld worden . . Wat degenen betreft , die naar de wervers geluisterd hebben , zij kunnen maar weinig in getal wezen en zullen voorzeker tot het uitschot van de zaat behooren , tot die soort , welke de meester en wij allen liever zien vertrekken dan blijven . . . Zoodat wij mogen gerust zijn .. . Nu is er buiten dat wel eenige oorzaak tot ontevredenheid ; doch zij boezemt mij even luttel vreeze in , daar ik gister avond met M . Velker overeengekomen ben omtrent den maatregel , welke ze moet doen ver-dwijnen ( verdwijnen ) ... Het is zelfs daarom , dat ik op dit oogenblik van de werf ben . Ik ga M . Velker opzoeken , om hem de spoedige afkondiging van dien maatregel aan te raden .. Verbeeld u , Nathalia , dat hij voornemens was mij Jan Vervloet als mees-terknecht ( meesterknecht ) te laten vervangen .»
« Zoude het waar zijn ?» vroeg het meisje vreugdig verrast . « Gij zoudt meester-knecht ( meesterknecht ) worden ?... Wat geluk !»
« Zoo dacht ik in den beginne ook . .. Ja , ' t was nog al natuurlijk .... Op mijnen ouderdom aan het hoofd te staan eener zoo gewichtige werf .... De gedachte was wel geschikt om mijnen hoogmoed te stree-len ( streelen ) ... Bij nadere overweging eventwel , heb ik begrepen , dat mijne verheffing de oudere werklieden van M . Velker niet zoo welkom zoude wezen ; dat zij het mij , den vreemdeling , die veeleer hun zoon , dan hun overste zoude kunnen wezen , naar allen schijn euvel zouden duiden , indien ik eene plaats aanvaardde , waarop ver-scheidenen ( verscheidenen ) hunner misschien meer recht hebben dan ik .... Ik zal u niet ontveinzen , dat de vrees uwen vader te mishagen , en de wensch wel met hem te staan veel hebben bijgedragen , om mij het eervolle aanbod van den meester van de hand te doen wijzen en hem iets anders voor te stellen , dat , hoop ik , mij Bavo voor altoos zal tot vriend maken .»
Nathalia was door dit bewijs van liefde van wege ' haren beminde zoozeer getroffen ,
dat zij met moeite de tranen konde be-dwingen ( bedwingen ) , die in hare oogen parelden . Met ontroerde stem sprak zij , terwijl zij hem de hand reikte :
« Zoodat het grootendeels om mij is , dat gij die schoone plaats weigert ? . .. Heb dank , mijn vriend , heb dank . Ik zal niet vergeten wat gij ter liefde van mij gedaan hebt .»
« Ter liefde van u en van mijzelven , waarde Nathalia ... Gij bemint mij : wat heb ik meer te verlangen ? Gij bemint mij als een-voudigen ( eenvoudigen ) werkman : wat heb ik eene betere plaats noodig ? ... Ik ben jong , gezonden sterk , ken mijn vak en heb moed en arbeids-lust ( arbeidslust ) . Daarmede zal het mij nimmer aan middelen ontbreken , om in onze behoef-ten ( behoeften ) te voorzien ... en in die der kleine familie , welke eenmaal , als ' t God belieft , ons geluk zal komen vergrooten ,» voegde hij erbij op eenen toon en met eenen blik , die het meisje beschaamd de oogen deden nederslaan . « Wat ik eerst en vooral noodig heb , is de vriendschap , de genegenheid uws vaders , opdat hij zich niet tegen onze wenschen verzette , al kan ik u maar de hand van eenen geringen werkman aanbieden ... Al het overige is slechts bijzaak , dat ons niet gelukkiger kan maken , dan wij het in elkanders bezit onvermijdelijk zullen zijn ... Ziedaar wat ik bij mijzelven heb gezegd en wat mij het meesterknechtschap weigeren deed ... En dat ik die vriend-schap ( vriendschap ) , die genegenheid zal verwerven , daaraan twijfel ik niet . Indien ik uw ' vader ken , en ik denk hem te kennen , zal hij aan het bewijs van eerbied , dat ik hem in dezen geef , niet ongevoelig blijven en mij , spijt de inblazingen van Bert en anderen , die mogelijk hem afkeerig van mij zoeken te maken , recht laten wedervaren .»
Het was niet teenemaal het gevoelen van Nathalia . Nogtans wachtte zij zich iets te zeggen , dat hem die hoop konde rooven . Nog meer wachtte zij zich hem te open-baren ( openbaren ) , dat haar vader in de laatste weken haar meermalen ter gunste van Bert had gesproken en niet onduidelijk te kennen gegeven , hoe aangenaam het hem zoude zijn , wilde zij zich de ondubbelzinnige blijken van voorkeur laten welgevallen , waarmede zijn vertrouweling haar vereerde . Van den eenen kant vleide zij zich een luttel , dat de weigering van de plaats van meesterknecht inderdaad haren vader , dien zij , zoowel als zijnen gevaarlijken makker , dikwijls op Kasper had moeten hooren smalen , met den jonkman zoude verzoenen . Van den anderen achtte zij het nutteloos en tevens onvoorzichtig haren vriend een woord van Bert's bedoelingen en haars vaders voorspraak te reppen , vermits zij vast besloten had zoo min de eene te be-gunstigen ( begunstigen ) als naar de andere te luisteren , en Kasper niet wilde bedroeven , wie weet ? ongerust en jaloersch maken . Zelfs liet zij integendeel niet na zijne streelende voor-uitzichten ( vooruitzichten ) te beamen en hem aan te moe-digen ( moedigen ) .
« Laten wij het hopen , vriend ,» zegde zij . « Ik geloof met u , dat hij moeilijk aan uw bewijs van eerbied zal kunnen weer-staan ( weerstaan ) . Immers , klaarder en schooner kan hij geen wenschen ... Hoe het zij , wees verzekerd , dat ik althans nimmer uwe grootmoedigheid zal vergeten ; dat ik eru nog meer om acht en bemin ; en dat , al liet mijn vader , wat God verhoede ! u geen recht wedervaren , ik immer uwe trouwe vriendinne , uwe verloofde zal blijven en nooit eenen anderen echtgenoot hebben .»
Terwijl Kasper nog bezig was met haar op zijne beurt al zijnen dank voor die zoete woorden te betuigen , zagen zij , door het venster , Bavo in de verte de woning naderen . Hij was van Bert Donckers ver-gezeld ( vergezeld ) en scheen met dezen in druk gesprek . Aan Nathalia tot den schijn eener schuld
willende sparen , haastte zich Kasper haar vaarwel te kussen en langs eene achter-deur ( achterdeur ) van het vertrek , die in de keuken en van daar in de naburige straat voerde , het huis te verlaten , zonder dat hij door de aan-komenden ( aankomenden ) konde bemerkt worden .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer