Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 223

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 223
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
223
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
Zijne leerlingen ? Van de meesten hunner had men gerust kunnen zeggen : /' Zoolang zij onder den Dominé zaten , waren zij gedwee , en zagen er vrij gedwongen vroom uit , maar nauwelijks waren zij den goeden man uit de oogen , of ' t waren weer de gewone mensehen-kinderen ( mensehen-kinderen ) , met al hunne gebreken , maar ook weer met al hun ongedwongen en onbedwongen levenlust .» Zij bekommerden zich dus weinig om godsdienstzin , en nog minder om godsdienstzaken . Onder de enkelen » die hierop eene uitzondering maakten , kwam in de eerste plaats voor Mary Dumont , eene figuur even kolossaal als de Predikant zelf , ' t welk zeker voor een groot deel de oorzaak was van den onbegrensden eerbied en de vurige bewondering , die zij den Leeraar toedroeg . Bovendien : zij was zoodanig opgevoed , dat zij nu meende te gelooven , wat Ds . Bredus z e i d e te gelooven . Zij was de meestgeliefde leerlinge van den Leeraar , en de Leeraar was haar niets meer of minder dan haar afgod . Hare vriendin Anna , tevens de beminde haars broeders , was wel onwetender , maar ook openhartiger , en mocht , om hare in het oog vallende zachtmoedigheid bij den Dominé nog al een potje breken , temeer daar Mary haar nog al eens een woord op zijn pas in het oor wist te fluisteren . Van de overige meisjes , wist de eene helft juist altijd zooveel over de zaak , die besproken werd , als er in hun boekj e stond ; de overigen zagen het boekje maar eens in , terwijl zij zich opschikten om naar </ de vraag // te gaan .
Bene oorspronkelijke gedachte heb ik van niemand hunner ooit gehoord ; trouwens er werd ook niet naar gevraagd .
Het mannelijk personeel bestond uit een drietal aanstaande timmerlui , een aspirant-metselaar en een tuinier ( wiens vader kortelings was overleden , en die nu de zaken voor zijne moeder dreef ). Dat de jongens goed voor hun ambacht waren , wil ik gaarne gelooven ; dat de meesten een goed hart in het lijf omdroegen , kan ik betuigen ; maar nooit , neen nooit heb ik een antwoord van hen gehoord , dat kant of wal raakte . Men kon het
hen aanzien : zij beschouwden//de vraapr » als//eene lastiee
ii ji ui D
Karwei . // Benstemming was hunne meening , dat de Dominé // een knappe kerel // was , en // niet kwaad ook ,» en dat zij weetnieten waren , maar , met Paschen zou toch alles afgeloopen zijn , en dan waren zij toch // aan-genomen ( aangenomen ) //; een mensch weet nooit , waar ' t kan te pas komen . Zoo redeneerden die vijf jongens , en overigens lieten zij Gods water maar over Gods akker loopen .
De zesde alleen maakte eene uitzondering . Dat was Willem Schrijver , een tenger ietwat pedant kereltje , pas van onder het mes der examinatoren gekomen , en nu geplaatst als hulponderwijzer aan eene der openbare scholen .
De meeste cathechisanten mochten hem graag lijden omdat hij in hunne dolle streken , altijd haantje de voorste was , en tevens de eenige , die over // de waarheid // soms anders durfde denken dan de Leeraar , waarop deze dan onze » ongeloovige vent // duchtig de ooren waschte , tot groot genoegen van de overige jongelui . Recht ver-stoord ( verstoord ) heb ik Ds . Bredus echter nooit op hem gezien , daar Willem genoeg slimheid bezat om te zwijgen of toe te geven , als hij meende dat // de Dominé // warm werd .
Zoo was het zelf moeielijk uit te maken , wie het meeste bij den Predikant gezien was : Mary of Willem . De eerste bezat het hart van den man uit den ouden , de laatste ( dat van den man uit den nieuwen tijd .
' t Was weer Zondag avond , — mistig en somber Januari-weder ," zoodat eenige der jongelui , die anders maar eens rondkuierden , reeds een half uur voor den tijd , den koster gingen verzoeken de deur der consistorie-kamer ( consistoriekamer ) te openen . Die man moest echter nog eerst het vuur aanmaken , de lichten ontsteken , de stoelen en banken zetten , zoodat onze voorloopers nog een kwartiertje moesten wachten . Intusschen was het gezelschap ver-meerderd ( vermeerderd ) , en de meesten brachten , benevens hun zonda^s-pak ( zonda^s-pak ) ook hun zondagsgezicht mede . Daar wordt de deur geopend . Nu was de zaal vrij eng voor een dertigtal personen . Hoewel er op het oogenblik nog slechts een dozijn aanwezig waren , groeide het aantal toch allengs aan .
De vroolijke stemming nam toe . Daar kwam Schrijver ook . Hij overzag het groepje eens en voegde zich bij de vroolijksten . Doch eindelijk moest hij voor het toenemend aantal bezoekers zijne plaats ruimen . Enfin , Schrijver wist raad .
Van de bank op de tafel was maar één sprong . In de plaats van twee lieve gezichtjes naast , — had hij er nu wel zes vóór zich .
Eindelijk bracht een der meisjes het gesprek op het lokaal . // Een nare troep // , merkte Willem op . Er is geen plaats om te zitten .// Die harde bank begon hem toch wat te vervelen . // Wacht //, zegt hij , // ik zal eens een paar stoelen uit de kerk halen .// Wie helpt een handje ?// Welde meesten hielpen , zoodat er spoedig zitplaatsen te veel waren . Daarbij was men zoo onzacht te werk gegaan , dat koster Stokvis // een aap van een vent », zeiden de catechisanten — zich met de zaak kwam bemoeien . Maar och ! de man had beter gedaan stil in zijne kamer te blijven !
// Wat een rumoer , brutale kerels //, beet hij de opge-wonden ( opgewonden ) gasten toe . //// Dan moest je maar zorgen , dat we behoorlijk kunnen zitten ,//// was het vrij scherpe ant-woord ( antwoord ) van Willem . // Jij de deur uit!//was ' t bescheid .
Maar jawel , Willem was klein , maar ook rap . Bovendien , hij kon op den steun zijner mede-catechisanten rekenen . In een oogwenk draaide hij de beide lichten uit , en sprong achter de anderen . En nu drongen zij allen den armen koster onder luide en honende aanmerkingen de zaal uit , terwijl de opgewonden [ lui Jhem de deur achter den neus dichtwierpen . // Zie zoo ,// zeide Willem , terwijl hij de lichten weder ontstak , «- die ons hier niet met vrede kan laten , moet er maar tut .»
Doch onder al die drukte werd aan dominé niet veel meer gedacht , anders was het rumoer wel wat bedaard toen de klok zes uur had geslagen , en had men bemerkt dat de gewone uitkijk buiten gesloten was ; want de deur was zoo onzacht dicht gesmeten , dat het slot was afgesprongen .
Ds . Bredus kwam van verre aan . De uitkijk ging waarschuwen . Hoe , de deur gesloten ? Hei , jongens ! daar is de Dominé ! Hei jongens !
Willem naar de deur .
« De deur is op slot ! Nou kijk ook eens even , // riep hij de overigen toe ; maar met kijken was de deur niet open te krijgen . De luidruchtigheid en vreugde veranderde nu plotseling in stilte en ontsteltenis , welke nog vermeerderde toen Zijn Eerwaarde zelf zijn zware basstem aan de deur deed hooren .
De uitkijk had zich intusschen uit de voeten gemaakt . De meeste catechisanten sidderden , zelfs Willem en Mary : want zij kenden // hun Dominé .// Dit muisje zou een staartje achterlaten .
» Hoor eens ,// fluisterde Willem , hou-je bedaard , en zeg niets ; ik zal het woord wel doen ; en schoon ook hij inwendig ongerust was , rekende hij toch op de rad-heid ( radheid ) zijner tong en zijne gevatheid , en bovenal op de gunstige gezindheid , die de Predikant voor hem koesterde .
// Dominé , de deur is op ' t slot .//
Ja , dat merk ik , — hoe komt dat ?// «/ Ze hebben ze dichtgesmeten , Dominé .//
Zoo en zit gij er alleen in ?//
// Neen , Dominé , maar //, en nu begon hij opzijn
gevatten , maar toch innemenden toon het geheele voor-val ( voorval ) zonder veel omwegen op te biechten . Hij bezat genoeg karakter , om de geheele schuld op zich te laden , terwijl hij daarbij niet verzuimde ' s kosters slordigheid en ruwheid met de levendigste kleuren af te schilderen . Intus-schen ( Intusschen ) was deze de deur komen openen , en meende nu op zijne manier den Predikant het zaakje eens uiteen te zetten , doch de verklaring van Ds . Bredus , dat deze reeds geheel op de hoogte was , legde hem het stilzwijgen op . De man trok af , en de Predikant bleef met zijne leerlingen alleen . En daar keek hij op zijne bedrukte catechisanten , en beval hun dien avond maar naar huis te gaan , // omdat hij //, zooals hij zeide , // overdezerust-verstoring ( overdezerust-verstoring ) op den Sabbath zeer gebelgd was .»
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer