Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 191

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 191
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
191
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
beslist over godsdienstige leerstukken ; geen gods-dienstleraar ( godsdienstleraar ) , hoe kundig , hoe achtingswaardig , zon daarom , ai stond de Grondwet het toe , uw uitver-korene ( uitverkorene ) zijn ." Ben niet geheel onnutte wenk , wanneer men nagaat hoe in de laatste jaren de opvolgende regeeringen niet alleen met argumenten aan ' t gemoed ontleend , maar met Bijbel-teksten werden achtervolgd ; hoe er ééne partij in de Kamer is , die onvermoeid er naar streeft de Landsvergadering in eene Synode en de politieke quaestien tot godsdienstige leerstukken te her-scheppen ( herscheppen ) ; — een niet geheel onnutte wenk nog , wanneer men zich herinnert , hoe in 1870 de afschaffing der doodstraf ( een bloot maatschappelijk vraagstuk ) tot een godsdienstig [ perstuk werd herleid , hoe in de laatste jaren de neutrale school als voertuig van ' t ongeloof werd belasterd , en hoe nu , in 1871 , in verschillende districten des lands niet een voormalig , maar een nog fungeerend godsdienstleraar , omdergeloofswille,tot kandidaat is verkozen ?
Een derde eisch : eene vaste overtuiging . Hooren wij wederom den ouden Opzoomer , wiens geest nog altijd jeugdig is gebleven . // Iemands geleerdheid heeft slechts - waarde als middel , als voorbereiding voor zijn eigen kennis ; het komt er bij iedereen op aan , niet of hij veel omtrent eenige zaak weet , al zijn het ook enkel dwalingen , maar of hij zelf goed over die zaak denkt . Niet die is de beste staatsman , die u met de meeste belezenheid weet te overstelpen , maar die over staatsrecht en volkshuishouding de gezondste , onbekrompenste be-grippen ( begrippen ) heeft . En gij zoudt op den aard dier begrippen geen acht slaan ; gij zoudt staatsmannen oproepen , zonder op hunne staatkundige meeningen te letten !// Ligt niet in dezen eisch eene veroordeeling van hen , die men gewoon is de coneilianten of de conservatieven te noemen ?- Kan men van hen getuigen , dat zij , hoe braaf en bekwaam ook , zich kenmerken door eene standvastige overtuiging ? Of is hunne overtuiging niet van eene zeer plooibare natuur ? Zien wij de conservatieven niet telkens , omtrent de eerste begrippen van staatsrecht , van meening ver-anderen ( veranderen ) ; zijn zij niet eveu veranderlijk als het weer en de wind ? En hoe zou dan onze wetgeving zich door eenheid en vastheid kenmerken , wanneer zij van hunne beginselen was doortrokken ? En , als Opzoomer weinig hechtte aan eene // overstelpende belezenheid ,// zou hij dan misschien een voorgevoel hebben gehad van de parlementaire loopbaan van enkele onzer afgevaardigden ?
Men ziet , Opzoomer stelde niet den eisch , dat iederkandidaat zou moeten zijn eene specialiteit . Dat isook eene onmogelijkheid . De specialiteiten zijn juist wegenshunne bijzondere voorliefde voor één vak , geneigd alhet andere over het hoofd te zien . Dikwijls kan hunneeenzijdigheid meer kwaad doen dan hunne bekwaamheidvoordcel oplevert . Dat er thans enkele militaire specialiteitenin de kamer zitting hebben , is , met het oog op de han-gende ( hangende ) militaire quaestien , niet onnut . Maar men vergetetoch nooit,dat deze quaestie nooit kan zijn eene b lij ven dequaestie . Zij zal voorbijgaan . Maar de herziening en deverbetering onzer staatsinstellingen is wol eene blijvendequaestie ; daarvoor worden geene specialiteiten , maarmannen van helderen blik en warm gemoed , mannen vaneene bepaald staatkundige meening en , kan het zijn , ookvan eenig redenaars-talent vereischt . Vraagstukken vanhandel , volksvlijt in den ruimsten zin , zullen wel altijdaan de orde zijn en vorderen grondige beoefening , zooalsde nitstekendste Nederlandsche volksvertegenwoordigersvan vroegeren of lateren tijd daarin ook altijd hebbenuitgeblonken . G .
^^ SJ^C^^^y^^S^^x
BUITENLANDSCH OVERZICHT .
TSfa de uitbarsting van den vuurberg , staart de mensch ontzet in ' t rond om zich eenigszins rekenschap te geven van de verwoestingen die zijn aangericht : steden en akkers zijn omgekeerd ; de vlijt en kunst van eeuwen vernield ; duizenden slachtoffers van den voortgesnelden vuurstroom bedekken den bodem .
Geen ander schouwspel levert Frankrijks hoofdstad na de laatste week van Bloeimaand , bij de meer dan ooit gewenschte intrede van de Lente : geen tooi van gebloemte ,
geen dartelende jeugd , geen stroom der schaterende bevolking naar de omstreken ! Deze , geteisterd in dubbel beleg , zoodat voor de in nood verzonken bevolking de hulp zelfs van ' t buitenland ingeroepen wordt ; de stad in hare schoonste wijken in puin en asch ; duizendenen duizenden , mannen , vrouwen , kinderen in den strijd gevallen , of daarna nog bij weêrwraak of vonnis geveld of als gevangenen weggevoerd . .. Voor het oogenblik is in het oord der luchthartige vreugde de zang verstomd , als in de dagen waarvan Dumoustier aan zijne geliefde schreef :
flQuoi ! vous exigez , Emilie ,
Qu'au bruit des canons , des tambours ,
Je ehante pour les amours !
Helas ! pourrai-je , mon amie , De Pïore ft dn Priutemps vous peindre les bojuix jours , Quand ] e deuil de la mort s'étend sur ma patrie !"
Te midden van dien rouw is nog niet dadelijk aan herstel en weder-opbouw te denken , maar ' t leven her-neemt ( herneemt ) toch reeds eenigermate zijne rechten , en de drang der omstandigheden , waarin Frankrijk zich geplaatst vindt , doet meer bijzonder ook de blikken slaan naar ' t geen te Versailles ophanden is , beraamd wordt . Daarover dadelijk nader ; stippen wij eerst aan , dat , ofschoon Parijs weinig anders dan in staat van beleg verkeert , de gemeenschap van lieverlede wordt heropend ; dat de straten weder eenigszins de gewone bedrijvigheid beginnen te vertoonen en de nieuwe overheid de opening van de scholen bevolen heeft .
Aan buitengewone maatregelen van voorzorg ontbreekt het daarom nog geenszins . De openbare plaatsen moeten alle uiterlijk met middernacht gesloten zijn , de schouw-burgen ( schouwburgen ) zullen voorloopig niet dan met bepaalde machtiging voorstellingen geven ; het venten van dagbladen in de straten is verboden , de uitgave van sommige bladen , waaronder een nieuw , de Tricolore , sterk in Orleanistischen geest , is geschorst enz . De huiszoekingen , inhechtenis-nemingen ( inhechtenisnemingen ) en inbeslagneming van wapenen duren nog altijd voort . De gendarmerie van Parijs zal tot 6000 man worden opgevoerd . En , of men aan buitenforten en ringmuren nog niet genoeg heeft , er is sprake van het aanleggen van forten binnen Parijs , teneinde elk oproer te kunnen onderdrukken .
Wat , de maatregelen tegen de oproerlingen betreft , van eenige zijden , bv . door den Gauïois , wordt op onver-biddelijke ( onverbiddelijke ) gestrengheid aangedrongen ; dat blad betoogt , dat Frankrijk na al het gebeurde het recht verkregen heeft Parijs met de vuist te regeeren ; dat toegeeflijkheid thans misdadig zou zijn . Van andere zijden , begint men op te komen tegen de doodstraffen zonder vorm van proces ; en meent men , dat door eenige zachtheid meer zou gewonnen worden om den haat , die zich nutusschen // Parijzenaar // en // provinciaal // dreigt , te bestendigen , eerder Ie dooveu . De France en andere bladen , die zeker niet verdacht kunnen worden van de Commune voorte-spreken ( voorte-spreken ) , tot wier slachtoffers zij hebben behoord , dringen er op aan , dat de beschuldigden aan een regelmatig gerechtelijk onderzoek onderworpen , alleen de ware schuldigen ter dood gebracht en de offers van dwaling en verleiding zachter gestraft worden .
De meeste hoofden der Commune behooren niet meer onder de levenden ; Boehefort is gevangen genomen , doch gekwetst of zwaar ziek naar een gezondheids-gesticht gevoerd ; Felix Pyat en Paschal Grousset hebben zich weten schuil te houden , laatstgenoemde is na eenige dagen echter te Parijs zelf gevat .
De Zwitsersche regeering volgt de Britsche na , ten aanzien van de uitgewekenen wegeus de joneste gebeurte-nissen ( gebeurtenissen ) te Parijs ; zij zal elk geval op zich zeil'doen onder-zoeken ( onderzoeken ) ter beoordeeling of de uitgewekene als staatkundige vluchteling dan wel als gewoon misdadiger te beschouwen is , in welke laatste hoedanigheid hij zou kunnen worden uitgeleverd .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer