Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 172

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 172
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
172
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
andere richting uit , dan die waarop hun ouders rekenen , op alle vriendelijke gebaren en zijne groote vooruitzich-ten ( vooruitzichten ) , zei Juliette tot Alphons eenvoudig : // Neen ," maar zij zeide dat zoo duidelijk als een Duitsch - meisje ' t maar zou kunnen doen : en waarom , denkt gij toch wel ? omdat zij veel meer hield van mijn eigen broeder Robert , den eerzamen boerenjongen .
De weduwe Dupont was een veel te goede moeder dan dat zij ' haar kind had willen dwingen , of beproeven haar van de keuze haars harten af te troonen , toen zij hoorde dat Robert wel zoo lang als de koerier een goed oog op haar had geworpen . Alphons gedroeg zich ook heel beleefd en welwillend toen hij met het Paaschfeest bij • de Duponts kwam en vernam hoe ' t met de zaken ge-steld ( gesteld ) was .
// Tegen Kerstmis kom ik weerom , Juliette , en dan lieb ik mijn epauletten ,// sprak hij ; // tegen dien tijd zal de Keizer al zijn vijanden wel verslagen hebben ; en ik zal trouw op mijn post zijn op uw bruiloft , hoort ge .»
Nooit liet hij wrevel noch spijt over het gebeurde tegen Robert blijken ; doch in stilte zei hij tot de weduwe , dat haar dochter een beter man gekozen had dan hij was ; toch was de koerier een teleurgesteld man , en ofschoon hij heenging al - -zingende ( -zingende ) :
./ Je trouverai une
autre belle ,»
zoo merkten wij allen heel
goed op dat hij op een
top van den heuvel even
stil hield en heel droevig
omzag .
Zoowat omstreeks den-zelfden ( denzelfden ) tijd toen Alphons
Ie Verger zich jegens
Juliette had begonnen te
verklaren , had Jacob Gauz -
ner , onze verre neef ,
een oog op mij laten vallen .
Mijne moeder nam de
gelegenheid waar Jacob te
prijzen , en op te merken ,
dat hij al een heel goede
man zou zijn . Ik geloof
dat zij en mijn vader al
sedert lang er hun zinnen
op gesteld hadden dat wij
zouden trouwen ; maar ik
had geene bijzondere nei-ging ( neiging ) voor hem , ' t moge
dan zijn dat ik in mijn
jonge jaren zijne wezen-lijke ( wezenlijke ) verdiensten [ niet beseffen kon , ofschoon hij er
altijd op uit was mij in den veldarbeid te helpen en zoo mogelijk mijn aandeel over te nemen . Om de waarheid te zeggen hield ik meer van Louis Dupont . Ik bezondig me niet en ik behoef er ook niet over te blozen wanneer ik dat nu zeg — de zoon der weduwe was een jonge borst , voor wien ieder meisje wel genegenheid had kunnen opvat-ten ( opvatten ) , en ik wist ook dat hij me waarlijk liefhad ; we zagen elkaêr maar in de haast en met blooheid . Jacobs ingetogen ernst , die zich ook niet de minste vrijheid veroorloofde , joeg me een soort van schrik aan . Ik was erg bevreesd wat hij tegen Louis zeggen of vol-voeren ( volvoeren ) zou , indien hij onze gevoelens te weten kwam , en ik besefte dat de opstuivende aard van den zoon der weduwe hem in een leeuw herscheppen zóu . Zoo gingen de zaken haren gang , tot op zekeren avond , toen onze neef zich naar Brüekenstein begeven had op een van zijne zorgelooze zwerftochten , en gedurende eenige dagen niet terugverwacht werd : Louis en ik stonden samen bij den stroom waar de maan recht helder in scheen ; wij hadden ' t zoo druk met van elkaêr afscheid te ne-men ( nemen ) , dat we niets rondom ons henen zagen noch hoor-den ( hoorden ) ; doch , juist toen hij mijne hand voor de laatste reis drukte en zich naar de brug over den Brücken verwijderde , hoorde ik iemand zuchten onder de wilgenboomen , die mijns vaders pachthoeve beschutten ,
en ik zag Jacob voor mij uit naar huis wandelen .
De edelmoedige jonge man deed nimmer door taal noch teeken verstaan , wat hij gezien had . Ik had be-merkt ( bemerkt ) dat hij zijn koffer had opgevat en was benieuwd waar hij nu zijn schreden richten zou . // Zeker niet naar de Duponts ," sprak ik tot mij-zelve ; maar Jacob bleef rustig in ons huis , betoonde ons dezelfde vriendelijkheid en oplettendheden als ooit te voren , en had van dien avond af niets tegen Louis in te brengen , ofschoon hij dat naar zijnen aard zoo gewoon was . Jk geloof dat hij mijn vader en moeder in goeden geest over de partij uit-gelaten ( uitgelaten ) had , want van lieverlede kwamen al onze harts-geheimen ( hartsgeheimen ) uit , de jonge lui verstoutten zich om de aanvragen te doen , en de oude lui kwamen in ' t prieel bijeen , ten einde de heele zaak eens te bespreken . Al verscheiden uren waren zij druk aan ' t praten — wij Duitschers komen nooit zoo op een slag tot eenige schikking klaar — maar ' t besluit viel toch ten langen laatste , dat Robert Juliette en Louis Betsy erlangen zou .
// Wij zijn voornemens te doen wat men in heel Rijnland doen moest , wanneer God den tijd en de hand geeft om het te doen,//sprak mijn vader , // in vrede en liefde de kinderen van twee volken te vereenigen , die met elkan -
— DE HAVEN TE NEW-YORK . ( Zie blz . 5 ).
der hebben getwist en gestreden sedert zij een voet in ' t land hebben gezet , zoodat de oude stroom zelf over hunne oorlogen wel bezwaard en vertoornd moet ge-worden ( geworden ) zijn . Nu rijpt het koren : het jonge volkje zal , wanneer alles wèl gaat , op ons aanstaande oogstfeest trouwen ; en op Kerstmis , wanneer vrede en vriendschap boven drijven , zullen wij een dubbel huwelijk van Fran-sehen ( Fransehen ) en Duitschers hebben , en op de gezondheid van de jonge lui drinken onder den hulstboom , zooals onze buren voor Grietje en wij drie-en-twintig jaren geleden hebben gedaan . //
Wij waren met die regeling wel in onzen schik . De zomer vlood voorbij , het graan kwam tot volle rijpheid , ' t was een heel goede en overvloedige oogst , doch ter-wijl ( terwijl ) het landvolk dien inzamelde , kwam er nieuws te Brückenstein , dat destijds Fransche grond was , dat het // groote leger // waarmee de Keizer naar Rusland opge-togen ( opgetogen ) was , door den vreeslijken winter , in de sneeuw-en ( sneeuwen ) ijsvelden van ' t Noorden vergaan was . Ofschoon de landlui in mijne jeugd weinig ter school gingen en dus niet veel kennis hadden , zoo wisten wij toch dat Rus-land ( Rusland ) heel ver weg , ginder van Duitschland gelegen was , en hoopten dat de oorlog met zijne verwoestingen nooit ons , // buiten de wereld gelegen » hoekje lands bereiken zou .
Doch andere reizigers verhaalden dat er gedurig hevige gevechten , met onnoemelijk veel bloetvergieten , geleverd
werden in landen dichter bij den Rijn gelegen . De spraak ging dat heel Duitschland zich tegen Frankrijk wapende en dat al zijne volken zich waarschijnlijk met hunne vorsten vereenigen zouden , want dat het een // bevrijdings-oorlog ( bevrijdingsoorlog ) // was . Wij begrepen niet wat men daarmee bedoelde . Mijn vader dacht daar een half-uur over na , en zei toen , dat hij altijd trouw schot en lot aan ' s Konings dienaren had opgebracht ; hij veronderstelde dat , wie won of verloor , hij ze wel in ' t vervolg ook zou hebben te betalen j voor ' t overige had hij geen bevrijding noodig , waaronder men scheen te verstaan dat de eene buur met den ander vechten moest : hij voor zich zou liever in rust en vrede blijven op zijne hoeve in Blümenthal .
Dat was ook ' t gevoelen van de meeste goedige lieden bij ons buiten , maar de oorlogsgeruchten naderden al meer en meer , en zoo werd er ook gedurig drukker over gesproken ; telkens wanneer een onzer zich naar Brücken-stein ( Brückenstein ) begaf , hoorden wij meer over dat treurige onderwerp-Intussehen ( onderwerp-Intussehen ) maakte dat nieuws ons weinig vervaard ; wij hielden ons met onze eigene zaken in onze afgelegene , rustig dalstreek bezig , onze oogst werd ingehaald en de toebereidselen tot ons oogstfeest werden gemaakt ; wij hadden het nog nooit op zoo'n grooten voet gevierd : al onze vrien-den ( vrienden ) en bekenden werden genoodigd , en ' t behoeft wel niet gezegd te worden dat al de Duponts op-de ( op-de ) verloving werden ge-vraagd ( gevraagd ) . Als bijen waren we al een heele week te voren werkzaam , we deden ons uiterste best het oude huis en de oude meubelen er op hun voordeeligst te doen uitzien , en wij maak-ten ( maakten ) alle lekkernijen ge-reed ( gereed ) die ons Rijnland maar opleveren kan . Ge kunt niet begrijpen hoe vroolijk en net onite arme l audli nT-zing ( nT-zing ) er uitzag toen de lange tafels met het mooie fijne linnen overspreid waren dat mijn moeder als een deel van haar huwelijks-goed ( huwelijks-goed ) had meegebracht en dat ook een deel van dat harer dochter zou zijn ; die tafels werden toen be-legd ( belegd ) met alle stukken oud zilver en porselein dat van verschillende geslachten her in onze familie geko-men ( gekomen ) was ; en toen werden zij al verder bezet met al de pastijen en saucijzen op wier vervaardiging mijn moeder zich verhoovaardigen mocht . Nog zie ik in mijne droomen de laatste gelukkige tooneelen mijner jeugd waarop ik terug kan zien ; — onze gasten zaten daar zoo talrijk als aan eene bruiloft en allen in hun Zondagschekleêren , met hun oude enjeugdige gezichten , gul en goed met elkander ; mijn vader en moeder , ac
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer