Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 171

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 171
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
171
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
D E O L IJ F Ï A K , 3
dutje doen , want we hebben plaatsen in een loge gril-lée ( gril-lée ) ; als de groote romance komt , zal ik u wel wakker maken . We zullen de // Trovatore » hooren .»
/' Ik heb wel lust de opera te loeren kennen ," ant-woordde ( antwoordde ) Ernst met zekere afgemetenheid in stem en gebaren . " Uw zenuwen schijnen inderdaad overspannen te zijn , jufvrouw Lucie , en ' t is verkeerd van ons dat we u langer ophouden .// Zij sloeg een vragenden blik op hem , waarop hij echter niet lette , nam zijn hoed en stond op . De neef deed nog verscheidene pogingen om Lucie tot meegaan te bewegen , doch zij bleef bij haar weigering , en de jonge mannen verlieten haar . Buiten gekomen sprak de neef : // Gij hadt groot gelijk dat ge meêgingt ; men zou wel dwaas zijn als men zich tot slaaf van een vrouw maakte .» Ernst lachte luid en her-nam ( hernam ) : // Neen , en zelfs wanneer zij de harten slechts be-hoeven ( behoeven ) aan te raken , om ze te openen , moet men haar nu en dan eens bewijzen dat het slechts bloemenketenen zijn , waarmee zij haar gevangenen omstrikken ; ketenen , die spoediger verbroken dan gesmeed worden .»
" Zoo hoor ik u graag , mijn vriend , hoewel ik zie dat de jaloezie u zoo doet spreken , hetgeen ik u niet kwalijk kan nemen . Ik vrees dat Lucie haren aan-staande ( aanstaande ) veel te stellen zal geven ; zij is een te dweepend schepsel , daargelaten nog dat men haar van alle zijden het hof maakt . Voor mij zou ze geen vrouw zijn . Maar hoe staat ' t er meê , zijt ge nog niet met haar klaar ?»
" Klaar ? wal bedoelt ge daarmee ?"
// Verloofd , natuurlijk .//
// Lucie en ik verloofd !//
" Bedaar wat ! Wat zijt ge dan ?"
» We zijn vrienden .//
" Wel zoo ! Nu , wie ' t gelooft ."
" Laat ons over wat anders praten ,// zet Ernst op koelen toon , hoewel het bloed hem naar ' t hoofd was gestegen .
" Waarom niet ? Maar ik zou alleen willen raden u zelven niet in te praten dat het vriendschap is en ge-steld ( gesteld ) eens dat het werkelijk zoo was , dan zal die vriend-schap ( vriendschap ) verkeeren vóór gij ' t zelf merkt . Meer zeg ik u
» ~^ m
Zoo pratende hadden zij het oomediegebouw bereikt , en Ernst zag zich van het antwoord ontslagen . Doch ' s nachts , toen hij in zijne eenzame kamer was teruggekeerd , begon hij rijpelijk over het gesprek in den vooravond na te denken . Hij kon ' t echter niet met zich zelven eens worden , want in zijn ooren klonken nog de zoete melo-dieën ( melodieën ) der Italiaansche opera ; voor zijn oogen schemerde nog de kleurenpracht van het parket , en schoone vrouwen-gestalten ( vrouwengestalten ) zweefden hem lachend voorbij , die allen echter overschaduwd werden door de eene , waarmee zijn geest vervuld was , hij wist niet hoe sterk en sedert wanneer . Hij zag de schoone kunstenares echter niet zooals vroeger , toen hij zich onttooverd van haar beeld had afgewend , met het champagneglas in de hand of door een drom van vleiende bewonderaars omringd , maar met ernstige , deelnemende blikken , zooals zij eens in het bosch voor hem had gestaan , waarheen hij met zijn smart een toevlucht had gezocht , en hij gevoelde berouw dat hij haar dien dag zoo onmeêdoogend en meer dan onvriendelijk had bejegend . En toch was het geen liefde die hem tot haar trok ! Zijn liefde was dood en begraven ; het had hem veel strijd gekost haar tot sluimeren te brengen , maar hij was als overwinnaar uit het strijdperk getreden .
In dien nacht had hij een vreemden , zoeten droom , als hij maar niet tot de werkelijkheid had behoeven terug te keeren ! Hij reisde , zoo droomde hij , naar zijn geboorteplaats terug , en toen hij de woning zijner moeder naderde , was daarin alles stil en stom , en slechts de notenboom fluisterde hem vriendelijk welkom toe . Even-als ( Evenals ) de eerste maal bij zijn ' t huiskomst , doorzocht hij het huis , maar niemand was daarin te vinden . In het zolderkamertje van de kleine Anna waagde hij zich echter niet . Hij riep haar zacht bij haar naam , want zijn hart zeide hem dat zij boven was , en toen zij geen antwoord gaf , werd zijn verlangen naar haar zoo onbedwing-baar ( onbedwingbaar ) , dat hij , alles vergetend , de trappen opstoof en aan haar deur klopte . Maar ook nu bleef alles stil , en toen hij zich niet langer kon bedwingen en binnentrad , vond
hij haar ingeslapen op haar rieten stoel aan het koele venster , met het hoofd op het kozijn geleund , en met de hand over het werk in den schoot gevouwen . Met kloppend hart boog hij zich over haar heen en zag , dat er op haar wang nog een traan parelde ; op het kozijn echter , dicht naast die wang , lag een wit blaadje met een verdroogde vergeet-mij-niet . Hij wilde haar met een zachten kus wekken , doch bij de eerste aanraking sloeg zij de oogen op — droevige , roodgeschreide oogen , die langzamerhand levendig werden en ophelderden , totdat er als ' t ware een waas van droefheid van werd weggeschoven en zij in volle liefde straalden , zooals weleer in een schoon oogenblik onder den lindeboom . " Gij zijt het ! Gij hebt mij niet verlaten !" riep zij terwijl zij hem om den hals viel en met de oude teederheid en bewondering tot hem opzag . " Het was niets dan een benauwde droom , en het was mij alsof ik een geheel jaar lang om u had geweend en getreurd . // En hij kuste haar met onuitsprekelijke liefde en teederheid , inniger dan ooit te voren , toen zich op den trap een trage voetstap liet hooren , die de deur naderde . " Uw moeder ! De meestersvrouw !" riep Antje ontsteld en wilde zich van hem losrukken . " De meestersvrouw ! wee ons !» en de toon harer stem deed nem ontwaken .
Hoe akelig was de dag , die op dit schoone droom-beeld ( droombeeld ) volgde ! De oude liefde was niet dood en begraven , zij leefde nog altijd ; verdoofd en onderdrukt als zij was , verhief zij zich eindelijk weer en wreekte zich aan den bedrogene .
Drie dagen lang werkte en bracht hij zijn avonden in eenzaamheid door ; toen echter werd die stilte hem o ndragelijk en hij ging naar zijne vriendin , naar de schoone Lucie , die hem verzoenend en vroolijk ontving en bij wie hij verstrooiing zocht en vond ..
{ Wordt vervolgd .)
"-^ SC^-^y **^
DE VRIENDEN OP DE GRENZEN ,
DOOF ^
FRANCIS BROWN .
{ Vervolg .)
Het eenige geschil dat ooit . tusschen de weduwe Dupont en mijne moeder plaats greep kwam wel eens op onze feestdagen ter sprake , maar het was een vriendschappelijk geschil , over het gewichtige vraagpunt of Juliette of ik de bloem van de Brücken zou worden genoemd . De dochter van de weduwe was een jaar jonger dan ik , niet zoo lang , maar slanker . Haar houding was eener gravin waardig , terwijl ik er altijd als een hoerenkind uitzag . Haar oogen waren donker en de mijne blauw — haar gelaatskleur was wel wat bruin , maar zacht en helder , en de mijne was toen bleek en ruw , haar haar was glanzend zwart , het mijne goudblond ; maar als de rede-twist ( redetwist ) over ons meisjes wat hoog liep , beslechtte mijn vader gewoonlijk den twist op zijn eigenaardige , eenvoudige manier , door te zeggen : " Ze zien er beiden niet kwaad uit , ze zijn beiden wel der moeite waardom aangekeken te worden , als . de Heer haar maar in eere en deugd laat opgroeien ; een mooi gelaat is toch niets waard wan-neer ( wanneer ) men er geen mooie ziel meê paart .»
Ditzelfde zeide hij van Louis Dupont en mijn broer Robert . Er bestond tusschen hen hetzelfde verschil en er was bijna even groote oneenigheid over hen . Louis was als jongen het evenbeeld zijner zuster . Hij had niet de Duitsche kracht om iets opt.elichten of te dragen , zooals zij dit soms bij onze spelen probeerden , en som-migen ( sommigen ) zeiden dat hij beter geschikt was voor een Jan-pret dan om zwaar te werken , maar dat zei men alleen uit wan-gunst ( wan-gunst ) . Louis kon tegen den besten op . Een wilde vogel was niet levendiger—niet luchthartiger noch meer dartel . Even-als ( Evenals ) de meeste Eranschen was hij glad van tong en vlug bij de hand , en er was geen zweei ". van onoprechtheid noch zelfzucht in Louis Dupont . Hij was twee jaar
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer