Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 180

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 180
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
180
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE O L I J F T A K .
mond vol van hoeft !» üp dit oogenblik was de ouverture geëindigd ., en gedurende de heerschende stilte trad Lucie , vergezeld door mevrouw F . en gevolgd door haar zoon , de zaal binnen . Ben zacht gemompel liep door de rijen der verzamelde menigte , en Ernst voelde zich door een rilling bevangen , toen het zijn oor trof . Zij droeg een zijden kleed van de kleur van roode avondwolken met een paarschen weerschijn ; een bovenkleed van dun gaas gaf aan het gewaad zekere luchtigheid en zacht-heid ( zachtheid ) . Een frissche krans van anjelieren , waarvan het rood slechts eene nuance donkerder was dan dat van haar kleed , was in het zwart gekrulde haar gehecht en zij had deze dieper , dan de mode van den dag het vorderde , op het voorhoofd geschoven , zooals men het somtijds op oude schilderijen bij de diadeemen der koninginnen ziet . Aan hals en armen ontbraken paarlen en edelgesteen-ten ( edelgesteenten ) , alsof zij in het bewustzijn van wat de natuur haar had geschonken , allen kunstmatigen tooi versmaadde . Alleen een ketting , zoo dun als een gouden koordje , dien Ernst haar nooit had zien dragen , hing om haar hals . Eene uitdrukking , die hij niet wist te ver-klaren ( verklaren ) , gaf haar gelaat eene nieuwe en zeldzame bekoorlijkheid . Hij kon niet begrijpen wat die trotsche , tevreden glim-lach ( glimlach ) beteekende , eneven-min ( eneven-min ) wist hij zeker raad-selachtig ( raadselachtig ) iets in haar blik uit te leggen , ' t Was een droomerig gepeins , waar-uit ( waaruit ) niets haar scheen te kunnen opwekken , want als zij zich een tijd lang pratend en lachend met haar kennissen had onder-houden ( onderhouden ) , zweeg zij en haar oogen zweefden met de zoo even beschreven uit-drukking ( uitdrukking ) door de zaal , om eensklaps neer te slaan of zich met schijnbare onverschilligheid op dit of dat onbeduidend voor-werp ( voorwerp ) te vestigen . Toen haar blikken bij ' t bi
zich zelven dat het hier niet de plaats was voor den gewonen groet , en hij gaf haar in stilte gelijk dat zij voor ' t publiek die terughouding in acht nam . Zijn hart begon sneller te kloppen toen hij door de menigte van haar bekenden heendrong , om haar van dicht bij goeden avond te wenschen .
" Gij zijt zeker heel boos op mij dat ik alweer een bal bezoek !» vroeg zij met een innigen , hoewel vluchtigen handdruk . Hij scheen de vraag niet te hooren , maar zeide : » Gij ziet er beeldschoon uit ! ik moet"t u zeggen ! — vergeef mij dit voor heden , daar ik u nog nooit met de betuiging mijner bewondering heb lastig gevallen .// « Gij behoeft u deswege niet te verontschuldigen , want het doet mij bijzonder veel genoegen dat juist gij mij van daag zoo schoon vindt ,» antwoordde zij zonder de minste verlegenheid . /' Ik ben recht verheugd dat ' ik met u zal kunnen dansen ; wij zijn nog nooit samen op een bal geweest .//
// Gij weet Lucie , dat ik niet dans .// // Ik herinner mij dat niet — maar ' t spijt mij .// « Gij zult uw gezondheid benadeelen , zooals voor eenige weken ; beloof mij in naam onzer vriendschap — »
i Uw bezwerings formulier is zoo ernstig , dat ik u beloof van de drie dansen er altijd maar twee meê te doen . //
// Zal ik gelegenheid hebben in den loop van den avond dikwijls met u te spreken ?// vroeg hij op een toon die haar verwondering wekte , want haar blik die , terwijl zij met hem sprak , door de zaal had gezweefd , vestigde zich eensklaps op hem . // Als ge in de nabij-heid ( nabijheid ) van tante wilt plaats nemen — // sprak zij onder ' t weggaan . Haar danser was haar komen halen en de muziek gaf het teeken dat het bal zou beginnen .
Onder de vele vreemdelingen die op het stichtings-feest ( stichtings-feest ) tegenwoordig waren , bevond zich een man , die door zijne schoone , statige figuur en zijn karakteristiek gelaat de opmerkzaamheid der vrouwen en meisjes tot zich trok . Hij scheen echter alleen bekenden onder de heeren te hebben en danste niet , doch hij vertoonde zich meermalen onder den zuilengang der zaal , om hettoo-neel ( hettoo-neel ) met bedaard , ernstig gelaat gade te slaan . Wie nauw-keuriger ( nauwkeuriger ) op hem had gelet , zou hebben opgemerkt , dat
zijne blikken vaak op de schoone schilderes bleven rus-ten ( rusten ) en zeker moest haar dit zelf in ' t oog gevallen zijn , want toen hij eensklaps uit een zijvertrek , waarin de oudere heeren zich onder een glas wijn of bij het biljard-spel ( biljard-spel ) vroolijk maakten , de zaal binnentrad en haar aan-keek ( aankeek ) , terwijl Ernst zijn stoel aan hare zijde schoof , sloeg zij de oogen voor zijn blik neder en boog zich in haar verlegenheid zoodanig voorover tot Ernst , dat haar krans van anjelieren zijn wang aanraakte .
// Hoe jammer dat wij van daag zoo weinig aan el-kander ( elkander ) hebben ,// zeide zij . // Ik durf niet veel met u te praten , want de wereld zou onze vriendschapsbetrekking verkeerd uitleggen .//
// Ik heb nooit verlangd te dansen , maar van daag zou ik er een koningrijk voor willen geven als ik het kon .//
// Gij zijt goed op weg om een galant heer te worden ; de kunst om te vleien hebt gij reeds geleerd ./
// Ik zou niet weten hoe ik ' t moest aanleggen om u te vleien , ook dacht ik dat ge op dat punt te veel onder-vinding ( ondervinding ) hadt , om niet waarheid van valschheid te kun-nen ( kunnen ) onderscheiden . » Hij zeide deze woorden met eenige scherpheid , want hij was vast overtuigd , dat zij hem
begreep , zooals geen ander wezen op aarde . — De nieuwe dans begon , Lucie werd afgehaald . // Ik zal niet lang wegblijven ,// sprak zij met een blik op Ernst tot haar tante . De toon harer woorden trof hem ; hij was verzoend . Toen zij van haar plaats opstond , viel or een anjelier uit haar lokken en hij deed haastig eene be-weging ( beweging ) om ze op te rapen , en met hem tegelijk Lucie's neef , die juist aankwam om haar plaats in te nemen . Ernst trok de hand terug , en de ander wierp hem lachend de bloem toe . // Het is mijn kleur niet ,// zeide hij , terwijl hij op een smal blauw met wit gestreept lintje in zijn knoopsgat wees . // Lucie verduistert van avond alles ,// ging hij voort . — // Was haar kleed maar niet zoo kost-baar ( kostbaar ) ,// hernam de tante , » ze had heel best een goed-kooper ( goed-kooper ) kunnen kiezen .//
// Als zij uitgaat van de gedachte dat de prijs haar schoonheid moet evenaren , heeft zij groot gelijk dat ze zulke prachtige zijde draagt ,// zei de neef .
Ernst hoorde niets van dat gesprek . In stilte ademde hij den geur der anjelier in , terwijl voor zijn oogen , waarheen
hij ze ook wendde , alles als in een nevel scheen ge-huld ( gehuld ) , en toen Lucie een poosje daarna terugkeerde en hem verzocht , uit vriendschap voor haar , nu naar de heeren in het aan-grenzende ( aangrenzende ) vertrek te gaan , gehoorzaamde hij gewil-lig ( gewillig ) , vergezeld j door zijn collega .
Daar ging het lustig toe .} De bekers gingen in ' t rond , men hield toe-spraken ( toespraken ) , men schertste en lachte . De beide jonge lieden sloten zich bij den vroolijken kring aan . Ernst stak de roode anjelier in zijn knoopsgat on '/ iin vriend zong met een veel-beteekenenden ( veel-beteekenenden ) blik :
„ Haar'die [ ik min.'wil ik riiol
noemen ; Ik draag haar kleur , om haai te roemen ,"
zonder op te letten dat de vreemde , statige man , die Lucie zoo dikwijls aan-keek ( aankeek ) , uitvorschende blik-ken ( blikken ) op zijn vriend ves-tigde ( vestigde ) . Evenzoo min be-kommerde ( bekommerde ) deze zich om den onbekende en toen een der vroolijke gezellen opstond en een toast op de schoonheid en de liefde uitbracht en een luid , drie-werf ( driewerf ) » hoog // weerklonk , stond ook hij van zijn plaats op , dronk zijn koppigen wijn in volle teugen uit , stemde in vervoering met den toast der overigen in en wierp zijn glas van helder kristal op den grond , zoodat het kletterend uiteensprong ter eere van schoonheid en liefde .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer