Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 14

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 14
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
14
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
BE ACHTTIENDE BBÏÏMAIBE .
HISTORISCHE ROMAN
VAN
SCHMIDT-WEISZENFELS .
I . — ( Vervolg .)
EENE SOIItKE IN HET PALEIS DU LUXEMBOURG .
Barras had den rijpen mannelijkei . leeftijd bereikt , doch nog altijd had zijne gestalte dat krachtig-schoon , dat ontzagwekkende dat hem , den eenmaal geboren graaf , tot den prachtigsten soldaat van ' t leger van Lodewijk XVI had gemaakt , üe Omwenteling en de Republiek waaraan hij zich met hartstochtelijkheid en moed gewijd had , mochten de manieren van den voormaligen edelman iel wat ongcvalliger hebben doen worden , maar zijn'evendi-gen ( zijn'evendi-gen ) en barschen aard vierde hij meer den teugel sedert hij ' t werkelijk hoofd der regeering van Frankrijk geworden was .
De galante cavalier , zooals hij zich nog eenige oogenblikkcn van te voren jegens Josephine Bonaparte had getoond , was na de weinige voetstappen die bijge-daan ( bijgedaan ) had , reeds weder in den straffen krijgsman en ge-bieder ( gebieder ) veranderd ; maar toen hij zich met den generaal op een kanapé i n het sPreekvertrek nederzette , toonde zich dezelfde man ( och onder den druk van eene pijn-lijke ( pijnlijke ) verlegenheid . Zijne houding werd onzeker en het aangename , ofschoon toch zinnelijke weekheid uitdruk-kende ( uitdrukkende ) gezicht kreeg iets duisters en dofs , dat met dit karakter anders weinig overeenkwam .
" Bonaparte ," zoo sprak hij na een kleine hoestbui te hebben overwonnen tot den generaal , die nadenkend voor zich heen zag , « Gij zult niet hebben vergeten , dat ik altijd uw vriend was ; ja , dat ik u de schitterende loopbaan geopend heb ...."
// Ik weet het , wees daarover onbezorgd , burger Barras ," viel Napoleon hem koel in de rede . » Waartoe maant ge mij tot dankbaarheid ? "
Barras werd door die woorden nog meer in onrust gebracht . Zy bewezen he.n , dat Bonaparte den toon der vriendschap , waarop zij tot dusverre steeds prijs hadden gesteld , niet meer wilde hebben aangeslagen . Hij ving weer aan . maar met meer terughouding , gedwongener -
" Generaal , gij kunt in Egypte veranderd zijn ." '
" Niet dat ik het weet , burger Barras ... Maar in Frankrijk verandert zich onder de zwakheid alles tot in het onkenbare . //
" Zwakheid — O , daar komen wij op liet onderwerp ! Gij hebt mij op ' t oog , gij denkt , dat ik zwak ben . Goed , denk het , en toch heeft Frankrijk onder mijn bewind de grootste , do meest bewonderenswaardige kracht ontwikkeld , die u zeker ook de gelegenheid gaf uwc geestkracht ten toon te spreiden :.. »
« Welke gij echter verdenkt en vreest ," viel Napo-leon ( Napoleon ) op eens heftig uit .
" Verdenken ?« vroeg Barras met gekunstelde geraakt - -heid ( -heid ) . " Vreezen ?"
" Waarom u te verbloemen , dat inen mij gezegd heeft hoe gij u in het Staatsbewind over mij uilgelaten hebt . Gij hebt gemeend dat ik in Italië te zeer « mijn geluk heb gemaakt ," dan dat ik niet verlangen zou der-waarts ( derwaarts ) terug te keeren . Maar vergeet niet , Directeur Banas , dat dit niet op kosten der Republiek geweest is , en mijne handen zuiver zijn ."
De vlammende oogen van Bonaparte bleven bij die woorden vast en fier op Barras rusten , die zich door deze laatste zinspeling op zijne geldbemoeiingen met de leve-ranciers ( leveranciers ) des legers en buitenlandsche onderhandelaren maar al te zeer getroffen gevoelde . Hij was bleek ge-worden ( geworden ) en zag er vertoornd-uit .
// Men heeft mij belasterd , mompelde hij ; " gij zijt tegen mij opgezet . Doch ," voegde hij er met meer vast-heid ( vastheid ) en beraad bij , « waartoe die opgewondenheid ? Ik wilde met u over iets anders spreken .»
Daar Napoleon zweeg , begon Barras na eene poos op nieuw :
" Ik ben verzadigd van mijn ondankbaren post en niet van zins , mij in het tegenwoordige wrijven endrij-ven ( endrijven ) van lage kuiperijen te laten voortsleuren . Ik heb den toestand willen verbeteren en door de opneming van Sieyès gepoogd aan het Staatsbewind meer vastheid te geven . Maar Sieyès helpt mij niet ; hij werkt mij tegen , is ontevreden , wil verandering , ' t Is ouverdragelijk zoo te leven en te regeeren . Men tobt en slooft , men slijt af , en wordt nog bovendien verdacht . Ik ben door die ge-stadige ( gestadige ) ergernis en krenkingen ziek geworden en ik wil mij van de zaken geheel verwijderen ."
Hier hield hij op , alsof hij nu eenig antwoord van den generaal vernemen zou . Maar deze zweeg en zijn wezen bleef straf en stroef .
"' t Kan niet langer zoo gaan !" voer de Bewindsman voort . " Gij hebt volkomen gelijk , Bonaparte , de Repu-bliek ( Republiek ) wordt en is reeds gedesorganiseerd . Bij ' t gebrek aan vaderlandsliefde dat er heersoht , is er maar éen middel haar te redden ."
Weder wachtte hij op eenig bescheid van Bonaparte ; weder vruchteloos .
" Daar wij geen Pericles hebben , dien men ' t staats-bestuur ( staatsbestuur ) alléén toeveitrouwen kan , zoo moeten wij naar een anderen persoon omzien , in wiens handen ' t bewind ware te conceutreeren . Voor zulk een president der repu-bliek ( republiek ) meen ik , dat een geheel onzijdig persoon de beste zou zijn . Hoe denkt gij er over , generaal ?"
De generaal hernam niets dan : " Spreek voort ; ik luister !"
" Ik dacht aan den generaal Hédouville ," zcï Barras , terwijl hij daarbij een vorsehenden blik ter zijde op den jongen veldheer wierp . « Wat dunkt u van Hédouville voor dien post ?"
Een trek van verachting speelde om Bonaparte's lippen .
" Wie is Hédouville ?» vroeg hij niet sinadenden lach .
" Hij is wel geen beroemd legerhoofd , wellicht niet eens een man van veldlieers-talent ," hervatte Barras met gehuichelde overtuiging . « Maar waarom is zulk een nu juist noodig aan ' t hoofd der zaken ? Daar is een vaderlandslievend , oprecht en als staatsman denkend I karakter wel het best op zijne plaats ."
Hij zweeg weder ; maar Bonaparte liet zich geen woord ontvallen , waardoor Barras in geen geringe ver-legenheid ( verlegenheid ) geraakte . Hij begon al weer :
" Gij , generaal , zijt voornemens naar het leger terug te keeren . Ik kan ' t u niet misduiden . Gij verwerft op de slagvelden nieuwen roem en zult Frankrijk den rang hergeven waarop het aanspraak heeft . Wien zal men dan daarvoor kiezen ? Wat mij betreft , ik wil als particu-lier ( particulier ) de rust gaan gemeten , die ik zoo zeer noodig heb ."
Bonaparte wierp een doordringenden blik op Barras , i zonder dat hij hem nog eenig verder antwoord waardig keurde . En daar ook de Directeur , door de ijskoude houding van den jongen eerzuchtige , dien hij vreesde , zoo ! ontsteld was geworden , dat hij niet waagde ' t gesprek j nogmaals op te vatten , zoo maakte laatstgemelde aan den pijnlijken toestand daarmee een einde , dat hij op-stond ( opstond ) en met een bijkans beleedigenden groet ' t ver-trek ( vertrek ) verlaten wilde .
Barras snelde hem na en scheen nog eene poging te willen doen , om den blijkbaren wrevel des generaals tot bedaren te brengen . Hij stotterde eenige woorden en vergat in ' t oogenblik bijna den rang zijner hoogestaats-betrekking ( hoogestaats-betrekking ) . Doch Bonaparte wees hem gebiedend af .
" Waartoe nog verder spreken ?" voerde hij hem te gemoet , " ik weet genoeg !"
Generaal Bonaparte trad zoo snel weder de feestzaal binnen , dat Barras hem ter uauwemood zoo verre volgen kon , om niet dadelijk ' t gezelschap de volslagen ver-vreemding ( vervreemding ) tusschen hem en zijn voornaamsten gast te verraden . Intusschen zeide zijn gramme blik en de duistere wolk die ' t voorhoofd des krijgsmans betrokken had voor de spiedende oogen der wachtenden genoeg , welk eene wending het gesprek genomen had en welk een gewicht daaraan moest worden verleend . Ook liet zich dadelijk , met het innerlijk besef van zulke staatkundige gezelschappen , de stroom bemerken , welke hen verdeelde .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer