Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 219

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 219
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
219
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
3
ons allen getroffen heeft , want ik heb hem lief gehad als mijn zoon !"
Daar verhief de meestersvrouw weder hare stem . // Gaat heen , goede buren ,» zeide zij , » ik moet met mijn zoon alleen zijn ."
De schout vatte de klamme hand van kleine Anna en leidde haar naar de voorkamer ; Lizette volgde hen . Was zij te bedwelmd van schrik om eene vraag tot Emanue ! te richten , of had zij buiten al iets vernomen p vroeg de schout zich zelven met verbazing af , toen zij , op zijn verzoek om te gaan zitten voor dat zij hem aanhoorde , op korten , vasten toon antwoordde : /' Vertel mij gerust alles ; maar haast u wat , want ik heb geen tijd te ver-liezen ( verliezen ) !»
De brave man keerde zich om en reikte haar een grooten brief toe , met een zwart lak op den omslag , waaruit Anna zag , dat het een ambtsbrief was . God is mijn getuige , dat ik het hun tot geen prijs ter wereld vóór de preek zou hebben gegeven , maar de brieven-besteller ( brievenbesteller ) had den anderen brief aan de meestersvrouw al hier afgegeven , waarin de jonge heer haar alles bekende , van haar afscheid genomen heeft , alsof hij haar hier in dit leven niet zou weerzien .»
» En hij ziet haar ook niet weer !» klaagde Lizette . » Ik heb er een voorgevoel van dat alles slecht afloopt !»
» Dwaas kind , wat kan er dan nog ergers gebeuren ? Als hij gestorven was , konden we allen neerknielen en God danken dat hij onschuldig van de wereld was weg-genomen ( weggenomen ) .»
» Lees mij den brief voor , buurman ; hij is zoo onduidelijk geschreven ,» hernam Anna en keek met drooge oogen op het papier . De schout zag haar met angstigen blik aan .
» Ik vind toch dat het groote , duidelijke letters zijn en daaronder is de ^ onderteekening en het zegel van het gerecht ,» voegde hij er aarzelend bij .
» Het gaat al , geef u geen moeite , buurman .» Z:j las , maar haar oog scheen onafgebroken op twee woorden te staren : " Gevangenisstraf » en " Ziekte .// Eindelijk liet zij den brief op den grond vallen en ging naar buiten . De - -Buiüu ( -Buiüu ) Midercn volgden haar en juist toen zij den voet op den steenen drempel van de straatdeur zette , hield Lizette haar bij den arm terug , en vroeg :
" Wilt ge niet " eerst nog naar binnen gaan bij de ongelukkige vrouw ? Waar loopt " ge toch zoo gauw naar toe ?»
» 0 ja , wat ik u nog ' vragen woü ,» sprak Anna met doffe stem ,» hoe laat vertrekt de post van hier naar M .?»
» Precies om twaalf uur ; maar wat raakt u dat ? wat wilt ge doen ?»
» Ik moet doen wat mijn hart mij ingeeft !» antwoordde zij en maakte zich los uit Lizette's hand . Zonder nog een enke-len ( enkelen ) keer om te kijken of stil te staan , ging zij de straat door en niemand ontmoette haar . De gemeente was eindelijk in het godshuis verzameld , alwaar de^koster de preek hield , even als op de Zondagen wanneer de predikant van Sternau niet overkwam .
» Vader , gelooft u , dat zij naar hem toe gaat ?»
» Wie weet het ? Haast u nu maar en ga in het rijtuig zitten ; de paarden zijn nog niet uitgespannen . Te voet haalt ge haar bezwaarlijk in . Maar wacht eens,Lizette , ik ga met u mede , om u te geven al wat ik aan los geld heb liggen , want als ze op reis wil gaan heeft ze misschien wel te weinig bij zich .»
Tien minuten later reed Lizette het . dorp uit . Zij be-speurde ( bespeurde ) Anna reeds op de weide niet ver van den berg waarop de lindeboom stond .
' Rijd zoo gauw als ge kunt ,, sprak zij tot haar man , # om haar achter het bosch in tehalen , waar het voetpad op den grooten weg uitloopt .»
« Maar het meisje kan toch niet op haar eigen gelegenheid naar dien man reizen , al is hij tien maal haar pleegbroêr ,» hernam Jozef bedenkelijk .
" Weet gij iemand die met haar meê kan gaan !» ant-woordde ( antwoordde ) Lizette norsch .
" Ge schijnt te vergeten dat ze met Erans verloofd is ! zal die haar nemen als ze zoo op haar eigen houtje , en heel alleen de wijde wereld ingaat ?»
» Ge moest liever vragen of zij hem zal nemen .»
De boer draaide het hoofd naar zijn jonge vrouw om
en zag haar aan alsof hij dacht dat zij haar zinnen niet goed bij elkander had .
Lizette merkte dit en haar tranen begonnen op nieuw te vloeien . // Lieve man , hebt ge dan nooit begrepen dat de zaken niet stonden zooals ze van rechtswege hadden moeten staan ?»
" Keen ,// hernam hij verwonderd .
» Ik heb altijd heimelijk in angst geleefd , dat het arme kind verleden jaar alleen uit ergernis en trotschheid haar jawoord aan Erans gegeven heeft .»
» Uit ergernis ? En waarom ?»
» Dat was de schuld van Ernst . Ik heb ' t wel gemerkt , dat ze hem zoo innig lief had , en hij heeft haar versmaad . Misschien heeft de meestersvrouw er ook wel de hand in gehad , want men moet die vrouw gekend hebben , om te zien , dat er iets niet in orde bij haar was .»
» De hemel beware ons ! Maar dat is een onoverzien-baar ( onoverzienbaar ) ongeluk . Maar wat zijt ge toch een verstandig wijfje , ' t Hindert me maar alleen dat ge uw man daar geen enkel woordje van hebt gezegd !»
» Ik had het liever mij zelve uitgepraat , beste Jozef .»
// Maar hoe moet ' t nu met Erans gaan ?»
» Hij zal er niet van sterven ! Er zijn meer meisjes in ' t land . Wij weten toch hoe gij jongens bestaat . Godgeve dat zijn bloed zoo vluchtig is , als — »
» Ja , ja , ik weet al wat ge zeggen wilt , maar ge moet weten dat er niet altijd een Lizette bij de hand is om te troosten —»
» Daar komt het arme meisje van achter het bosch te voorschijn ! Hoe raakt ze haar adem niet kwijt door zoo gauw teloopen !»
De wagen ratelde over een kleine houten brug , toen Anna den hoek omsloeg . Zij ontstelde , en toen zij Lizette herkende bleef zij staan . De jonge vrouw steeg af en liep naar haar toe . Nadat zij eenige woorden hadden ge-wisseld ( gewisseld ) , gaf zij haar man een wenk , dat hij zou omkeeren en naar huis rijden . Hij gehoorzaamde en toen hij omkeek zag hij dat de beide vriendinnen dwars over het veld naar den tuin der pachtersvrouw gingen .
Deze zat sluimerend in haar leuningstoel , zoo Lizette bespeurde toen zij een blik door het venster wierp , waar zij voorbij kwamen . In haar kamer gekomen , pakte Anna eenige kleedingstukken in , schudde den inhoud van haar spaarpot uit bij het geld , dat Lizette haar had ter hand gesteld en ging vervolgens , door haar vergezeld , naar het posthuis . Zij kwam nog juist bij tijds om zich te laten inschrijven ; ' t was op slag van twaalven .
Behalve de oude klerk , die om dezen tijd de handen vol had en haar dus geen vragen deed , was er niemand , die haar had kunnen lastig vallen . De dorps-kinderen ( dorpskinderen ) die rondom den wagen stonden , om volgens hunne dagelijksche gewoonte het vertrek der diligence af te wachten , keken haar allen met groote oogen aan als een persoon , die een geluk genoot , dat zij als een soort van wonder zelven hoopten te beleven als zij eens groot zouden zijn . Anna herkende in den kleinen jongen met zijn roode wangen , die de onderscheiding genoot de zweep voor den postiljon vast te houden , terwijl deze op den bok klom , het zoontje van den meesterknecht op de hoeve , en nu eerst viel het haar in , dat de zieke vrouw haar hulp missen en naar haar vragen zou .
» Zeg aan de pachtersvrouw —» ze bleef steken en zocht naar eene uitdrukking . // Heb geen zorg , Anna ,» viel Lizette haar in de rede ,» ik zal wel naar haar toe gaan en als't moet blijf ik bij haar , totdat ze zich iemand anders heeft aangeschaft .»
// Vaarwel lieveling ! God vergelde u alles wat ge voor mij hebt gedaan ,» sprak Anna , terwijl zij haar vriendin omhelsde .
" Vaarwel , arm kind , en houd goeden moed in alle smart , die ge nog zult beleven , en Antje , wat u ook moge weder-varen ( wedervaren ) , vergeet niet dat ik altijd de oude Lizette'blijf . En als ge me ooit noodig mocht hebben , mijn huis staat dag en nacht voor u open , zoo lang ik leef !"
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer