Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 187
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 187
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
187
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
waarmede hij de inscription op den steen verklaarde , en die beteekenden , dat Eas-ting ( Easting ) den 11 . September 1863 het voorstel op het statistiek congres te Berlijn deed om een congres te Genève te beleggen , hetwelk den 26 . October 1863 gehouden , en waar de grondslag voor de conventie van Genève gelegd werd , die op den 22 . Augus-tus ( Augustus ) 1864 en door de afgevaardigden van twaalf mogendheden werd vastgesteld .
« Basting had het eerst door de vertaling van het werkje van Henri Dunant in Neder-land ( Nederland ) de aandacht op het Roode Kruis geves-tigd ( gevestigd ) , en later steeds grooten ijver en belangstelling aan den dag gelegd , zoodat ook de Nederlandsche Vereeniging groote verpligtingen heeft aan haar overleden eerelid .
« Dr . Verweij dankte den voorzitter in weinige maar hartelijke woorden , in naam der vrienden van Basting , voor de moeite en zorgen aan deze zaak besteed en voor de uitnemende en schoone woorden , bij het plaatsen van dezen gedenksteen gesproken .
« De steen , door de goede zorgen van den penningmeester , baron van Hardenbroek , uitstekend uitgevoerd , is belangrijk door eenvoudigheid en goeden smaak . Hij bestaat uit wit marmer met zwarte blokletters , waarboven de emblemen van den Oorlog en van de Geneeskundige Dienst , in het midden waarvan een Bood gelijkarmig Kruis is geplaatst . De steen rust op een schuin voetstuk en is omgeven met een sierlijk ijzeren hek . De inscriptie is deze : « Aan
Johan Hendrik Christiaan Basting ,
Bevorderaar der Conventie
van Genève .
XI September XII Augustus
XXVI October 1863 . 1864 .
De Nederlandsche Vereeniging van het Roode Kruis . »
S^^y ^>^>*>
DE SCHOOLMEESTERSVROUW EN HAAR ZOON .
Een verhaal van Marie Giese , schrijfster van : ,, Zoo is ' t beschikt in Godes hand ."
ZESTIENDE HOOFDSTUK .
EENE LIEFDESBEGOOCHELING .
Het was omstreeks zeven uur ' s avonds toen Ernst over een werk heengebogen in zijn stille kamer zat . Reeds een uur te voren had hij de blinden voor zijn venster gesloten , de deur gegrendeld en zijn lamp aan-gestoken ( aangestoken ) , om ongestoord aan zijn bezigheden te kunnen blijven , doch het middel bleek vruchteloos te zijn , want altijd en altijd weer zweefden zijn gedachten terug naar het feest , maar neen ! tot haar , die er door iedereen de kroon van was genoemd . Half verwelkt , maar nog altijd geurig , lag de roode anjelier voor hem en tusschenbeide nam hij dien in de hand om de bloem te bekijken met eene uitdrukking , alsof hij in een tooverslaap verkeerde , tot-dat ( totdat ) hij ze weer neerlegde en met de hand door zijn haar streek of over zijn voorhoofd wreef om zich te overtuigen of hij werkelijk droomde of waakte . Dan keerde hij terug tot zijn aktenstuk , waaruit een duffe reuk van schimmel tot hem opsteeg , las eenige bladzijden , dacht over den inhoud na en sprong dan weer eensklaps op , om den anjelier in eene lade van zijn schrijftafel te sluiten , nadat hij dien eerst met zijne lippen had aangeraakt . Toen hij het venster naderde , troffen gedempte toonen zijn oor . Hij opende dc luiken en ook het venster om duidelijker te hooren . Ginds moesten deuren en vensters zijn ge-sloten ( gesloten ) , ook woei het zoele avondkoeltje nu en dan een toon weg , terwijl het langzaam , donkere wolkgevaarten
voor zich uit drijvende , over de daken trok en in lange zuch-ten ( zuchten ) wegstierf om zich plotseling weer te verheffen ; maar de melodie was te diep in zijn geheugen geprent dan dat hij zich had kunnen vergissen , en het kwam hem voor dat hij hare stem hoorde even als dien avond aan den Rijn , toen hij haar voor ' t eerst had gezien en door de poëzie en de kracht dier muziek was meegesleept en daarin eenige afleiding in zijn smart had gevonden .
Hij luisterde en naarmate de toonen sterker werden en al voller en voller zijn oor troffen , klopte ook zijn hart . Hij doorliep in zijn geest den tijd , dien hij in haar omgang had doorgebracht , en hij vond geen enkelen dag die zich niet kenmerkte door een blijk harer innige deel-neming ( deelneming ) en goedheid . Wien had zij van ' t eerste oogenblik af met ongeveinsde toegenegenheid gezocht , wien anders dan hem ? Wien had zij steeds het oor geleend , terwijl anderen veronachtzaamd en onopgemerkt voor hem hadden moeten plaats maken , zoodra hij zich slechts vertoonde ? Had zijn vriend hem niet dikwijls gezegd dat er honderden waren , die hemde gunst der schoone en gevierde kunste-nares ( kunstenares ) benijdden ? En hoe schoon en gevierd zij was , was hem den vorigen * avond duidelijk gebleken , want men had haar immers ;, zoowel fluisterend als luid , de parel van het feest genoemd . Een nieuwe , plotselinge gedachte schoot hem door ' t hoofd . Was het louter deelnemende vriendschap die zij hem betoonde , of een
warmer gevoel was het ook liefde ? Liefde voor
hem , die versmaad , verraden was ? Een stroom van nieu-we ( nieuwe ) tegenstrijdige gevoelens woelde in zijn borst ; hij sprong op en streek zich met de hand door het haar en over het voorhoofd , als iemand die aan den hevigsten harts-tocht ( hartstocht ) is prijs gegeven en die alle moeite doet om bedaard te blijven . Eindelijk sloot hij werktuigelijk het venster , alsof hij zich niet nog meer door de bruisende , altijd hooger zwellende toongolven wilde laten)meeslepen , doch het volgende oogenblik schoof hij het weder open , want met het verstommen der muziek kwam hij inderdaad tot eene soort van kalmte , eene onttoovering , en hij voelde een verlangen naar den maalstroom , waarin hij zich straks had gestort en die hem had meegevoerd . Zoo stond hij daar , met het brandende voorhoofd tegen de glasruiten gedrukt , en altijd luider ruischte het aan zijn oor , altijd schitterender en stralender dook haar beeld uit den nevel voor hem op , altijd dichter en dringender trad het naar hem toe , en nu waren het woorden , die eene nieuwe melodie begeleidden , betooverende , verleide-lijke ( verleidelijke ) liefdeklanken , waarmee de sirene den schipper in den doodelijken draaikolk met zich voorttrekt , als hij het waagt met zijn boot in het vaarwater te komen , dat haar rijk is .
" Komaan mijn hart , dat utoebehoort ! In mijne armen vindt gij wat ge vergeefs gezocht hebt : Geluk eu liefde ! Ik wacht met de armen vol verlangen naar u uitge-strekt ( uitgestrekt ) om u aan mijn hart te drukken ; kom , geliefde , laat mij niet langer vergeefs naar usmachten , ach , kom toch eindelijk !" — De toonen stierven weg , en hij stormde naar buiten , zonder een blik op zijn werk te slaan , zonder de lamp uit te maken en de deur te slui-ten ( sluiten ) . Hij stond niet stil , voordat hij de laatste trede van haar trap bereikt en aangescheld had .
De tante opende bijna op ' t zelfde oogenblik dat hijbelde . » Zijt gij ' t p » vroeg zij verrast en met een norschenblik . »
» Is de jufvrouw niet t'huis ? »
» Neen — of ja ; dat wil zeggen , ze is van avond verhinderd om bezoek te ontvangen . »
In plaats van te rntwoorden , liep hij haar vrijpostig voorbij en klopte aan Lucie's deur . " Binnen !» riep zij zachtjes en op on vasten toon , en toen hij ijlings binnentrad zag hij , dat zich bij zijn verschijnen een lichte ongerust-heid ( ongerustheid ) op haar gelaat vertoonde , ook liep zij hem niet zoo als anders tegemoet om hem de hand te reiken , maar bleef aan de pianino staan en zeide aarzelend : »' t Is al laat !"
Getroffen door haar aanblik bleef hij staan zonder een woord te spreken . Zij had van daag meer zorg aan haar toilet besteed dan anders wanneer zij thuis bleef . Een gouden band was door haar zwart krullend haar getrokken en het blauwe kleed , dat hij haar eens in de opera had
zien dragen , liet de schoone evenredigheid harer vormen uitkomen . De fijne bloemengeur , die onafscheidelijk van haar kamer scheen , was nog zoeter dan anders , en het zachte licht van eene met klimop omslingerde hanglainp verspreidde een vreemd schijnsel . Dit alles maakte echter slechts een flauwen indruk op hem , maar wat hem van zijn stuk bracht was eene uitdrukking van verlegenheid , die hij op ' t gelaat zijner vriendin bespeurde en die hare schoonheid eene nieuwe aantrekkelijkheid bijzette .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer